Hoofdstuk 8.
~Lamis
Vermoeid liep ik met Yassin naar de binnenlocatie. Ik voelde me uitgeput door al die emoties die er steeds door me heen ging. Yassin viel tot nu toe goed mee. Alleen vergemakkelijkte dat de situatie niet. Hoe dan ook, keek ik er op tegen om met hem samen te leven. Ik kende hem nauwelijks en wilde dat zo houden tot dat ik een reden zou vinden om hem te verlaten. Dat was dus mijn plan. Even doorbijten, vervolgens weggaan. Tegen dan zullen de roddels wel verminderd zijn en kunnen ze me thuis niks meer maken.
“Gaat het?” vroeg hij me. Ik knikte en bewonderde de locatie verder. Het was een prachtplaatje. Stiekem moest ik toegeven dat Zaynab een mooi locatie had uitgekozen. “Vindt je het mooi?” vroeg Radia. Ze was het andere zusje van Yassin. Haar gezicht stond veel vriendelijker dan Zaynab. “Ja, wondermooi.” zei ik. “Ik ben blij dat je tevreden bent.” zei ze attent. De locatie was heel vintage aangekleed. Het was hier best romantisch. De gigantische kandelaar viel me meteen op. Het was adembenemend om naar te zien. “Kom je?” vroeg de fotografe in dienst. Ik zag dat de groep al klaar stond voor familiefoto’s.
Eens iedereen de locatie had verlaten, was het ons beurt om te poseren. “Kijk maar diep in elkaars ogen.” zei de fotografe. Onwennig keek in zijn lichtbruine ogen waarvan ik moest blozen. Het was zo vreemd maar tegelijkertijd zo vertrouwelijk. “Heel mooi! Yassin, ga achter Lamis staan en houdt haar vast met je beide armen. Op haar buik vorm je een hartje.” gaf ze als volgende pose. Hij deed meteen wat ze vroeg en ging achter me staan. Heel zijn gestalte omarmde me. Zijn handen lagen nu op mijn buik, waardoor ik onbekende kriebels begon te voelen. “Perfect! Ga nu tegenover elkaar staan en probeer elkaars voorhoofden aan te raken. Yassin jij kijkt naar Lamis en Lamis jij kijkt naar beneden.” zei de fotografe. Eens mijn voorhoofd tegen het voorhoofd van Yassin steunde hoorde ik hem: “Je bent adembenemend mooi.” naar me toe fluisteren. Ik blokkeerde helemaal van houding en bleef gewoon naar beneden kijken. “Jullie zijn een super mooie koppel.” zei de fotografe die ondertussen foto’s maakte. En zo gingen we een heel uur door met nog meer onwennige poses.
Eens de fotografe de locatie verliet, liep ik kwaad naar buiten richting de auto. “Wat is er?” vroeg Yassin die me achter na liep. “Waar ben jij eigenlijk mee bezig?” vroeg ik hem boos. “Wat bedoel je?” vroeg hij verward. “Die complimenten en aanrakingen die je me tussendoor geeft. Laat dat maar achterwegen!” riep ik gefrustreerd naar hem. “Waarom? Je bent mijn vrouw.” zei hij uitdagend. “Dat ben ik niet. Ik ben met jou niet officieel op papieren getrouwd. Dus als ik morgen weg ben dan kan dat gewoon.” zei ik zonder na te denken. “Islamitisch gezien ben jij wel mijn vrouw. Ook al zijn we niet voor de Belgische wet getrouwd, ik neem je vanavond mee als mijn tweede echtgenote.” wreef hij er in. “Stik er in!” zei ik geïrriteerd. Zonder nog een woord te wisselen stapte ik in de auto en kroop achter het stuur. “Ik rijd!” zei ik zelfzeker. “Heb je wel ervaring met zulke wagens? De motor van deze wagen is straffer dan bij hedendaagse wagens” zei Yassin onzeker. “Who cares! Auto is auto. Stap je in of geraak je op een andere manier bij de zaal?” vroeg ik hem ongeduldig. “Veel keus heb ik niet.” zei hij twijfelend. Ik deed mijn sluier naar achter en vouwde mijn bruidjurk tot aan mijn knieën. Zonder aarzeling startte ik de prachtige wagen en reed richting de zaal.