Ik lees vaak dat er een consensus is tussen de geleerden van de salaf dat men niet mag opstaan tegen de onrechtvaardige en onderdrukkende MOSLIM leiders. (Ik heb het niet over leiders die kofr hebben begaan.)
Daarom wil ik hier even een aantal voorbeelden van het opstaan tegen de onrechtvaardige leiders door de salaf aanhalen.
Het is algemeen bekend dat het merendeel van de sahabah het opstaan tegen de onrechtvaardige leider als een verplichting zagen. Hierover zegt sheikh Abdullah ibn Muhammad ibn AbdelWahhab in (جواب أهل السنة ص 70)
وذهبت طائفة من الصحابة ومن بعدهم من التابعين ثم الأئمة بعدهم ـ أي أبو حنيفة ومالك والشافعي ـ إلى أن سل السيوف في الأمر بالمعروف والنهي عن المنكر واجب إذا لم يقدر على إزالة المنكر إلا بذلك وهو قول علي رضي الله عنه وكل من معه من الصحابة وهو قول أم المؤمنين ومن معها من الصحابة ـ كطلحة والزبير ـ وهو قول عبد الله بن الزبير والحسين بن علي وهو قول كل من قام على الفاسق الحجاج كابن أبي ليلى وسعيد بن جبير والحسن البصري والشعبي ومن بعدهم
"Een groep van de sahabah en degenen na hen van de tabi3ien en de imams na hen - Abu Hanifa, Malik en al Shafi3i- (waren van mening) dat het opheffen van het zwaard voor het oproepen naar het goede en het veranderen van de verwerpelijke verplicht is als het veranderen niet zonder dat kan. Dat is de mening van Ali en alle Sahabah die met hem waren, en de mening van Umm Al Muminien -Aisha- en alle sahabah die met haar waren -zoals Talha en Zubair- en dat is de mening van Abdullah ibn aZubair en al Husain ibn Ali en de mening van iedereen die opstond tegen de fasiq al Hadjaj zoals ibn Abi Laila, Said ibn Jubair, al Hasan al Basri, Ashabi en degenen na hen."[einde]
De grote geleerden van Tabi3ien stonden op tegen al Hajaj bij de slag van al Jamajim (opstand van de lezers) of de opstand bij al Harra van de zonen van de sahabah in al Madina. Abu Bakr ibn Ayyash zei hierover:
(كان العلماء يقولون إنه لم تخرج خارجة خير من أصحاب الجماجم والحرة) : أبو بكر بن عياش قال
"De geleerden zeiden dat er geen groepen mensen khuruj deden die beter waren dan die van al Jamajim en al Harra."[einde]
وثبت في الحديث أن عبدالله بن عمرو لبس سلاحه وتهيأ لقتال عامل معاوية الذي أرسله معاوية لأخذ أرضه في الطائف، واحتج عبدالله بن عمرو رضي الله عنه بقول النبي صلى الله عليه وسلم
“من قُتل من دون ماله مظلوماً فهو شهيد”
Verder is er overlevert dat de sahabi Abdullah ibn Amru zijn wapens pakte en zich voorbereidde op het gevecht toen de leider Muawiyah iemand stuurde om zijn grond in al Taif af te pakken. Abdallah ibn Amru gebruikte als bewijs dat de profeet zei: "wie onrechtvaardig vermoord wordt terwijl hij zijn geld (eigendom ) verdedigd is een martelaar."[einde]
Het is niet alleen een madhab van de sahaba of de tabi3ien, maar ook een madhab van de tabi3ien van de tabi3ien zoals ibn Hazm al Thahiri zegt:
ابن حزم الظاهري (ثم من بعد هؤلاء من تابعي التابعين كعبد الله بن عمر بن عبد العزيز، وعبد الله بن عمر بن عبد الله، ومحمد بن عجلان، ومن خرج مع محمد بن عبد الله بن الحسن، وهاشم بن بشر، ومطر الوراق، ومن خرج مع إبراهيم بن عبد الله، وهو الذي تدل عليه أقوال الفقهاء كأبي حنيفة، والحسن بن حي، وشريك بن عبد الله، ومالك، والشافعي، وداود وأصحابهم، فإن كل من ذكرنا من قديم وحديث، إما ناطق بذلك في فتواه، وإما فاعل لذلك بسل سيفه في إنكار ما رأوه منكرا)
"Na hen van de tabi3ien van de tabi3ien zoals Abdallah ibn Omar ibn Abdel Aziz, en Abdallah ibn Omar ibn Abdallah, en Muhammad ibn Ajlan, en wie met Muhammad ibn Abdallah ibn al Hasan opstond, en Hashim ibn Bishr, en Matar al Wariq, en wie met Ibrahim ibn Abdallah opstond, en het zelfde waarnaar de meningen van de fuqaha (geleerden) verwijzen zoals Abu Hanifa, en Al Hasan ibn Hay, en Sharik ibn Abdallah, en Malik , en al Shafi3i, en Dawood en zijn groep, elke die wij noemden van de vroegere of de latere, hebben die fatwa gegeven, of ze hebben zelf het zwaard getrokken om daarmee het slechte te verwerpen (stoppen) van het kwaad dat zij zagen."[einde]
MADHAB AL HANAFI .
Zoals je zag was dit de madhab van de grote imams van de salaf. Zoals imam Abu Hanifa, Al Djassaas zegt over hem:
"En zijn madhab [Abu Hanifa] rahimahullah is bekend met het vechten tegen de onrechtvaardigen en de onrechtvaardige leiders, en zijn verhaal met Zaid ibn Ali is bekend, met het brengen van geld naar hem, en het uitbrengen van geheime fatwas onder de mensen zodat ze hem zouden steunen en met hem mee zouden vechten, en hetzelfde geld voor zijn verhaal met Muhammad en Ibrahim de zonen van Abdallah ibn Al Hasan".[einde]
(الجصاص)
وكان مذهبه [يعني أبا حنيفة] رحمه الله مشهورًا في قتال الظلمة وأئمة الجور وقضيته في أمر زيد بن علي مشهورة، وفي حمله المال إليه، وفتياه الناس سرًّا في وجوب نصرته والقتال معه، وكذلك أمره مع محمد وإبراهيم ابني عبد الله بن حسن
MADHAD AS-SHAFI3I.
Voor de imam al shafi3i geldde het zelfde zoals Azzubaidi zei:
إن الخروج على الإمام الجائر هو مذهب الشافعي القديم : قال الزبيدي
"Het opstaan tegen de onrechtvaardige leider is de oude madhab van de shafi3ies"
MADHAB AL MALIKIE
Of bij de madhab van de Malikies zegt ibn al Arabi:
"Onze geleerden zeiden: en in de overlevering van Sahnoen: er wordt gevochten met de 3adl ("rechtvaardige") leider, zei het de eerste of degene die tegen hem is opgestaan, als ze allebei niet 3oedoel ("rechtvaardigen") zijn dan stop je, alleen als je voor jezelf of voor je geld of voor de moslims onrchtvaardigheid tegenhoudt, houd dat dan tegen, deze mensen hebben geen ode als de ode is afgedaan uit angst."[einde]
( بن عربي)
قال علماؤنا:وفي رواية سحنون، إنما يقاتل مع الإمام العدل، سواء كان الأول أو الخارج عليه، فإن لم يكن عدلين فأمسك عنهما إلا أن تراد بنفسك أو مالك أو ظلم المسلمين، فادفع ذلك، هؤلاء لا بيعة لهم إذا كان بويع لهم على الخوف
Imam Malik ibn Anas heeft fatwa gegeven om tegen de Khalief al Mansoer op te staan en te vechten met Muhammad ibn Abdallah ibn al Hasan. De mensen zeiden: Hebben we geen ode afgelegt aan al Mansoer. Hij zei:
إنما كنتم مكرهين ، وليس لمكره بيعة
"Jullie waren gedwongen, er is geen ode onder dwang."[einde]
MADHAB AL HANBALI
sheikh Abdullah ibn Muhammad ibn AbdelWahhab in (جواب أهل السنة ص 70)
وهو قول أحمد وجماعة من أهل الحديث إلى أن الأمر بالمعروف والنهي عن المنكر باللسان إن قدر على ذلك وإلا فبالقلب ولا يكون باليد وسل السيوف على الأئمة وإن كانوا أئمة جور
"En dat is de mening van Ahmad (ibn Hanbal) en een groep van "Ahl al Hadith", namelijk dat het oproepen naar het goede en het veranderen van de verwerpelijke alleen met de tong gebeurt als dat mogelijk is, en anders met de hart, maar niet met het heffen van de hand of het zwaard tegen de leiders, ook al waren het onrechtvaardige leider.s"[einde]Bij de meeste Hanbalis zit het dus anders en verbieden zij het opstaan tegen de onderdrukkende moslim leiders. Echter is er wel een overlevering van imam Ahmad waarin hij het in sommige gevallen wel toestaat, want hij vond dat geen leiderschap wordt afgesloten door middel van "overname", en dat is wat ibn Razien zag. Grote imams van de Hanbalies die zagen dat opstaan tegen de onrechtvaarige leiders toegestaan was zijn ibn al Jawzi en Ibn Aqiel.
Bij de meeste Hanbalis zit het dus anders en verbieden zij het opstaan tegen de onderdrukkende moslim leiders. Echter is er wel een overlevering van imam Ahmad waarin hij het in sommige gevallen wel toestaat, want hij vond dat geen leiderschap wordt afgesloten door middel van "overname", en dat is wat ibn Razien zag. Grote imams van de Hanbalies die zagen dat opstaan tegen de onrechtvaardige leiders toegestaan was zijn ibn al Jawzi en Ibn Aqiel.
ibn Abi Ya3la overlevert over Ahmad ibn Hanbal in Tabaqat al Hanbali:
من دعا منهم إلى بدعة فلا تجيبوه ولا كرامــه ، وإن قدرتم على خلعه فافعلوا ( أحمد بن حنبل)
"Wie jullie naar bid3a roept gehoorzaam hem niet, en als jullie kunnen haal hem weg (van zijn leiderschap)."