De juristen verschillen over het verbod op Anale Seks met vrouwen .
- Abu Hanifah en Ahmad hebben het verboden (التحريم).
- Shaafi'ie stond het eerst toe (القول القديم), en ging het daarna verbieden (القول الجديد).
- Maalik stond het toe en heeft het nooit verboden (الإباحة).
De reden waarom Shaafi'ie en Maalik het toestonden is omdat volgens hen de Qur'an hier niet over spreekt en alle Ahaadith over het verbod zwak zijn.
Volgens de andere 2 Imam's spreekt de Qur'an indirect hierover en de Ahadith zijn of authentiek of ze versterken elkaar samen.
De meerderheid van fuqaha door de eeuwen heen hebben het verboden.
Het minste wat hierover gezegd kan worden is dat het afgeraden is om hygiënisch en medische redenen, maar er is geen waterdichte bewijs dat het een zonde is, volgens een groep specialisten.
Ibn Hajar 'Asqalaani schrijft ("Fath Al-Bari", 8/143):
وذهب جماعة من أئمة الحديث - كالبخاري والذهلي والبزار والنسائي وأبي علي النيسابوري - إلى أنه لا يثبت فيه شيء . قلت : لكن طرقها كثيرة فمجموعها صالح للاحتجاج به
"Een groep van de Hadith geleerden, zoals Imam Bukhari, Al-Dhahli, Al-Bazaar, Al-Nisa'i en Abu Ali Al-Nisaburi zeggen dat er hellemaal niets bevestigd is over dit onderwerp (van anale seks).
Ik (Ibn Hajar) zeg: De ketens zijn er wel velen en als je ze allemaal samen brengt dan komt het wel goed en het kan als bewijs genomen worden."
Ibn Hajar Al-'Asqalani schrijft ook in ("Talkhis al-Habir", 3/183):
وهو مذهب مالك وقد رجع متأخروا أصحابه عن ذلك وأفتوا بتحريمه إلا أن مذهبه أنه حلال
"Dat (toegestaanheid van anale seks) is de Madhab van Maalik. De laatkomende metgezellen van hem keerden daarvan af, en gaven fatawa dat het verboden is. Maar zijn (eigen persoonlijke originele) Madhab is dat het toegestaan is.
وذكر الخليلي في الإرشاد عن ابن وهب أن مالكا رجع عنه ، وفي مختصر ابن الحاجب ، عن ابن وهب ، عن مالك إنكار ذلك ، وتكذيب من نقله عنه ، لكن الذي روى ذلك عن ابن وهب غير موثوق به . والصواب ما حكاه الخليلي فقد ذكر الطبري ، عن يونس بن عبد الأعلى ، عن ابن وهب ، عن مالك أنه أباحه
Al-Khalili noemde in "Al-Irshad" van Ibn Wahb dat Maalik zijn opinie van toegestaanheid terugtrok. In de "Mukhtasar" van Ibn Al-Haajib, op gezag van Ibn Wahb is overgeleverd dat Maalik dat ontkende en zegt dat de toegestaanheid over hem gelogen is.
Maar wie dat van Ibn Wahb heeft overgeleved is niet betrouwbaar!
Wat correct is, dat is hetgeen Al-Khaliki heeft overgeleverd, en At-Tabari op gezag van Yunus, op gezag van Ibn Wahb, op gezag van Maalik dat hij dat toestond."
Ibn Hajar zegt verder in ("Talkhis", 3/180):
وقال البزار : لا أعلم في الباب حديثا صحيحا لا في الحظر ولا في الإطلاق ، وكل ما روي فيه عن خزيمة بن ثابت من طريق فيه فغير صحيح ، انتهى
وكذا روى الحاكم ، عن الحافظ أبي علي النيسابوري ، ومثله عن النسائي ، وقاله قبلهما البخاري
"Al-Bazaar zegt: "Ik ken over dit onderwerp geen enkele authentieke Hadith."
Hetzelfde is ook gezegd door Al-Haakim, Haafidh Abu Ali Al-Nisaburi, en Al-Nisa'ie. Het was voor hen al gezegd door Imam Al-Bukhari."