Alléén mogelijk in het Midden Oosten;
Citaat:
07/06/2006 Jtwnetwork - Hieronder staat een artikel gepubliceerd over een voormalig Iraanse politieke gevangene, die 12 jaar lang vast zat in de beruchte gevangenissen van het Iraanse regime, en zware marteling onderging. Dit artikel is reeds eerder geplaatst op Jtwnetwork.nl, maar gezien het feit dit een zéér belangrijk artikel is en vaak gelezen is, publiceren wij het voor de 2e keer.
Mostafa Naderi, een voormalig Iraanse politieke gevangene, legt uit over zijn martelingen in 12 jaar tijd gevangenisstraf. “Ik werd in 1981 gearresteerd voor het verkopen van kranten van de oppositie groep, en werd meegenomen naar de beruchtste gevangenis evin’’.
“Zij blinddoekten mij en namen mij mee naar de ondervraag kamer, daar aangekomen legden ze mij op een houtenbank met mijn rug naar boven. Ik werd gedwongen mijn sokken in mijn mond te doen. Zij bogen mijn benen van achter en knoopten hen naar mijn dijen. Op dat moment begonnen ze met het slaan van kabels. Het was heel pijnlijk, er zijn geen woorden voor. Na een tijd knoopten ze mij los en brachten me naar een martel kamer om de marteling te kunnen hervatten”.
“Enkele dagen later brachten ze mij opnieuw naar de ondervraag kamer. Zij boeiden mij met één hand over mijn hoofd en mijn andere hand achter mijn rug. Ze heven mij omhoog, en maakten mij vast aan het plafon, 12 uur lang hing ik daar. Dit zette veel druk op mijn schouders”.
“Tegelijkertijd kon ik zien dat een vrouw aan de overkant afgeranseld werd met kabels. Zij werd ononderbroken 10 uur lang geslagen. Haar rug was er erg aan toe, het vlees was gescheurd en lag in stukjes op de grond. Er was een reusachtige plek vol met bloed op de grond. Ze heeft de pijn niet overleefd, en stierf later op de dag”.
“Mijn schouders waren doorgedraaid door de marteling. Als we voedsel kregen hielpen de andere gevangenen mij met eten. Ik verbleef anderhalve maand in een klein hok, opgesloten en werd elke dag meegenomen naar de ondervraagkamer waar ik gemarteld werd. Na enige tijd leed ik aan een nierbloeding. Er was een vrouwelijke gevangene die zo hard afgeranseld werd dat haar benen volledig zwart werden. Zij werd later uitgevoerd”.
“Op een dag werd ik opgeroepen, en werd ik meegenomen naar een onbekende kamer, waar verteld werd dat ik tot de dood was veroordeeld. Zij vertelden dat ik mijn laatste wens op kon schrijven. Ik werd tijdelijk die dag opgesloten in een kamer waar vier andere gevangenen verbleven. Ons werd verteld dat we die avond uitgevoerd zou worden. Zij blinddoekten ons en dagen lang hadden we niets gegeten, we werden meegenomen naar een andere locatie”.
“Aangekomen op de locatie knoopten zij onze handen achter onze ruggen en lieten ze ons tegen de muur aanstaan. Ik hoorde dat zij hun geweren op dat moment laadden. Ik kon op dat moment mijn lichaam niet meer beheersen door de maandenlange martelingen, en viel op de grond. We hoorden de martelaars van het Iraanse regime ons uitlachen. Dit was één van hun streken om ons bang te maken, en ons geheugen aan te tasten”.
”Zij namen ons mee naar een kamer en verwijderden onze blinddoeken van onze gezichten. Een medegevangene die een bril droeg zei dat hij niets meer kon zien door de pijnlijke martelingen die hij had ontgaan. Ik werd kort daarna opnieuw meegenomen naar de ondervraag kamer en opnieuw volgde er een marteling. Ter informatie: Er waren 110 mensen in een kamer van 5 bij 6 meter, het is onvoorstelbaar maar waar. Je kon er niet bewegen, dagenlang zat je zo op elkaar. Zij gaven enkel 30 minuten voor 110 mensen om zich schoon te maken en naar het toilet te gaan. Zij voerden ons een lepel per dag en wanneer wij om meer vroegen werden we direct meegenomen naar de martelkamer”.
“3 maanden later, werd ik opnieuw verplaatst naar een andere plek, genaamd: Karaj (westen van Teheran). Zij sloten mij voor 5 jaar op in een cel van 1,5 bij 2 meter. In de eerste vijf a zes maanden dacht ik over het verleden. Ik zou misschien nog mensen en namen herinneren van jaren geleden, maar na een jaar scheen ik alles vergeten te zijn”.
“De gevangenis waar ik verbleef had 40 cellen van 1,5 bij 2 meter, 20 aan de ene kant en 20 aan de andere kant. Een cel tegenover mij zat een andere gevangene genaamd: Reza, zijn achternaam herinner ik mij niet meer. Toen hij was aangehouden was hij 16 jaar oud. Hij vertelde dat hij verkracht was en uitgevoerd zou worden”.
“Duizenden gevangenen werden vastgehouden. De mullahs gebruikten alle soort martelingen, hun doel was om de gevangene zo veel mogelijk pijn te lijden tot de dood. De ergste dingen werden toegepast. De mullahs hadden sinds 1987 besloten om alle gevangenen af te slachten, toen de wapenstilstand begon tegen Irak, vonden zij de gelegenheid om uiteindelijk iedereen af te maken.
30.000 duizend politieke gevangenen werden het slachtoffer van een ‘’massamoord’’, in een korte tijd.