Chapitre 14
~Nourhane~
Aan het eind van de dag plofte ik uitgeput op bed. De hele dag bezig zijn in de keuken was echt vermoeiend. Ik kon nog steeds niet geloven dat uitgerekend hij de zoon was van Naïma. Ook al heeft hij zijn excuses aangeboden en doet hij nu enigszins normaal, toch had ik er geen goed gevoel over en voelde ik me echt ongemakkelijk bij hem. Alles ging vanaf nu ook als een sneltrein. Binnen nu en twee weken zouden we officieel getrouwd zijn en de verloving houden. Paar maanden later, in de zomer zal de bruiloft plaatsvinden. Er werd op mijn deur geklopt. 'Je kan binnenkomen hoor,' riep ik. De deur werd opengedaan. Het was Naoual met een bos rozen in haar handen. 'Ik kom je deze rozen geven. Ze zijn van Younes,' zei ze grinnikend. Ze overhandigde me de rozen en ging naast me zitten op bed. Ik keek naar de rozen. Ik hield van bloemen maar deze hadden voor mij geen enkel betekenis. Het liefst gooide ik ze weg. Ik wilde echt niks van hem. 'Ya tamshoent dit had ik echt niet van je verwacht hoor Nourhane,' zei Naoual lachend. 'Huh wat niet?' vroeg ik haar niet-begrijpend. 'Dat je zo'n knapperd aan de haak geslagen hebt. Wollah jij hebt echt gelukt maar jij bent ook knap dus ik begrijp het wel,' zei ze enthousiast, 'Yallah vertel hoe hebben jullie elkaar ontmoet?' Zij wist duidelijk nog niet hoe de vork in de steel zit. Het leek mij beter om haar de waarheid nog niet te vertellen. 'Lang verhaal, sorry schat maar ik ben moe en moet morgen weer vroeg op. Ik heb echt geen puf meer om nog heel dat verhaal te vertellen,' zei ik verontschuldigend in de hoop dat ze hier voor nu genoegen mee zal nemen. 'Ohw sorry ik wist niet dat je moe was,' excuseerde ze zich,'maar je gaat het me nog wel vertellen he.' 'Geeft niet lieverd en ja ik zal het je zeker ooit eens vertellen,' zei ik.
Na school liep ik weer naar huis. Ik was van plan om de hele dag te gaan studeren. Dat was hard nodig. Ik moest nog de laatste maanden wat dus ook de laatste loodjes betekende. En die waren altijd het zwaarst. Ik kwam weer langs dat parkje. Ik wilde net de andere kant opgaan om zo het parkje te vermijden toen ik in de verte zag dat er een gevecht bezig was. Een groep jongens, die niet ouder dan achttien leken, waren bezig met een jongetje in elkaar slaan. Dat jongetje lag al op de grond terwijl de andere jongens bleven trappen. Ik wilde me hier eigenlijk buiten houden, maar als ze zo doorgaan vermoorden ze hem nog. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om door te lopen alsof ik niks gezien had en liep ik er dus daarom op af. Zodra de jongens mij hun kant op zagen lopen, zetten ze het op rennen. Wat een lafaards waren het toch ook. Ik keek naar de jongen die op de grond lag. Hij kwam mij herkenbaar voor en toen ik dichterbij kwam, zag ik pas dat het tot mijn grote verbazing Samir was. 'Samir,' riep ik geschrokken, 'Gaat het?' Hij ging rechtop zitten en ik snelde naar hem toe. Hij had een blauw oog en zijn neus bloedde. Snel haalde ik een zakdoek uit mijn tas en gaf ik het hem. Na een tijdje vroeg ik hem wat hij nou weer gedaan had, maar ik kreeg slechts een bot antwoord dat ik niks aan zijn ouder moest vertellen. 'Oke gaan we zo doen? Zwijg maar prima. Maar ik ga dan ook alles aan je ouders vertellen,' dreigde ik. 'Nee niet mijn ouders,' zei hij geschrokken. 'Dan weet je wat je moet doen,' zei ik. Ik hielp hem overeind en we gingen op een bankje zitten. 'Nou ik luister. Jij gaat mij nu alles vertellen,' zei ik. 'Het is niks, gewoon een meningsverschil,' zei hij kort. 'Hier neem ik geen genoegen mee. Waar ging die 'meningsverschil' dan over en als het niks was geweest, werd je ook niet zo in elkaar getrapt. Ik wil het hele verhaal,' zei ik ongeduldig. 'Pff jij bent ook geen makkelijke he,' zuchtte hij,' Ik heb gewoon een tijdje geleden wat geld van ze geleend en zij werkten met rente. Nu willen ze het opeens zo snel mogelijk terug, maar ik heb dat bedrag nog niet. En ik zal het ook niet gauw bij elkaar kunnen krijgen. Ik zal ze echt nog wel terugbetalen, maar nu kan het niet.' 'Waarom leen je überhaupt? Hoeveel heb je geleend en hoeveel willen ze nu terug?' vroeg ik in één adem. 'Ik had gewoon geld nodig en er was niemand anders die ik kon vragen. Ik heb 300 euro geleend en nu willen ze 3000 euro terug,' zei hij beschaamd. 'Wat?!' riep ik ongelovig, 'ze willen 10x zoveel terug? Voor wat had je überhaupt 300 euro nodig? Je hebt je weer eens goed in de nesten gewerkt.' 'Ja gewoon en 3000 is echt niet zoveel, je overdrijft,' snauwde hij. 'Yek, ik overdrijf? Vandaar dat je dat bedrag niet zo gauw bij elkaar kunt krijgen. Zoveel heb ik zelfs niet op dit moment. We moeten aangifte gaan doen wegens afpersing. Je geeft ze niet meer dan die 300 euro,' zei ik. 'Nee,' riep hij geschrokken, 'Geen aangifte zo maak je het alleen maar erger en gaan ze me zeker pakken. Ik betaal ze gewoon die 3000.' 'Ja maar hoe wil je dat in hemelsnaam voor elkaar krijgen?' vroeg ik hem, 'Hoe lang heb je de tijd en hoe oud zijn ze trouwens?' 'Ik weet het nog niet. Ik heb twee maanden gekregen van ze en ze zijn van jouw leeftijd,' beantwoordde hij mijn vragen. Ik zat met mijn handen op mijn hoofd. Hoe moest ik dit nou weer in hemelsnaam oplossen?