1. #1
    MVC Lid

    Reacties
    5
    06-05-2015

    Terminus

    ‘Maar hij runt een miljoenenbedrijf! Miljoenen! Begrijp je wat dat betekent voor ons?’
    ‘Al bezit hij het vermogen om de wereld om zijn vingers te wikkelen, het gaat niet gebeuren. Zet het uit je hoofd.’
    ‘Weet je hoeveel mensen je hiermee benadeelt?’
    ‘Weet jij waar al zijn geld vandaan komt? Met wie hij allemaal samenwerkt? Waar hij jou in wilt betrekken?’
    ‘Jij weet dat evenmin als ik Tarik.’
    Een diepe zucht van zijn kant. Een teken dat zijn geduld opraakt. Een teken dat ik mijn mond moet houden, tijdelijk. Ik sta op om de was op te hangen.
    Wanneer ik terug de woonkamer in loop, zie ik dat hij languit op de bank ligt en naar het plafond staart. Geen tv, geen telefoon, geen laptop. Een mooi moment om toe te happen.

    ‘Ik ben al akkoord gegaan.’
    Zijn handen glijden met een snelle beweging van zijn achterhoofd naar zijn gezicht.
    ‘Dat hoop ik niet voor je Noor, echt, echt niet’ hoor ik hem met beheerste woede zeggen.
    Ik reageer niet en zie hem zijn hoofd draaien naar links. Ik verroer me niet en blijf voor me uit kijken. Naar de tv die uit staat. Hij komt net zo snel zitten als dat hij zijn handen voor zijn gezicht had geslagen. Hij slaat zijn handen in elkaar, ‘Noor, wil je me aankijken en zeggen dat je niet zoiets doms hebt gedaan?’ Ik reageer niet en blijf voor me uitkijken.
    ‘Verdomme Noor! Jij weet dondersgoed dat Amir een perverse, vieze man is waarvan 80% van zijn bezit niet halal is! Zijn bedrijf was een kleine maand geleden nog in het nieuws vanwege seksuele intimidatie op de werkvloer! En dat alles terzijde, jij weet dat hij in de drugshandel zit! Dus Noor, ik hoop echt voor je dat je nergens mee akkoord bent gegaan zonder het eerst met mij te overleggen.’
    Ik draaide mijn trouwring om mijn vinger en bleef naar voren staren, tot hij mijn naam schreeuwde.
    ‘Ik ga niet binnen zijn bedrijf werken Tarik, het is een overeenkomst tussen twee bedrijven. Ik zal hem alleen bij de vergaderingen tegenkomen. Ik snap niet waarom je er zo op tegen bent. Ik weet wat voor een man Amir is, ik weet met wie ik te maken heb. Beeld je eens in hoeveel we kunnen doen met zijn donatie, hoeveel meer we kunnen bereiken met ons project!’ Ik leun voorover om zijn hand te pakken, maar hij moet er niks van hebben en staat op. Ik vervolg, ‘en je roept zomaar dat zijn geld niet halal is. Dat hij in de drugshandel zit. Je moet niet te veel luisteren naar de mensen om je heen. Je begaat een grote zonde!’
    ‘Noor, ik wéét het! Verdomme! Je doet alsof je niet van deze wereld bent! Wij hoeven geen cent van hem voor ons project, dat gaat niet gebeuren dus zeg me asjeblieft dat je niet akkoord bent gegaan!’
    Hij loopt heen en weer te ijsberen en ik kan zijn ademhaling horen, nee, voelen. Ik sta op en wil naar boven lopen, maar hij trekt me aan mijn arm, ‘als je akkoord bent gegaan, dan staak ik het project’ fluistert hij met woede in mijn oor.

  2. #2
    MVC Lid

    Reacties
    5
    06-05-2015

    2009

    ‘Nee. Nee, nee, nee, nee. Nee, we moeten hier weg, we moeten hiermee stoppen.’ Het is snikheet in de kleine hotelkamer waar ze zich bevinden. De zon staat hoog. Hij gaat op het bed zitten met zijn ellebogen op zijn knieën en zijn handen wrijvend over zijn bezwete hoofd. Na een lange tijd voelt hij zich zo angstig. Misschien wel voor het eerst.
    ‘Doe niet zo idioot, ze hebben onze paspoorten, we kunnen niet meer terug.’ Amir loopt richting het raam, duwt de vieze gordijn een stukje opzij met zijn middelvinger, bekijkt de zonverlichte straat en loopt richting Younes. ‘Hier, neem een peukje.’
    ‘Donder op met je peukje Amir. We moeten hier weg, ik wil dit niet meer doen.’ Amir gaat door zijn knieën en grijpt met een hand de nek van Younes, ‘verman je, ze zullen er elk moment zijn. We doen wat ze vragen en verdienen in no-time bakken met geld. Denk aan alles wat je met het geld kan doen, het is zo voorbij.’ Younes zag de angst in Amir’s ogen, hoe groot zijn praatjes ook waren. Amir wilde dit ook niet meer doen. Hij besefte dat ze een fout zijn begaan. Maar er is geen weg terug.

    Amir heeft zijn peukje net opgestoken wanneer drie donkere mannen de kamer binnenstormen met een koffer in de hand. Geen hallo, geen pardon. ‘Pants down, shirts off, now!’ Binnen enkele tellen staan Younes en Amir in hun ondergoed, midden in een hotelkamer, in hartje Brazilië, Rio. De langste van de drie mannen gooit de koffer open en Younes zet meteen twee stappen naar achter. ‘No, no, no, I’m not going to take that with me!’ Meer had hij niet hoeven te zeggen om onder schot gehouden te worden. Als reactie gooien Amir en Younes hun handen omhoog en roepen meteen dat ze het zullen doen, zonder gemaar. Twee uur later, eenieder zeven kilo aan cocaïne met een straatwaarde van ruim een miljoen zwaarder, zitten ze in de taxi onderweg naar het vliegveld.
    Beiden beseffen nog totaal niet waar ze mee bezig zijn. Er wordt uit het raam gekeken, naar de straten van Rio, waar ze de afgelopen twee weken de tijd van hun leven hadden. Tot gister. Teveel gedronken, te snel geaccepteerd.
    Elke beweging maakt plaats voor geluid. Plakband. Elke stap maakt plaats voor angst. Zweet.

    ‘Goed, luister naar me. Over een kleine tien minuten zijn we door de controle. Daarna zijn we elk tientallen duizenden euro’s rijker. Over tien minuten is het voorbij. Verman je Younes. Maak geen oogcontract. Met niemand. Blijf tegen me praten over de vakantie, over de koetjes en de kalfjes. Denk aan elke detail van onze vakantie, behalve de laatste twee dagen. Concentreer je op positieve dingen en positieve dingen zullen komen. Verpest het niet voor ons. We zijn niet de enigen die dit doen en zeker niet de eersten.’ Amir geeft Younes een schouderklop en duwt hem in de richting van de ingang van het vliegveld.
    Ze geven beiden hun bagage af en lopen richting de paspoortcontrole. Younes probeert niet om zich heen te kijken en blijft met Amir praten over het moment dat ze aankwamen in Rio de Janeiro, met een mooie vakantie in het vooruitzicht
    .
    Heeeeeele oude bekende

  3. #3
    MVC Lid

    Reacties
    5
    06-05-2015

    ‘Om 21.00 zal er een auto voor je klaar staan. Je weet hoe we het hebben besproken. Alles is voor je geregeld, doe het volgens plan en je bent een vrij man.’
    ‘Dat hoop ik Amir. Als dit niet lukt, dan zal ik het jou nooit vergeven.’
    Younes legt de telefoon neer, kijkt Amir nog een paar tellen aan en loopt terug naar zijn cel.
    Terwijl Younes al maanden zijn dagen aan het verslijten is tussen vier muren, heeft Amir nooit vastgezeten. Tot op de dag van vandaag weet Younes niet hoe het mogelijk is geweest dat hij vrij is gesproken.

    ‘Rijden, rijden, rijden!’ Amir klopt op de schouder van de chauffeur en ze rijden weg, zo hard als ze kunnen. Younes heeft zich op de achterbank laten vallen en voelt zijn hart in zijn heel keel kloppen. Zijn handen voelen klam aan en zijn mond is kurkdroog. Hij denkt in een flits terug aan de afgelopen zeven maanden, waarin hij de meest vreselijke toestanden heeft meegemaakt. Maar het is nu afgelopen. ‘Je bent een vrij man Younes’ hoort hij Amir zeggen. Vrij man, hoort hij zichzelf herhalen.
    Heel de weg zegt Younes geen woord. Hij luistert enkel naar de motor van de auto en bekijkt de straten van Brazilië. Een land die hij voorgoed achter zich wilt laten. Na een rit van ruim twee uur, komen ze aan in een motel. Amir maakt de sporttas open die hij bij zich had en pakt er kleding, verzorgingsspullen, lenzen, een pruik en een paspoort uit.
    ‘Younes.. Zodra je door de paspoortcontrole bent heet jij geen Younes meer. Je laat Younes achter je. Younes bestaat niet meer. Heb je dat begrepen?’ Het enige wat Younes kan doen is knikken. Verlamd en geen idee hoe hierna verder moet, doet hij alles wat Amir zegt. Scheren, douchen, lenzen in, pruik op, nieuwe kleren aan, paspoort op zak en naar het vliegveld. Het vliegveld waar zijn leven veranderde, zal opnieuw zijn leven veranderen. Hij loopt met zijn bescheiden tas direct door naar de paspoortcontrole, zonder Amir. Hij is zenuwachtig, nerveus. Ze zullen opzoek zijn naar hem. Hij is voortvluchtig. Zodra hij gepakt wordt, wacht hem een langere, zwaardere straf. Zodra hij door de controle, wacht hem een nieuw leven.

    ‘Passport please.’ Met een vast hand duwt Younes zijn nieuwe paspoort over de bank. Hij wordt aangekeken, nadat zijn paspoort ook is bekeken. De seconden tikken door en Younes begint het knap warm te krijgen binnen die paar tellen. Hij houdt voor een tel zijn adem in.

    ‘Enjoy your journey, Tarik.’
    Heeeeeele oude bekende

  4. #4
    MVC Lid

    Reacties
    5
    06-05-2015

    2016

    ‘Ik wil even alleen zijn Tarik, wil je asjeblieft weggaan?’ Noor zit achterovergeleund op de rand van het bed wanneer Tarik binnen komt lopen. Hij sluit de deur achter zich, alsof er andere mensen wonen in het huis. Alsof er mensen zijn die ze kunnen horen.
    ‘Je hebt me nog geen antwoord gegeven. Ben je echt akkoord gegaan of niet? Heb je een contract of iets dergelijks getekend?’ Hij kruist zijn armen over elkaar en wacht geduldig op haar reactie.
    ‘Ik heb toch gezegd dat ik akkoord ben gegaan? Waarom vraag je dat keer op keer op keer?!’
    Tarik buigt voorover, steekt zijn wijsvinger naar haar toe, probeert zijn woede te beheersen, ‘Maak het ongedaan’ zegt hij op een toon dat Noor nog net kan verstaan.
    Ze kijkt haar man aan en schrikt van de woede die ze in zijn ogen ziet. Zo kent ze haar man niet, met wie ze inmiddels 3 jaar gelukkig getrouwd is. Ze probeert zich in zijn schoenen te plaatsen, maar kan geen doorslaggevende reden bedenken waarom hij er zo op tegen zou kunnen zijn. Ze hebben nog nooit eerder zo een grote kans gehad, waarmee ze vele mensen gelukkig kunnen maken. Nee, ze zou hem over moeten halen om deze samenwerking goed te keuren.
    ‘Tarik ik ga niet..’ Noor wordt abrupt onderbroken door Tarik die zijn beheersing kwijt is geraakt. Hij pakt haar met één hand bij haar kin, drukt hier stevig in, ‘als jij niet doet wat ik zeg..’ Nog steeds houdt hij haar vast, maar besluit om zijn woorden in te slikken als hij de tranen in zijn vrouw haar ogen zien. Dit is niet wat hij wilt. Hij wilt geen haar van zijn vrouw krenken. Hij laat zijn hand langzaam zakken en gaat door zijn knieën. Hij strekt zijn armen en legt zijn handen op de heupen van zijn vrouw, welke nog altijd op de rand van het bed zit. Hij kijkt naar boven en ziet haar onderlip trillen. Hij drukt een kus op haar knie en kijkt weer naar boven. ‘Noor, mijn liefste, het is niet mijn bedoeling geweest op je pijn te doen..’ zegt hij op een zachte toon. De woorden zijn eruit of Noor begint te snikken. Tarik schudt zijn hoofd, ‘Nee liefje nee, asjeblieft niet huilen. Ik wil je alleen maar beschermen. Ik.. Ik wil niet dat mijn vrouw werkt voor hem, bij hem, naast hem of wat dan ook. Heb ik niet het recht om dit te beslissen? Heb ik het recht niet om mijn vrouw te beschermen?’ zegt hij en brengt een hand naar haar wang om haar verloren traan weg te vegen. ‘Ik weet dat je het ziet als een grote kans’ vervolgt hij, ‘maar met hem kan je niet samenwerken Noor. Ik wil het echt niet. Er is nu niks wat mij blijer zal maken dan jouw verlossende woorden. Je bent altijd vrij geweest in met wie je werkt, ik heb je altijd je gang laten gaan. Doe het niet Noor, alsjeblieft niet. Loop niet over me heen.’ Hij brengt zijn hand terug naar haar heup en blijft haar aankijken. Noor daarentegen kijkt naar beneden, naar haar benen. Haar broek is nat geworden door de tranen die ze heeft laten vallen. Ze heeft een lieve man, dat beseft ze. Een hart van goud. Een grote man, met stevige handen, vastberaden stappen, gedisciplineerd en betrouwbaar. Ze wilt hem niet kwetsen, zal ze nooit willen. Ze veegt haar tranen weg. ‘Het enige waar ik naar streef is het inzamelen van zoveel mogelijk geld, om zoveel mogelijk minderbedeelden een glimlach te bezorgen Tarik, dat weet je, dat is toch ons droom? Dat is toch ook wat jij wilt? Hij kan een perverse, vieze man zijn zoals je dat omschrijft, maar vertrouw je mij niet?’ Ze pakt zijn hand vast met beide handen en buigt een stukje voorover, ‘Ik ben je vrouw Tarik, ik wil dat mij vertrouwt. Het komt allemaal goed. Zodra de donatie binnen is, hebben we niks met elkaar te maken. Geef me deze kans asjeblieft’ fluistert ze, ‘asjeblieft schat’ en drukt een kus op zijn lippen.
    Tarik kijkt zijn vrouw aan, zucht diep en probeert een glimlach op zijn gezicht te toveren. ‘Zullen we slapen?’
    Heeeeeele oude bekende