Proloog
''Temimoent, waar wacht je nog op? Ga water halen! Opschieten!"
Ik hoor mijn moeder alweer roepen. Met tegenzin pak ik twee emmers en begin aan mijn reis naar de waterputten. Om mij heen zie ik kinderen die met elkaar spelen en vechten. Moeders die kleding met de hand wassen en vaders die de schapen hoeden. Bij de waterput aangekomen begin ik de twee emmers te vullen met water. Ik zie Bouchra, mijn buurmeisje aanlopen. "Hey Temimount, alles goed?'' Ik bekijk haar. Ze heeft de hele week al dezelfde kleren aan, net zoals ik. We wassen het natuurlijk wel gewoon elke dag. Ik wou dat ik een moderner leven had. Zoals de mensen in Europa. Soms zie ik Bouchra's nichten uit Nederland en ze zien er altijd zo mooi uit. Ze hebben geen zorgen en zijn altijd vrolijk. Waarom ik niet? Ik kan er soms zo boos om worden. Het enige wat ik om heen zie zijn bergen en stenen. Ik haat het hier....Langzaam loop ik met de zware emmers naar huis. Bouchra's gekwebbel hoor ik amper. Mijn gedachten zijn zoals gewoonlijk ergens anders..
Hoofdstuk 1
Ik kijk nog eenmaal om me heen. Dit alles ga ik achter mij laten. Ik zie mijn moeder huilen. Ik hou erg van haar, maar ik weet dat ze blij voor mij is. Mijn droom is uiteindelijk uitgekomen. Ik ga weg uit dit gat. Nederland wacht op me. Ik ben nu een getrouwde vrouw. Als ik eerlijk moet zijn, ben ik alleen met Mimoun getrouwd omdat hij in Nederland woont. Ik ken hem helemaal niet, maar ik denk wel dat hij aardig is. Ik stap de taxi in, op weg naar het vliegveld. Als mijn man en ik in de taxi zitten wordt ik overspoeld door een heerlijk gevoel. Eindelijk kan ik echt gaan leven. De chauffeur begint te rijden. Ik draai me nog één keer om. Bouchra staat daar verslagen naast mijn moeder. Ze zwaaien naar me. Ik zwaai terug en als ze uit het zicht zijn draai ik me weer om. Hollanda here I come!
Copyright © 2005