nu bij sura Yaseen, echt mooie verzen gelezen subhanaAllah juist nu het bijna eid is over toen de Profeet Ibrahim droomde dat hij zijn zoon moest offeren
102. En toen deze de knapenleeftijd bereikte, zeide hij: "O mijn lieve zoon, ik heb in een droom gezien, dat ik u heb te offeren. Zie, wat zegt gij daarvan?" Deze antwoordde: "O mijn vader doe zoals u bevolen is, gij zult mij, indien Allah het wil, zeker geduldig vinden."
103. En toen zij zich beiden aan (Gods bevel) hadden onderworpen, en hij hem plat op zijn voorhoofd had gelegd,
104. Riepen Wij hem toe: "O Abraham,
105. Gij hebt de droom reeds vervuld. Zo belonen Wij inderdaad degenen, die goed doen."
106. Dit was voorzeker een grote beproenng.
107. En Wij verlosten hem door een groot offer.
108. En Wij lieten voor hem onder de komende geslachten (de groet):
109. "Vrede zij Abraham."
110. Zo belonen Wij hen die goed doen.
111. Voorwaar, hij was één Onzer gelovige dienaren.
112. Wij gaven hem het blijde nieuws van Izaäk, een profeet onder de rechtvaardigen.
113. En Wij zegenden hem en Izaäk. En er zijn er onder hun nageslacht die goed doen en anderen die zichzelf openlijk onrecht aandoen.
114. Wij bewezen inderdaad gunsten aan Mozes en Aäron.
115. En Wij redden hen beiden en hun volk uit een grote nood;
116. En Wij hielpen hen (tegen de Egyptenaren) en zij waren het die de overwinning verkregen.
117. En Wij gaven hun het duidelijke boek.
118. En leidden hen op het rechte pad.
119. Wij lieten voor hen, onder de komende geslachten (de groet):
120. "Vrede zij Mozes en Aäron."
121. Voorzeker zo belonen Wij degenen die goed doen.
122. Voorwaar zij behoorden tot Onze gelovige dienaren.
123. En Elias was óók een der boodschappers
124. Toen hij tot zijn volk zeide, "Wilt gij niet godvruchtig zijn?
125. Wilt gij Baäl aanroepen en de beste Schepper verzaken,
126. Allah, uw Heer en de Heer uwer voorvaderen?"
127. Maar zij verloochenden hem en zij zullen zeker worden overgeleverd.
128. Met uitzondering der uitverkoren dienaren van Allah.
129. En Wij lieten voor hem onder de komende geslachten (de groet):
130. "Vrede zij Elias."
131. Voorzeker zo belonen Wij degenen, die goed doen.