Ik zal jou mijn bezwaar tegen dit argument verduidelijken adhv een analogie.
Ouders voeden hun kind op met de beste bedoelingen. Daar gaan we in regel van uit. Ze leren het kind het goede in kleine dingen te appreciëren en de tegenslagen , dat het onvermijdelijk en onbedoeld overkomt, te verwerken en te relativeren, een plaats te geven, en er lessen uit te trekken . Op de mate van het goede (beloningen) en het slechte (straffen) dat hun kind te beurt valt hebben zij tot op zekere hoogte invloed. Zij kunnen namelijk de omstandigheden waarin het kind opgroeit, en waar het zowel positieve en negatieve ervaringen opdoet, mee helpen bepalen. Maar ouders zullen ernaar streven het goede (vooral datgene waar ze invloed op hebben) te maximaliseren en het slechte (ook datgene wat buiten hun invloed ligt) zo beperkt als mogelijk te houden, en in elk geval het kind maximaal proberen te sterken tegen het onheil dat het kan overkomen.
Ouders die het kind enkel het goede (beloning) laten ervaren en volledig afschermen van het kwade riskeren een naïef, wereldvreemd , niet zelfredzaam en misschien zelfs verwaand, respectloos individu groot te brengen. Geen aan te raden opvoedkundige strategie.
Stel je vervolgens de ouders voor die hun kind het goede leren kennen maar het tegelijk met regelmaat of ahdoc , intentioneel aan het kwade , in alle haalbare gradaties, onderwerpen. Niet primair met de bedoeling van het te sterken tegen toekomstig onheil maar vooral met als doelstelling het afhankelijk te maken en te houden van het soelaas, de verlichting van het leed, het heil en de troost die enkel de ouders kunnen bieden.
Als je 'la condition humaine' verklaart met een god dan is imo dit laatste type ouders de meest accurate benadering van de dynamiek tussen de Abrahamistische god en zijn schepselen. Op mijn waardenschaal strookt een dergelijke opvoeding niet met termen als algoed of barmhartig. Dergelijke typen bedenk ik met andere adjectieven.
Trouwens, net zoals er niet zoiets is als dé gelovige is er ook niet dé atheïst. Zingeving kan bij beide extensief aanwezig zijn of mankeren. Ik heb geen problemen met lijden omdat het inherent onderdeel is van het leven. Dat is gewoon zo. Je probeert het te vermijden. En als het je dan toch overkomt dan ga je ermee om. Ik heb wel problemen met lijden dat vergoelijkend verklaard wordt met een onvalideerbare bron, bij wie als enige verlichting van het leed kan worden bedongen, en die daarvoor onverminderde verheerlijking en misplaatste dankbaarheid afdwingt. Waarmee tegelijk het lijden an sich verheerlijkt wordt. Ik kan het niet anders verwoorden als 'pervers'.