Bekijk volle/desktop versie : Ya fulan bin fulan:



03-07-2006, 12:57
Hij herinnerde dat zijn grootmoeder hem waarschuwde om het gebed op
tijd te verrichten, “Lieverd je moet je gebeden niet uitstellen”.
Zijn grootmoeder was 70 jaar oud maar wanneer ze de adaan hoorde,
stond ze meteen op en verrichte het gebed. Terwijl hij zelf niet
van zijn ego kon winnen om meteen op te staan en de salaat te
verrichten. Wat hij ook deed, zijn gebed werd altijd uitgesteld en
als laatste gedaan en dan ging hij zo snel mogelijk bidden om het
binnen de tijden te voltooien. Denkend aan dit, stond hij op en
kwam erachter dat hij nog 15 minuten over had voordat
salaat-ul-isha zou ingaan. Hij ging snel wudu doen en verrichte
salaat-ul-maghrib. Tijdens de tasbeeh, herinnerde hij zich zijn
grootmoeder en schaamde zich voor zijn gebed. Zijn grootmoeder deed
het gebed zo rustig en met kalmte. Hij begon dua te doen en ging
een extra sujuud neerknieling doen en bleef neergeknield voor een
tijdje met zijn voorhoofd op de grond. Hij was de gehele dag op
school en was zo moe. Hij schrok wakker en hoorde een harde geluid
en zoveel geluid van geschreeuw, hij zweette hevig. Hij keek om
zich heen, het was druk overal waar hij keek waren er mensen.
Sommige stonden bevroren vooruit te staren, sommige waren aan het
rennen naar links en rechts, sommige waren knielend aan het
wachten. Massale angst
en verbazing had hij, toen hij zich realiseerde waar hij was, zijn
hart wilde bijna breken. Het was de Dag des Oordeels. Toen hij nog
leefde, hoorde hij veel dingen over de Dag des Oordeels en de
vragen die gesteld zouden worden, maar het leek zo lang geleden.

”Ben ik nu aan het hallucineren, nee, dit is echt. Mijn angst heeft
een hoogte bereikt dat dit waar moet zijn.” De namen werden genoemd
om naar voren te komen, “. (O zoon/dochter van die en die).” Hij
ging naar mensen toe om te vragen of zijn naam al is genoemd. Maar
niemand had tijd of kon antwoorden, iedereen was verstijfd van de
angst. Opeens hoorde hij zijn naam, de menigte ging opzij, twee
mensen grepen hem vast en leidde hem naar voren. Hij liep naar
voren met zijn hoofd naar beneden gezakt en zijn hele leven speelde
in zijn hoofd zoals een snelle film. Hij opende zijn ogen maar zag
een hele andere wereld. De mensen hielpen elkaar, hij zag zijn
vader rennen van de ene lezing naar de andere en gaf zijn geld uit
omwille van Allah. Zijn moeder nodigde mensen uit en was goed voor
de gasten en was goed voor het gezin. De jongen begon aan zichzelf
te denken. Ik vastte altijd de ramadan en hielp altijd mijn
medemens, ik deed mijn best om kennis over te brengen, wat Allah
aan mij verplicht stelde, deed ik en wat hij ons verboden heeft
daar gehoorzaamde ik Allah in. Hij begon te huilen en dacht eraan
hoeveel hij houdt van Allah. Hij wist dat wat hij ook had gedaan in
zijn leven aan goeds nooit kon zijn wat Allah eigenlijk verdiende
en zijn enigste bescherming is Allah. Hij begon hevig te zweten
zoals nooit tevoren, zijn ogen waren gericht op de weegschaal,
wachtend op zijn uiteindelijke oordeel. En de oordeel werd geveld.
Twee engelen met vellen van papier in hun handen keerden zich naar
de menigte. Zijn benen hielden hem bijna niet meer. De engelen
noemden de namen op wie de jahanem, de hel zouden ingaan, en zijn
naam werd als eerst opgenoemd. Hij viel op zijn knieën en begon te
schreeuwen,


”Hoe kan ik naar jahanem gaan terwijl ik mijn best heb gedaan.”
Zijn ogen stroomdeN vol en twee engelen pakte hem beet en sleepte
hem mee door de menigte richting de vonkende? bulderende vuur van
jahanem. Hij begon nog harder te schreeuwen en hoopte op iemand die
hem zou gaan helpen en begon zijn goede daden schreeuwend op te
noemen, “Ik ben goed geweest voor mijn moeder en vader, ik heb
mensen geholpen? ik heb vaak de koran gelezen.” Maar niemand wilde
hem helpen en de engelen droegen hem nog steeds. Ze kwamen steeds
dichterbij het helle vuur. De jongen keek om en dacht aan de
woorden van de profeet (salla Allahu ‘alayhi wa salaam) “Als er een
rivier was bij de deur (van het huis) van één van jullie; en hij
baadde daar elke dag vijf maal in; zou je dan nog zeggen dat er
vuil bij hem was achtergebleven?” Ze zeiden, “Geen vuil zou dan op
hem kunnen achterblijven.” De profeet (salla Allahu ‘alayhi wa
salaam) zei, “Dat is het voorbeeld van de vijf gebeden waardoor
Allah de zonden weg wast.”



Hij begon te schreeuwen “Mijn gebeden, mijn gebeden, mijn gebeden.
De twee engelen stopten niet en gingen door, ze kwamen bij de rand
van het helle vuur. De vlammen van het helle vuur brandden in zijn
gezicht, en hij keek voor de laatste keer achterom, hij hoorde een
persoon reciteren, NazzaAAatan lilshshawaa.” (Het zal zijn huid
afschroeien.) (Surah Al-Ma’aaridj: 16) Zijn tranen waren opgedroogd
van de hitte, en hij had geen hoop meer en de engelen duwden hem
erin, en hij begon te vallen in de ongelofelijke diepte en toen
opeens tijdens het vallen werd hij vastgepakt bij zijn arm.



Hij keek om en zag dat het een oude man was met een lange witte
baard. De jongen veegde wat stof van zijn gezicht weg en vroeg
verbaasd aan hem, “Wie ben jij?” De oude man antwoordde
glimlachend, “Ik ben je gebeden.” Boos zei de jongen, “Waarom ben
je zo laat, ik was bijna in het helle vuur gevallen.” De oude man
glimlachte en schudde zijn hoofd en zei, “Je heb mij ook altijd op
het nippertje verricht, ben je dat alweer vergeten?” Op dat moment
kwam deze jongen weer bij en kwam hij uit de sujuud, neerknieling,
met zweet op zijn voorhoofd, hij hoorde de adaan van buiten voor
salaat-ul-isha en deed meteen wudu en ging rennen naar de moskee.

03-07-2006, 20:12


subhanallah mooi verhaal elke keer als ik hem leest.

walikoum salaam rahmatoelah