Wanneer ik de voetstappen hoor stampen van de trappen, sta ik meteen recht en ren naar de keuken. Zoekend naar een huishoudklusje loop ik teleurstellend verder naar de badkamer. Ik beslis dan toch om een emmer te vullen met lauwwarm water en neem alvast de allesreiniger.
“Waar is je moeder?” hoor ik mijn vader al chagrijnig vragen.
“Ze is nog even snel brood gaan halen, ze zal direct aankomen.” antwoord ik hem, druk bezig mijn emmer te vullen.
“Hmmm, niet teveel water verspillen, zoveel heb je niet nodig.” Zegt hij nog voor hij terug naar boven keert.
Opgelucht sluit ik de kraan en zet de emmer op de grond, ik doe verder en kieper wat van de allesreiniger en neem een dweil.
Telkens als mijn vader ziet dat we een rustig momentje hebben en gezellig een boekje lezen of televisie kijken, schiet hij uit tegen ons dat we ons moeten bezighouden in het huishouden, er is altijd wel iets te doen. Je met wat anders bezig houden is pure tijdsverspilling.
Momenteel ben ik de dupe, sinds enkele maanden zit ik thuis, gestopt met mijn studies en nog een beetje zoekend naar wat ik verder zal doen, werken of toch nog studeren. Mijn twee oudste zussen, Fatiha en Khaoula, zijn al enkele jaren uit huis, gehuwd, de ene al meer gelukkiger dan de andere. Mijn ouder broer, Ali, heeft het nest al een jaar verlaten om in zijn eentje zijn leven verder te zetten. Mijn jongere broertje, Adnan, en zusje, Yousra, zijn naar school, dus ben ik alleen met mijn vader thuis.
Mijn moeder is dolenthousiast nu ik thuis ben, zo wordt het huishouden verdeeld en moet zij dit in de loop van de schoolweek niet meer in haar eentje doen. Luxe gaat gepaard met vrijheid. Elke dag brengt ze wel door bij een vriendin, met als excuus dat ze wat is gaan halen om te eten. Dagelijks op stap met haar winkeltas. Ik neem het haar niet kwalijk, jaren opgesloten zoals Doornroosje, het is tijd geworden dat ze haar vleugeltjes inzet en geniet van haar vrijheid.
Mijn vader heeft altijd een dictatorschap toegepast binnen het gezin. Zijn wil is een eis, zijn mening is een wet en zijn heerschappij is het enige dat telt. Zo zijn wij elk één voor één getraumatiseerd, wat voor ons normaal is, is het niet voor de buitenwereld, en andersom. Ik heb me steeds een alien gevoeld tussen andere “normale” mensen. Gesprekken over de simpelste dingen, zoals bijvoorbeeld een tripje naar de bioscoop. Een doodnormale gebeurtenis, waar ik nooit over mee kon praten. Ik wist niet eens hoe een bioscoop in het echt eruitzag. Zo waren er vele conversatie waar ik gewoon knikte, maar eigenlijk geen idee had over wat het ging.
Zoveel wordt er ons ontnomen, omdat alles haram is, alles is verboden, enige veilige plaats is huisje.