Allah, er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestandige,
sluimer noch slaap overmant hem.
Aan Hem behoort toe wat er in de hemelen en wat er op de aarde is.
Wie is degene die voorspraak doet bij Hem zonder Zijn verlof?
Hij kent wat er voor hen is en wat achter hen is.
En zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, behalve wat Hij wil.
Zijn Zetel strekt zich uit over Hemelen en de Aarde en het waken over beide vermoeit Hem niet.
Hij is de Verhevene, de Almachtige.
(Al Baqarah:255)