Ik heb dit verhaal van Mocros.nl.. Helaas is er nooit meer een vervolg geschreven. Toch sprak mij dit stukje aan en wilde het graag met jullie delen:
Jamila zou Yasmina ophalen bij haar thuis. Toen Jamila daar aankwam was Yasmina niet thuis, maar haar broer Ali. Hij vroeg haar binnen om daar op Yasmina te wachten. Jamila liep naar binnen en wat er daarna gebeurde had haar hele leven compleet veranderd….
Zuchtend stapte Jamila weer terug in haar bed. Toen ze op de klok keek zag ze dat het 3 uur was. Ze kon niet meer slapen, iedere keer kreeg ze weer het beeld voor zich...zij en Ali op de bank. Toen ze aan Yasmina vertelde wat er was gebeurd geloofde ze haar niet. Ze was boos geweest om wat ze over haar broer zei. Zachtjes begon ze te huilen en uiteindelijk viel ze uitgeput in slaap.
“Wat is er met je mijn dochter?” vroeg moeder bezorgd toen Jamila de volgende ochtend naar beneden liep. “Nee niets eh yemma, ik heb gewoon niet goed geslapen”…
Moeder keek nog steeds bezorgd. Ze vond dat haar dochter er de laatste dagen slecht uitzag. Ze hoorde haar vaak huilen ’s nachts. Toen ze een keer de kamer van Jamila binnen liep toen ze haar hoorde huilen, beweerde Jamila dat ze gewoon erg buikpijn had. “kom eten mijn kind en als er wat is moet je het me gewoon vertellen”. Ja ik weet het, zei Jamila, maar ik moet nu naar school ik ben al te laat.
Ok lieverd, tot vanmiddag. Dag Yemma.
Jamila pakt de fiets. Shit, de band is lek. Dat wordt lopen. Zuchtend loopt ze naar school.
Op school aangekomen ziet ze Yasmina bij de roddeltantes van de school staan, Aicha en Hayat. Als ze langs hun loopt kijken ze haar richting op. Jamila negeert het en loopt de school in.
Eindelijk is ze uit. Ze moet weer terug naar huis lopen. Onderweg rijdt er langzaam een auto naast haar. Ze loopt harder. De auto blijft naast haar rijden. Bang kijkt ze om zich heen, ze ziet niemand. Ze loopt nog harder.
Dan gaat het raampje open…het is Ali, de broer van Yasmina.
Dag zina, zegt hij grijzend. Stap in.
Nee, zegt Jamila en begint te rennen. De auto snijdt haar af en Ali trekt haar de auto in.
NEEEE, neee, laat me met rust, huilt Jamila. Houd je bek!!!schreeuwt Ali.
Zachtjes huilt Jamila, laat me met rust, wat heb ik je aangedaan??!!?
Ik wil alleen met je praten, zegt Ali.
Wat er die dag is gebeurd, moet je vergeten Jamila. Ik vind jou een hartstikke leuke meid. En bij een leuke meid hoort een leuke man. Ik heb een neef in Marokko en die wil trouwen, dusse…
Nee…nooit, schreeuwt Jamila.
Je hebt hem niet eens gezien, zegt Ali. Hij pakt een foto en geeft hem aan Jamila.
Op de foto staat een lange slungel met puisten en een snor. Grijzend kijkt de foto haar aan.
Jamila smijt de foto terug naar Ali. Nooit, zegt ze. Nooit…
Ali begint hard te lachen. Nou meisje ik zou er maar goed over na denken. Anders vertel ik iedereen wat er tussen ons is gebeurd. Jij hebt mij verleid Jamila…
Wat, jij hebt mij verkracht vieze, gore klootzak!! Pets, Ali geeft haar een klap in de gezicht. Oprotten xxxx…maar ik hou contact met je. Je hebt 3 dagen. Hij duwt haar de auto uit. Strompelend rent Jamila naar huis. Voordat ze thuis is, veegt ze haar tranen af. Thuis aangekomen loopt ze meteen naar boven.
Wat moet ik doen, oh wat moet ik doen, huilt ze zachtjes.
Maar Yasmina, je moet me geloven, smeekt Jamila.
Ik wil niet met je praten, Doei. Tuut, tuut, tuut.
Yasmina heeft de verbinding verbroken.
O, bitch, zegt Jamila hardop.
Wie ik, zegt haar zusje Sarah, die net de woonkamer komt binnenlopen.
Nee, nee, ik had het niet tegen jou.
Gaat alles wel goed, vraagt Sarah. Mama is heel bezorgd om je hoor.
Maken jullie je maar geen zorgen, met mijn gaat alles goed. Ik heb gewoon veel toetsen en zo op school…
Jamila zit in de bus op weg naar haar vriend. Een vrolijk deuntje komt uit haar tas. Onbekend nummer.
Met Jamila. Dag zina, je spreekt met Ali.
Ach rot op, zegt Jamila boos. Niet ophangen, anders zal je ze voelen, zegt Ali dreigend.
Heb je al beslist, je hebt namelijk nog maar 1 dag.
Nooit, hoor je me, nooit zal ik met die neef van je trouwen!
Ok, als jij het zo wil spelen, dan zal je het ook zo krijgen, en Ali verbreekt de verbinding.
Jamila belt aan bij haar vriend Nordin. Nordin doet boos open. Wat moet je, vraagt hij.
Hé, wat is er met jou aan de hand, we hadden toch afgesproken, zegt Jamila.
Ik spreek niet af met hoertjes. Ik dacht dat jij te vertrouwen was, dat we een toekomst samen hadden. Maar ja, jij wil zonodig het hoertje uithangen met Ali. Het is over tussen ons, ik wil je niet meer zien. Hij slaat de deur voor haar neus dicht. Nee, asjeblieft nordin, geloof hem niet. Doe open asjeblieft, doe open, huilt Jamila. Ze bonst op de deur en smeekt. Maar Nordin doet niet meer open. Huilend gaat ze weg….
Ze weet niet hoe lang ze heeft rondgelopen, maar als ze op haar horloge kijkt is het al 19.00 uur. Shit ze moet naar huis. Thuis aangekomen ziet ze haar moeder bezorgd aan de keukentafel zitten. Alhamdoelilah, zegt haar moeder, waar was je nou. Sorry mam, ik zat in de bieb en was de tijd helemaal vergeten. Hebben jullie al gegeten?
Ja, zegt moeder, je vader is in het café, samir is gaan trainen en Sarah is naar een vriendin. Er ligt nog wat eten in de pan, als je wil eten.
Jamila loopt naar de keuken. Oh lekker, nasi. Ze warmt het eten op en schept wat op een bord. Ze pakt er een glas cola bij en loopt naar de huiskamer. Yemma, is het goed als ik op mijn kamer eet, ik moet nog heel veel dingen doen voor school. Ja, het is goed meissie, ga maar, zegt moeder.
Net als Jamila op haar bed wil zitten, hoort ze een berichtentoontje. Ze pakt haar telefoon en leest: Ik zal jou het leven zuur maken….Er staat geen nummer bij, dit smsje is via internet verstuurd. Ze wist het bericht en gaat eten.
Jamila is net klaar met school en loopt naar huis. Hé wat raar, de auto van haar vader staat voor de deur, hij was toch gaan werken. Als ze haar sleutel in het slot van de deur wil steken, doet Sarah al open. Jamila, Jamila, oma is ziek. Papa en jij moeten naar haar toe in Marokko. Oma ziek?? Oma was altijd een gezonde en sterke vrouw.
Als Jamila de huiskamer in loopt ziet ze haar ouders bedroefd op de bank zitten. Haar moeder kijkt haar niet aan.
Jamila, we gaan morgen naar Marokko, je oma is erg ziek, ik heb de tickets al geboekt, zegt haar vader.
En mijn school dan, vraagt Jamila. Maak je maar geen zorgen, jij blijft daar maar een week, zegt vader.
Ga je spullen maar inpakken.
Jamila loopt naar boven en pakt haar koffer. Oma is ziek, gonst het door haar hoofd, ze gaat toch niet dood hé…