1. #16
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    De volgende dag verscheen ze als een wandelend lijk op het werk. Donkere kringen omringden haar ogen en haar haren had ze vastgezet in een slordige staart. Ze had de afgelopen nacht niet geslapen en de vermoeidheid had duidelijk zijn tol geëist. Ze zag de koppen zich naar haar toe draaien, dit keer echter omdat ze er zo slonzig uitzag. Maar het kon haar momenteel totaal niet schelen. Ze wilde gewoon haar werk komen doen en weer naar huis gaan om vervolgens als een blok in slaap te vallen. Vermoeid liep ze de kantine binnen om een kop koffie te nemen en weer te verdwijnen in haar kantoortje. ‘’Goedemorgen, Mar! Kom je erbij zitten?’’ Het was Issam, aan tafel met Yasser, Giovanni en Anke. Na een beetje tegengewerkt te hebben, wisten ze haar toch over te halen om er bij te komen zitten. Met lood in de schoenen liep ze op het tafeltje af en nam plaats naast Anke, precies tegenover Yasser wat overigens geen goed plan was. Ze voelde zijn blikken haar doorboren en het feit dat zijn lange benen de hare raakte maakte het er niet beter op. Ze probeerde zijn hintjes te negeren en deed alsof ze druk bezig was met het volgen van het gesprek tussen Anke, Giovanni en Issam.

    ‘’Wat vind jij er nou eigenlijk van, Mar?’’ Niets vermoedend bleef ze voor zich uitstaren. Ze werd abrupt uit haar gedachten gehaald toen iemand zijn vingers voor haar gezicht knipte. ‘’Hallooo, aarde aan Maryam.’’ Ze haalde haar hand door haar haren en schonk Giovanni een glimlachje. ‘’Sorry, ik was er niet helemaal bij. Wat zeg je?’’ Hij grinnikte. ‘’Je hebt volgens mij niets van mijn verhaal meegekregen.’’ Met schuldige ogen keek ze naar hem op. ‘’Dat dacht ik al’’ grinnikte hij. Hij stond op en verliet toen de tafel. De rest volgde al snel. Opgelucht sloot ze haar ogen en zuchtte diep. ‘’Ik wist niet dat we je zo tot last waren, Maryam’’ Geschrokken keek ze naar hem op, Yasser. Hij was bij de tafel blijven staan. Hoe kon ze dat nou niet door hebben gehad? Ongelooflijk.

    Ze schudde haar hoofd. ‘’Nee, helemaal niet. Ik ben gewoon een beetje moe.’’ Nu was het zijn beurt om te zuchten. ‘’Ik zie het aan je. Heb je wel geslapen vannacht?’’ Het bleef even stil aan haar kant om vervolgens aarzelend met haar hoofd te schudden, nee. ‘’Dat dacht ik al. Mijn kantoor, kom.’’ ‘’Dat is echt niet nodig, Yasser. Echt niet.’’ Hij glimlachte en liep vervolgens aan. ‘’Ik zie je zo.’’ Ze beet op haar lip en liet haar hoofd in haar hand vallen. Er was geen ontkomen aan. Met tegenzin stond ze op en liep naar zijn kantoor. Ze klopte even op de deur en opende die toen om zijn kantoor binnen te lopen. Hij gebood haar te gaan zitten en dat deed ze ook. Ongemakkelijk keek ze om zich heen toen hij akelig stil bleef. Toen het haar te lang duurde besloot ze er wat van te zeggen. ‘’Ik moest komen?’’ Hij knikte. ‘’Waarom ben je dan zo stil?’’ Hij grinnikte. ‘’Omdat, mijn beste Maryam, jij degene bent die moet gaan praten. Niet ik.’’ Ze bleef hem even vragend aan. ‘’Over jouw verschijning? Over het feit dat je niet hebt geslapen? Het heeft vast wat te maken met waar je gisteren was.’’ Haar ogen stonden groot. Hij had de pijl recht in de roos geschoten. ‘’Aha, het heeft er dus echt wat mee te maken.’’ Hij stond op en liep om zijn bureau heen om voor haar neus plaats te nemen.

    ‘’Ik…Gister…Gister was gewoon intens…Ik w-‘’ Hij legde haar het zwijgen op door haar in zijn armen te nemen. Ze deed niet eens de moeite zich los te maken. In plaats daarvan borg ze zijn gezicht in zijn borstkas en liet zich door hem troosten, voor de zoveelste keer. Langzaam duwde hij haar een beetje van zich af. ‘’Je hoeft het niet perse te vertellen, Maryam. Dat weet je.’’ Ze schudde haar hoofd. Dat moest ze wel, ze was het hem verschuldigd. Daarnaast wilde ze niet weer diezelfde teleurstelling in zijn ogen zien als de vorige keer. Snikkend begon ze haar verhaal, pauzes nemend, tranen wegvegend om ze vervolgens weer op de vrije loop te laten gaan.

    ‘’Ongelooflijk.’’ Dat was het enige wat hij kon uitbrengen. Kwaad liep hij rondjes door zijn kantoor. Hoe kon iemand zo zijn, zo harteloos, zo emotieloos? Hoe kon iemand dit fragiele, kostbare pareltje willen krenken? Woest sloeg hij met zijn vuist op zijn bureau. Het maakte hem woedend dat ze zo werd behandeld, zo respectloos, zo oneerlijk. Ze had dit niet verdiend en juist van alle mensen op deze wereld moest zij dit meemaken. Machteloos keek hij op haar neer. Ze beet op haar lip, de tranen proberend terug te dringen wat haar overigens niet lukte.

    Uit het niets trok hij haar omhoog uit haar stoel. Hij duwde haar tegen de muur en ging strak tegen haar aan staan. Zo strak, dat hij al haar hebben en houden tegen zich aan voelde drukken wat niet goed was voor zijn bloeddruk. Hij kreeg het bloedheet van haar tegen hem aandrukkende rondingen en legde zijn lippen tegen de hare terwijl hij zei: ‘’Je bent een parel, vergeet dat niet Maryam.’’ Hij zou haar kussen. Hij zou haar zo intens en diep kussen dat ze zou vergeten wiens lucht ze nu eigenlijk inademde, tot ze sterretjes zou zien en tot ze moesten stoppen door een tekort aan adem. Teder streek hij met zijn lippen over de hare, vervolgens kuste hij haar vol overgave. Hun lippen schuurde langs elkaar terwijl hun tongen om elkaar heen dansten. De kus werd hoelanger, hoe heviger. Onrustig bewogen zijn handen over haar middel zo onder haar truitje naar haar blote rug. Beiden verkeerden zich in een trance en het leek onmogelijk eruit te komen. Niemand probeerde er uit te komen. Het voelde te goed, te intens. Zijn handen verplaatsten zich naar haar bh-sluiting. Op dat moment sloeg ze zijn armen weg en duwde hem van haar af. Dit mocht niet, kon niet en wilde ze niet.

    ‘’Maryam, ik..Het spijt me…Ik was gew-‘’ Zonder iets te zeggen fatsoeneerde ze haar kleren en wilde zijn kantoor uit lopen. Hij trok haar echter terug aan haar arm. ‘’Ik wil echt niets doen waar jij niet klaar voor bent. Het was gewoon het moment, het was zo intens. Ik kon mijn eigen verlangens niet meer bedwingen. Ik..Het spijt me, Maryam. Echt.’’ Ze knikte terwijl ze haar blik had gefixeerd op zijn greep, maakte zich los en verliet toen alsnog zijn kantoor. Ze liet haar hoofd tegen de deur vallen toen ze deze gesloten had. Ze uitte een zucht, sloot haar ogen voor een paar tellen en beende toen naar haar eigen kantoor.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  2. #17
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Woedend sloeg hij met zijn vuist op zijn bureau en liet zich vervolgens in zijn bureaustoel zakken. Hij voelde zich schuldig als de pest! Hij had zich nog zo voorgenomen het rustig aan te doen, haar te behandelen als een prinses, met respect. Maar hij had zijn eigen regels nu alweer verbroken. Hij had het alleen niet met opzet gedaan, wat het allemaal nog moeilijker maakte. Hij deed het gewoon niet bewust, het was het moment, zijn verlangens overmanden zijn gezond verstand. Gezond verstand? Hij had meer het gevoel dat daar geen eens meer sprake van was als zij in de buurt was. Ze beroofde hem van z'n verstand en stal ook nog zijn hart. Ongelooflijk.

    Hij probeerde het van zich af te schudden, zichzelf er van te overtuigen dat het wel goed zou komen, dat ze het zouden vergeten en weer verder konden met wat hun band ook maar inhield. Het lukte hem echter niet zich er voor af te sluiten. Steeds opnieuw dwaalden zijn gedachten zich naar haar af. Hij hoopte vurig dat ze hem nu niet zou buitensluiten, vermijden om herhaling van zijn actie te voorkomen. De kans was groot dat ze het zou proberen, maar hij zwoer op alles wat hem lief was dat dat niet zou gebeuren. Maryam el Idrissi zou de mogelijkheid niet vinden hem te vermijden. Hij zou overal en nergens opduiken, gesprekken met haar aankopen, haar laten vallen voor zijn verschijning zoals zij dat ook had gedaan.

    Een grijns vormde zich om zijn lippen toen hij aan hun kus van net dacht. Als hij eerlijk moest zijn had hij niet eens spijt van zijn actie, alleen van de timing. Hij had er mee moeten wachten, hij had haar de tijd moeten geven. Aan de andere kant was hij in de zevende hemel door precies diezelfde actie. Haar voluptueuze lippen zorgden namelijk voor een buitenaards genot, haar goudbruine huid voelde immens zacht en goed onder zijn handen en haar zijdezachte haarmassa maakte het helemaal af. De dame was een plaatje. Dan had je nog die ongelooflijk sterke aantrekkingskracht... Zodra ze even alleen waren leken de muren al op hen af te komen, de spanning steeg acuut en ook de temperatuur leek zich te verhogen.

    Hij besefte dat hij dus voorzichtiger moest zijn, zulke momenten leidden tot niet veel goeds. Hij maakte de regel voor zichzelf haar niet meer aan te raken, haar niet meer te kussen totdat de tijd rijp was. Hij wist dat het alles behalve makkelijk zou worden, hij werd namelijk gek van haar. Zelfs nu ze er niet was verlangde hij naar haar zoete lippen, laat staan als ze er wel is. In zijn hoofd scheurt hij haar de kleren van het lijf en verslind haar levend, maar ook hij weet dat het bij een fantasie zal moeten blijven. Voorlopig althans, hij was er namelijk van overtuigd dat ze de zijne zou worden, op alle vlakken. Maryam el Idrissi zou zijn wederhelft, zijn soulmate en zijn echtgenote worden. Nooit eerder was hij zo zeker geweest van iets als dit. En hij zou er werk van maken, dat beloofde hij zichzelf. Nu hij de vrouw had gevonden die hem tot waanzin kon drijven zou hij niet treuzelen, geen tijd verdoen, maar meteen actie ondernemen. Subtiel maar effectief.

    Abrupt werden zijn gedachten onderbroken door een luid geklop. ''Binnen'' luidde zijn stem. ''Yasser, lieverd! Wat lang geleden!'' Zijn ogen sperden zich wijd open toen hij de dame in kwestie voor zich zag. ''Souheyla? Wat doe jij hier?'' Verontwaardigd en ietwat beledigd plaatste ze haar handen in haar zij. ''Is dat hoe je een oude vriendin begroet?'' Hij lachte gemaakt. Hij had absoluut geen behoefte aan haar aanwezigheid. Langzaam stond hij op en wilde haar de hand schudde toen ze haar armen om hem heen sloeg. Ongemakkelijk verbrak hij de omhelzing en ging terug aan zijn bureau zitten. ''Kan ik wat voor je betekenen, Souheyla?'' Ze zette haar puppyoogjes op en pruilde haar lip een beetje. ''Ik heb je gewoon gemist, beertje!'' In gedachten rolde hij met zijn ogen. ''Heb je mij niet gemist?'' Hij besloot geheel naar de waarheid te antwoorden, ''Ik heb eigenlijk niet aan je gedacht. Ik ben verder gegaan met mijn leven. Net zoals jij dat moet doen trouwens.''

    Het was duidelijk dat dat niet het antwoord was waar ze op wachtte, maar hij zou er geen doekjes omwinden. Hij vond haar als gewone vriendin wel door de beugel kunnen, maar meer zat er echt niet in, niet meer althans. ''Nou, ik wilde je vertellen dat ik in het gebouw hier naast werk. We gaan elkaar dus weer vaker zien.'' Ze wierp hem een veelbetekenende blik die hij onbeantwoord liet. Hij knikte. ''Het spijt me Souheyla, maar je komt nogal ongelegen. Ik was juist bezig met wat papierwerk dus...'' Ze knikte. Traag stond ze op en verleidelijk boog ze zich over zijn bureau. Zwoel kwam ze dichterbij met haar gezicht en fluisterde toen in zijn oor: ''Fijn je weer eens te zien. Tot snel Yasser.'' Zo sensueel als maar mogelijk liep ze overdreven heupwiegend zijn kantoor uit.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  3. #18
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Souheyla's perspectief.

    Met een niet weg te slane glimlach liep ze door de gangen van zijn bedrijf. Ze waren twee jaar verder en er was niets veranderd. Yasser was nog steeds onweerstaanbaar knap en het belangrijkste: Hij had nog steeds bakken met geld en een goedlopend bedrijf. Even begreep ze niet waarom ze vreemd was gegaan die tijd. Deze man had het allemaal, ze kreeg alles van hem en als ze niet had gedaan wat ze gedaan had zou hij nu nog steeds een wandelende bank zijn voor haar. Dat was namelijk het enige wat ze van hem nodig had, zijn geld. Gevoelens konden haar geen bal schelen. Die zouden toch weer vervagen of gekwetst raken. Geld daarentegen...Daar kon je tenminste wat mee. Geld was dus ook genoeg om haar warm te krijgen.

    Zijn reactie baarde haar echter zorgen. Hij leek niet al te blij te zijn haar te zien. Ze had verwacht dat hij haar in de armen zou vallen en haar zou zeggen dat hij haar had gemist. Misschien dat er een andere vrouw in het spel was? Ze grijnsde. Als dat zo is kan de dame beter haar biezen pakken en vertrekken, want Souheyla was er weer. Ze wist van zichzelf dat ze de mannen om haar vinger kon winden, alle mannen. Yasser zou dus geen probleem moeten zijn. Toch hield ze zich liever voor dat hij het gewoon druk had en daarnaast zo verbaasd was dat hij niet wist hoe hij moest reageren. Wat het ook was, hij zou weer van haar worden. Ze zou hem weer veroveren zoals ze eerder had gedaan.

    ''Souheyla? Ben jij het echt?'' Geirriteerd en ietwat geschrokken keek ze op in het gezicht van Issam. Ze schonk hem echter een geforceerde glimlach, terwijl hij geen moeite leek te doen om de minachting in zijn blik te verbergen. ''De enige echte, Issam.'' Hij zuchtte. ''Wat moet je nu weer van Yasser? Hij heeft geen interesse in je. Laat dat duidelijk zijn.'' Quasi beledigd keek ze hem aan. ''Gelukkig voor mij, kun jij er nooit zeker van zijn.'' Een cynisch lachje verliet zijn mond. ''Nou, mijn beste Souheyla, onze Yasser is al verliefd. Op een ander wel te verstaan.'' Even leek haar wereld in te storten. Nee, dat mocht niet. Yasser mocht geen ander hebben. Het mocht gewoon niet! ''Oh ja joh? En wie mag die dame dan wel wezen?'' Hij grinnikte. ''Ze is tien malen beter dan jij bent. Ze werkt hier overigens, dus ze zien elkaar iedere dag wat het alleen maar versterkt.'' Truttig bekeek ze hem om vervolgens het gebouw met grote passen te verlaten.

    ''Onze Yasser is al verliefd. Op een ander wel te verstaan.'' De zin bleef zich maar herhalen in haar hoofd. Dit kon ze niet laten gebeuren. Ze moest en zou hem voor zich winnen. Ze was blut aan het raken, maar een echte baan zag ze niet zitten. Met opzet had ze gelogen dat ze in het gebouw naast hem werkte. Zo zou hij haar er minder snel van verdenken weer op zijn geld uit te zijn. In zijn ogen zou ze een nette, hardwerkende dame lijken. Dat zou eigenlijk al een hoop moeite kosten aangezien zij alles behalve was. Nu moest ze er ook nog eens rekening mee houden dat de domme hond gevoelens had voor een ander. Ze hield zich voor dat de dame in kwestie niets voorstelde. Voor de zekerheid zou ze morgen nog eens langskomen. De vrouwelijke collega's even analyseren. Ze kende zijn smaak dus mocht ze haar tegenkomen zou ze het meteen weten. Wie het ook was, ze zou geen partij zijn voor haar. Ze was echter wel benieuwd hoe diep hij was gezonken na haar. Vastberaden haar uit te schakelen stapte ze haar auto in.

    Pas maar op dame. Voor je het weet is je man de mijne...
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  4. #19
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Kritisch bekeek ze zichzelf in de spiegel. Ze zag er goed uit moest ze zeggen. Haar krullen had ze speels los laten hangen, haar ogen had ze omrand met een blauw potloodje en haar lippen had ze in een simpele licht roze kleur gestift. Ze wist niet waar de plotselinge behoefte vandaan kwam er goed uit te zien. Maar die was er nu eenmaal en ze zou er gehoor aangeven ook. Ze wilde natuurlijk niet dat hij dacht dat ze er door gisteren slonzig uit zou zien, dat hij zoveel impact op haar had. Ze blokte deze gedachtes en stapte vol hernieuwde zelfvertrouwen de auto in, zo scheurde ze de weg op.

    Eenmaal op werk aangekomen voelde ze de blikken branden in haar rug. Ze kon niet ontkennen dat het haar een boost gaf. Iedere vrouw kon een complimentje of een openvallende mond hier en daar wel gebruiken. Voldaan liep ze de kantine binnen, nam een bakje koffie en ging aan een lege tafel zitten. Even sloot ze haar ogen om van het moment te genieten. Ze voelde zich immens gelukkig, ze had haar moeder gisteren aan de lijn gehad en het deed haar zichtbaar goed. Wat de liefde van een moeder wel niet kan doen met je, bedacht ze zich.

    ''Hoi, vind je het erg als ik hier kom zitten?'' Haar gedachten werden onderbroken door een irritante doch vriendelijke stem. Maryam keek op in het gezicht van een tot nu toe nog onbekende dame. Ze moest wel toegeven dat ze adembenemend was. Lang gitzwart haar, grote donkerbruine ogen en parelwitte tanden. Na een kort knikje te hebben gekregen nam ze tegenover haar plaats. ''Souheyla is de naam.'' ''Maryam, aangenaam.'' Beide dames schudden elkaars handen. De een oprecht en hartelijk, de ander jaloers en vol woede.

    Yasser's perspectief.

    Vastberaden Maryams vertrouwen terug te winnen liep hij de kantine binnen, hopend dat zij daar zou zitten. En inderdaad, ze zat er, zoals gewoonlijk met een bakje koffie. ''Een hele goedemorgen, zonneschijn!'' Hij stak zijn hand naar haar op en wilde op haar aflopen toen ze hem een ongemakkelijke glimlach schonk. Hij hield zijn pas echter in toen hij de vrouw tegenover haar zag zitten. Souheyla. Hij kon alleen haar achterkant zien, maar het was genoeg om te weten dat zij het was. Haar gitzwarte haren waren namelijk haar brandmerk geweest. Al vanaf dag 1. Wat deed zij hier? Hij hoopte vurig dat ze Maryam niets had verteld over hun verleden. Het zou het allemaal nog ingewikkelder maken dan het al was.

    Verbaasd volgde hij Souheyla's stappen toen ze op hem af kwam gelopen. Voor hij het wist drukte ze haar lippen op de zijne. Gedesoriënteerd en versteend bleef hij staan, hij deed niets, hij kon niets. Toen ze hem eindelijk los liet, besefte hij dat Maryam natuurlijk alles had gezien. Zijn blik schoot naar de plek waar zij had gezeten, maar de stoel was leeg. Geen teken van leven te bekennen. Woedend draaide hij zich weer naar Souheyla. ''Waar denk je wel niet mee bezig te zijn?!'' Quasi beledigd en onschuldig keek ze naar hem op. ''Ik wi-'' Hij liet haar niet eens uitlopen en rende de gang op, opzoek naar Maryam. Hij moest dit rechtzetten. Hij moest haar duidelijk maken dat hij dit niet gewild had, dat Souheyla niets voor hem betekende.

    Hij trof haar uiteindelijk aan in haar kantoor. Hij had gedacht dat ze allang naar huis zou zijn gereden om hem de rest van de dag niet meer te hoeven zien. Hij zou het volkomen begrepen hebben ook, hij zou haar zelfs groot gelijk geven. Hij zag hoe ze haar best deed haar tranen binnen te houden, wat haar overigens aardig lukte, om vervolgens haar haren te fatsoeneren en weer aan het werk te gaan. Alsof er niets gebeurd was, alsof ze niet gekwetst was. Hij wist echter wel beter.
    Aarzelend stapte hij haar kantoor binnen en bleef toen even voor haar bureau staan. ''Kan ik u helpen?'' Ze probeerde zich groot te houden, maar hij hoorde de trilling echter in haar stem. ''Maryam, ik kan het uitleggen. Echt waar!'' Ze keek hem aan alsof hij zojuist in het Chinees had gesproken. ''Ik weet dat je het gezien hebt! Kom op!'' Met diezelfde blik bleef ze hem aankijken. ''Wat gezien? Ik heb geen idee waar je het over hebt.'' Ze probeerde zich koel op te stellen en verder te gaan op haar laptop, maar beiden wisten dat ze zich helemaal niet kon concentreren op haar beeldscherm. ''Ik weet dat je mij en Souheyla hebt zien kussen, Mar!'' Niet begrijpend rukte ze haar blik van de laptop en bleef hem aankijken om vervolgens haar schouders op te halen. ''En dus?''

    Zijn mond viel open van ongeloof. ''Het is echt niet de tijd voor spelletjes nu.'' Uit het niets proestte ze het uit van het lachen. ''Ga jij me nu echt vertellen wanneer het tijd is voor spelletjes? Jij? Degene die al vanaf het begin een vuil spelletje blijkt te spelen?'' Vol minachting bekeek ze hem van top tot teen. ''Ik walg van mannen als jij, Marouani. Ik ben blij dat wat wij hadden louter te maken had met lichamelijke aantrekkingskracht.'' Autch. Die kwam hard aan. Hij hoopte vurig dat ze dit niet meende, dat dit een façade was, een leugen uit woede. ''Ik heb nooit een spel met je gespeeld, Maryam. Daar ben jij veel te kostbaar voor. Geloof me nou, ik wil niets van die Souheyla.'' Een cynisch lachje verliet haar mond. ''Luister eens meneer Marouani, het kan mij geen bal schelen met wie u wel of niet aanpapt maar houd mij er alstublieft buiten.'' Het was hem niet ontgaan dat ze hem weer meneer noemde. Daarmee wilde ze duidelijk maken dat ze vanaf nu af aan strikt formeel wilde zijn en dat ze niets meer met hem te maken wilde hebben. Hij was nu simpelweg de werkgever en zij de werknemer.

    ''Gooi niet weg wat we hadden, Maryam. Onderdruk je gevoelens niet, laat ze op de vrije loop. Alsjeblieft, ik wil het je alleen maar uitle-'' Ze hief haar hand op. ''Beste meneer Marouani, als er al iets tussen ons speelde dan bent u degene die het heeft weggegooid. U denkt namelijk dat u alles bent, alles kunt maken en alles kunt krijgen. NEWSFLASH Marouani: Zo werkt het niet in het leven. Je kunt niet alles maken, je kunt er niet voor zorgen dat iedereen je alsmaar vergeeft en dat iedereen alsmaar naar uw pijpen danst. Leer er maar mee leven dat u soms 'nee' moet horen!'' Hij opende zijn mond en sloot deze toen. Hij liep op haar af en plaatste zijn hand op haar wang. ''Soms moet je inderdaad 'nee' horen, maar op dit gebied laat ik het er absoluut niet bij. Niet bij jou, Maryam. Ik zal je laten zien dat ik niets van haar wil, dat ik alleen jou voor ogen heb, jou en jou alleen.'' Abrupt liet hij zijn hand zakken en verliet toen met ferme stappen haar kantoortje.

    Hou je vast, Maryam, het ritje is pas begonnen. De arme man is zijn gezond verstand aan jou verloren en hij zal niet rusten tot hij krijgt wat hij wil. Een Marouani krijgt immers altijd wat zijn hartje begeert...
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  5. #20
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Ze liet haar hoofd in haar handen vallen toen ze deur in het slot hoorde vallen. Ze kon nu eindelijk de muur laten afbrokkelen die ze om zich heen had gebouwd. De waarheid was namelijk dat ze zich beroerd voelde, ze voelde zich belabberd en zat vol met woede. Woede jegens Yasser, jegens Souheyla maar vooral jegens haarzelf. Ze had zich na de relatie met Sayfeddine beloofd zich nooit meer te laten bespelen door iemand, echt nooit. Nu had ze het echter weer laten gebeuren. Ze moest toegeven dat hij het spelletje goed speelde, doen alsof hij echt meer voelde dan een lichamelijke aantrekkingskracht, doen alsof zijn gevoelens veel dieper gingen. Een walgelijk spelletje was het.

    Ze voelde zich vies toen ze zich bedacht dat hij haar gewoon had mogen aanraken, mogen kussen, mogen aankijken op die manier. Ze was gewoon gebruikt. Ergens had ze het kunnen weten. Ze had kunnen weten dat de grote, succesvolle Yasser el Marouani niets in de simpele, doorsnee Maryam el Idrissi zou zien. Want zeg nu zelf, wat had ze hem eigenlijk te bieden? Juist ja, helemaal niets. Een brok liet zich in haar keel vormen die ze vervolgens wegslikte. Zuchtend haalde ze haar handen door haar haren toen ze een zacht geklop hoorde. ‘’Binnen.’’ In gedachten slaakte ze een kreet van irritatie. Zij was wel de laatste die ze nu wilde zien. Ze liet haar echter niet merken dat het haar wat deed, dat ze er gebroken door was.

    Traag sloot Souheyla de deur achter haar en nam vervolgens plaats op de stoel tegenover Maryam die een glimlach forceerde. ‘’Uhm..Ik…Ik weet niet waar te beginnen, Maryam.’’ Maryam was zich geheel bewust van het feit dat het weer over Yasser en haar ging en dat kon ze nu echt niet hebben. ‘’Souheyla, zeg gewoon wat er op je hart ligt. ’’ Nerveus friemelde Souheyla aan haar nagels. ‘’Ik heb gehoord dat je een zwak hebt voor Yasser…Het spijt me dus dat ik hem zo uitbundig groette voor jouw neus.’’ Alert nam Maryam haar in zich op. Dit sloeg nergens op. Ze geloofde er niets van dat dit was waarvoor ze terug was gekomen. Ze had meer het gevoel dat ze het kwam inpeperen. De medelijden was namelijk ver te zoeken in haar stem, het neigde eerder naar sadisme.

    ‘’Moet je horen Souheyla, ik heb niets te maken met Yasser buiten het feit dat hij mijn werkgever is. Hij doet maar wat hij niet laten kan.’’ Ze zag hoe een diepe frons zich vormde in haar voorhoofd. Langzaam schoof ze twee plukjes haar achter haar oor. ‘’Hmm, is dat zo? Maryam, ik ben niet achterlijk mocht je dat denken. Ik zal het je nu maar even duidelijk maken, Yasser en ik wij horen bij elkaar. En we weten beide dat wat bij elkaar hoort, bij elkaar zal komen. Dus je kunt maar beter zoveel en zo ver mogelijk bij hem uit de buurt blijven.’’ Een glimlach vormde zich om Maryams lippen. Dacht deze dame nu echt dat ze haar kon intimideren? Bij lange na niet. ‘’En wat als ik dat nou niet wil?’’ Ze was er op uit Souheyla uit te dagen, puur en alleen om te peilen hoever zij zou willen gaan. ‘’Geloof me Maryam, ik ben bereid al mijn grenzen te verleggen als het moet. Dus wees gewaarsch-‘’

    ‘’Hey Mar, ik had een vr….Souheyla?’’ Net op dat ene cruciale moment kwam Issam binnengelopen. ‘’Souheyla wat doe jij hier nog? Had ik je niet verteld hier weg te blijven?!’’ Woede en irritatie waren in zijn stem te horen. ‘’Souheyla was net van plan te vertrekken, nietwaar?’’ De spanning steeg duidelijk toen de twee dames elkaar in de ogen keken. Het was alsof de oorlog zojuist was verklaard. Beide dames keken elkaar strijdlustig aan, allebei met een ander doel. De één wilde de man voor zich winnen en de ander wilde zichzelf bewijzen door de strijd aan te gaan. Beide waren niet van plan terug te deinsen, beide wilden hun trots niet krenken.
    Snel liep Souheyla het kantoor uit en zo ook het gebouw zodat alleen Issam en Maryam achterbleven. ‘’Wat moest zij hier?’’ Maryam grinnikte even. ‘’Ze kwam even peilen of Yasser en ik wat met elkaar hadden.’’ Een ondeugende grijns vormde zich om Issams lippen. ‘’En? Wat wist je haar te vertellen?’’ Maryam haalde haar schouders op. ‘’Ik wist haar gerust te stellen door te zeggen dat er tussen mij en hem niets speelt.’’ ‘’Hmm, weet je dat wel zeker Maryam?’’ Geïrriteerd trok ze haar wenkbrauw op. ‘’Wat probeer je nu te zeggen?’’ ‘’Dat je je niet zo zwart wit moet opstellen, dat je misschien je ogen moet openen.’’ Ze zuchtte diep. ‘’Hallo zeg, dat heb ik juist gedaan! En meteen toen ik dat deed zag ik hem voor mij, kussend met Souheyla. Wat verwacht je van me? Wat verwachten jullie allemaal van me?! Dat ik daar wel mijn ogen voor sluit?! Dat ik mij ga laten gebruiken?! Ik dacht het toch even niet! Dat kan ik niet toelaten, niet weer Issam. Niet weer.’’

    Zonder dat ze het door had waren haar ogen volgelopen. Niet perse door deze situatie, maar door alle emoties bij elkaar. Ze voelde zich opgesloten, opgesloten in haar eigen gedachtes. Vreselijk was het. Zoveel voelen, maar zo weinig kunnen uiten. Ze haatte dit soort momenten, vooral als het in het bijzijn was van andere mensen. Ze deed zich namelijk sterk voor voor de buitenwereld, maar vanbinnen was ze zo mak als een lammetje. Dat betreurde ze.

    Issam sloeg broederlijk zijn armen om haar heen. Hij had werkelijk met haar te doen. Ze zocht naar een uitweg, een uitweg voor haar opgekropte frustraties. Maar zoals het er nu uitzag was ze ver van ontsnappen. Hij moest toegeven dat ze ondanks alles toch sterk in haar schoenen stond. Dat ze dan zo nu en dan een breakdown had was dan ook meer dan logisch. Ze deed alles alleen. Ze had niemand meer. Zoiets had hij althans opgevangen van Yasser toen hij zich laatst versproken had. Hij betreurde het dat de beste, mooiste harten zo werden beproefd in deze wereld, dat zij dit allemaal over zich heen kregen.

    ‘’Maryam, ik wilde nog ev-‘’ Snel maakte Issam zich los van de omhelzing en keek geschrokken in Yassers gezicht. Intens bekeek hij haar van top tot teen terwijl zij zich aan het fatsoeneren was. Een diepe frons vormde zich in zijn voorhoofd. Issam herkende dit gezicht. Hij wist wat zijn grote broer dacht en het was alles behalve positief. De situatie leek alleen maar ingewikkelder te worden. Alles werd kris kras met elkaar verbonden. De verkeerde mensen werden verdacht van de verkeerde fouten. Vurig hoopte Issam dat hij het mis had, dat Yasser helemaal niet dacht wat hij nu wel degelijk dacht.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  6. #21
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    ‘’Zo, dus je doet het wel goed bij de Marouani’s hè.’’ Woede en walging was in zijn stem te horen. Minachtend bekeek hij haar weer eens van top tot teen. Zijn blik zorgde voor kippenvel en al snel liep haar hoofd rood aan. Ze wist waar hij op doelde, het was overduidelijk wat hij dacht. Nu was het haar beurt hem minachtend te bekijken. ‘’Pardon?’’ Woedend en met ferme stappen liep ze op hem af tot ze voor zijn neus stond. ‘’Ik ben er niet van gediend dat je me zo aankijkt en die debiele nuances van je kun je al helemaal achterwege laten.’’

    ‘’Niks nuances, het is heel erg duidelijk waar jullie mee bezig waren. Je eet van twee walletjes, Maryam. En dat is iets waar ìk niet van ben gediend.’’ Zijn stem klonk scherp en leek door haar oren te snijden. ‘’Yasser, zo zit het echt niet! Doe even rustig en hoor haar even aan.’’ Issam kwam tussen beide partijen in te staan. ‘’Issam, vertrek. Ik handel het later met jou af.’’ ‘’Dit kun je niet menen. Kom op ma-‘’ Yasser draaide kwartslag en wees naar de deur. ‘’Eruit zei ik. Dit moet ik alleen met de dame regelen.’’ Schuldig keek hij op naar Maryam, alsof hij haar met zijn ogen duidelijk maakte dat hij best wilde blijven als ze dat liever had. Ze knikte echter kort naar hem en schonk hem een miezerig lachje.

    Toen de deur in het slot viel, richtte ze zich weer op de brede gestalte voor haar. ‘’Kom maar op.’’ Niet begrijpend keek ze hem aan. Wat bedoelde hij hier nu mee? Ze had hem niets te zeggen. ‘’Kom op zei ik. Ik wil weten wat dat moest voorstellen.’’ Haar mond viel zowat open bij zijn bloedserieuze blik. Het lef. Het lef van deze onmogelijke vent, ongelooflijk was het. ‘’Denk je nu echt dat ik jou ook maar iets ga vertellen. Je zult me allereerst niet geloven en ten tweede hebben wij op privégebied niets met elkaar te maken. Dus dit zijn ook jouw zaken niet.’’ Net toen ze zich omdraaide en naar haar bureau wilde lopen trok hij haar aan haar arm terug. Ze stonden nu dicht tegen elkaar aan. Voor de zoveelste keer was de spanning om te snijden. ‘’Zie, daar vergis je je nu in. Alles wat betrekking heeft tot jou gaat mij namelijk aan.’’ Zijn stem klonk schor en zijn blik stond teder.

    Even leek ze zichzelf te verliezen in zijn grote donkerbruine ogen. Ze liet zich meevoeren met de intensiteit ervan, heel even. Hij kwam dichterbij en zij liet hem begaan, zij liet hem haar weer benaderen. ‘’Yasser en ik, wij horen bij elkaar.’’ Abrupt verbrak ze het moment toen ze Souheyla deze zin voor de zoveelste keer hoorde zeggen in haar hoofd. Ze duwde hem hardhandig van haar af. ‘’Wie eet hier nu van twee walletjes?! Walgelijk ben je, Yasser. Echt waar!’’ Haar stem klonk schel door de emoties die ze erin had gelegd. Ze sloot haar ogen en ademde diep in en uit. Ze moest even tot rust komen. Deze bedrieglijke man zou haar niet klein krijgen. Het zou hem in geen geval lukken.

    ‘’Souheyla? Is dat waar je nog steeds mee zit? Is dat de reden dat je je in Issams armen wierp? Om mij jaloers te maken, om mij terug te pakken?’’ Haar ogen sperden zich wijd open. Ze was geschokt door deze woorden. Dacht hij nu echt dat ze zo ontspoord was? ‘’Je bent niet goed wijs! Dat wat Issam en ik delen is louter vriendschappelijk!’’ Nog steeds stond de verbazing van haar gezicht te lezen. Bedenkelijk keek hij op haar neer. Misschien had ze toch gelijk, misschien sprak ze toch de waarheid. Issam wist overigens dat hij zijn oog op Maryam had laten vallen dus hij zou het niet eens durven proberen bij haar. Hij fronste zijn voorhoofd.

    ‘’Oké, misschien moest ik niet zo snel mijn conclusies trekken.’’ ‘’En? Was dat het?’’ Verontwaardigd keek ze naar hem op toen hij haar niet begrijpend aan keek. ‘’Hoe bedoel je?’’ Geïrriteerd sloeg ze haar armen over elkaar. ‘’Ga je je niet verontschuldigen voor het feit dat je mij al die tijd hebt gebruikt? Voor het feit dat je deed alsof ik iets voor je betekende?’’ Zuchtend haalde hij zijn hand door zijn haren. ‘’Dat is niet waar. Je weet dat het niet waar is.’’ Ze trok haar wenkbrauw op. ‘’Oh, je noemt het vast anders. Ik was een scharreltje. Dat is het toch? Nou wat een opluchting zeg! Nu valt het me nog mee ook!’’ Haar stem sloeg over wat er op duidde dat ze ieder moment zou gloeien van woede. Ze was een vulkaan die op uitbarsten stond. Alert bekeek hij haar handelingen en getier. Ze ratelde maar door over hoe gebruikt ze zich voelde, hoe goedkoop ze zich voelde. Ze wist echter niet wat ze voor hem betekende, ze wist niet dat ze hem gek maakte, dat ze hem tot waanzin dreef in een fractie van een seconde.

    Toen ze het even niet meer aankon liet ze zich in haar bureaustoel vallen. Ze boog haar hoofd en liet haar haren voor haar gezicht vallen zodat hij er geen zich meer op had. Hij wist dat ze huilde. Hij kon het merken aan de manier waarop haar schouders schokte. Ze hield zich echter groot. Er kwam geen gejammer noch geluid over haar lippen. Zijn hart brak echter in stukken. Hij wilde haar niet zo zien, nooit niet. Al helemaal niet als het door zijn toedoen. Hij moest dit op de een of andere manier recht zien te zetten. Hoe wist hij echter nog niet aangezien ze niet wilde luisteren. Maar hij zou ervoor zorgen dat ze hem weer kon vertrouwen. Die belofte maakte hij nu met zichzelf.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  7. #22
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Aarzelend kwam hij dichterbij, heel voorzichtig. Hij wist dat hij iedere stap die hij nam eerst zorgvuldig uit moest werken voor hij die ook daadwerkelijk maakte. Ze had namelijk al zoveel meegemaakt, zijn drama kon ze er nu echt niet bij hebben. Hij kreeg het gevoel dat hij slechts het topje van de ijsberg had gezien, haar ijsberg. Haar handelingen, haar woorden, haar gedachtes, die gingen allemaal veel verder dan ze wilde laten blijken.

    ''Maryam, hoor me even aan. Ik smeek het je. Als je na mijn verhaal nog steeds niets met me te maken wilt hebben dan zal ik je echt met rust laten! Dat beloof ik je, maar geef me alsjeblieft de kans!'' Langzaam bewoog ze haar gezichtje omhoog. Haar mascara was een beetje uitgelopen en haar ogen stonden verdrietig. Hij slikte een brok weg. Gealarmeerd sloeg ze zijn hand van haar af toen hij haar betraande gezicht wilde vastpakken. Het deed hem meer dan verwacht dat ze zo op haar hoede voor hem was.

    ''Ik zal maar bij het begin beginnen...Souheyla dat is mijn ex, een schim uit het verleden. Dat was ze tot voor kort althans. Ze verscheen toen dus opeens op het werk en zo maakten we een babbeltje. Geheel zonder bijbedoelingen, puur en onschuldig was het voor mij. Ik had het alleen druk en stuurde haar toen min of meer weg waarna ze me op het hart drukte dat ze terug zou komen.'' Hij haalde diep adem toen hij haar nog steeds bedroefde gezichtje zag. Hij hoopte vurig dat ze hem zou geloven. ''En ze kwam ook. Dat was dus de dag in de kantine. Ik wist dat jij in de ochtend altijd de kantine opzocht om even goed wakker te worden en dus liep ik daar heen. Ik schrok me dood toen ik zag dat je met Souheyla aan tafel zat. Ik besloot echter te doen alsof er geen vuiltje aan de lucht hing en uit het niets stond ze op en kuste ze me...''

    Hij wachtte haar reactie hoopvol af, maar er gebeurde niets. Ze gaf geen kik. ''Maryam..Zeg iets, alsjeblieft.'' Een cynisch lachje verliet haar mond. Angst bekroop hem. Ze geloofde hem niet. ''Denk je nu echt dat ik zo achterlijk ben? Dat ik denk dat ze je uit het niets kuste? Dat je haar daar geen aanleiding voor hebt gegeven?'' Hij voelde zijn hart even verzakken. Hij had haar zojuist precies verteld wat er gebeurde, maar ze geloofde er niets van. Ze beschuldigde hem van liegen terwijl hij niets anders dan de waarheid sprak.
    ''Souheyla stond hier vandaag voor me.'' Gealarmeerd ging hij rechtop zitten. ''Wat had die bedriegster te zeggen?!'' Ze lachte kort. ''Jij bent hier de bedrieger Yasser. Ze heeft me trouwens niks nieuws of verassends verteld.'' Niet begrijpend trok hij zijn wenkbrauw op. Nieuwsgierigheid vrat aan hem. ''Dat jullie een nogal ingewikkelde relatie hebben. Aan, uit, aan, uit. Dat jullie echter altijd weer bij elkaar komen. 'Wat hoort bij elkaar, komt bij elkaar' zoals zij dat zo mooi verwoorde.'' Hij schudde ongelovig zijn hoofd. ''Maryam de dame is ziek in haar hoofd. Ik meen het. Ik heb haar al zo'n twee jaar niet meer gezien!'' Ze zuchtte diep. ''Ik weet het niet meer, Yasser. Ik ben in de war en weet niet wat te geloven.'' ''Mij! Natuurlijk moet je mij geloven, Maryam. Ik spreek de waarheid. Ik meen het echt!''

    Ze schudde haar hoofd. ''Ze was veel te vastberaden dat ze je terug zou winnen. Ik wil mezelf niet in de positie plaatsen dat ik om een man moet vechten. Al helemaal niet om een man waarvan ik niet weet wat ik voor hem beteken. Oh nee correctie: Waarvan ik niet weet of ik überhaupt iets voor hem beteken.'' Zijn ogen stonden vol ongeloof. Had ze dit nu echt gezegd? Hij had het toch duidelijk genoeg gemaakt dat ze wel degelijk iets voor hem betekende? Hij had zijn ziel bijna blootgesteld in de kussen die ze deelden. Hij kuste haar met zoveel passie en affectie dat het voor hem vanzelfsprekend was dat ze wist dat ze een belangrijke plek had ingenomen in zijn leven.

    ''Laten we het gewoon houden op de werkgever-werknemerrelatie. Dat is veel makkelijker voor beide partijen.'' Hij schudde zijn hoofd. ''Ik ga mijn gevoelens niet onder banken of stoelen steken, Maryam. Ik kan het en wil het niet doen.'' Ze zuchtte. ''Werk aan je relatie met Souheyla. Het is overduidelijk dat ze om je geeft. Ik ben niet geschikt voor dit soort dingen. Echt niet.'' Zonder nog iets te zeggen verliet ze haar kantoortje, een verwarde, gekwetste Yasser achterlatend.

    Hij bleef na haar vertrek nog even zitten. Hij haalde zuchtend zijn handen door zijn haren. Hij had het gevoel dat hij haar kwijt was, zonder haar ook maar ooit echt gehad te hebben. Hij begreep niet hoe ze zo makkelijk kon opgeven. Ze gaf de strijd op voor ze er echt aan begonnen was. Ze had óf geen gevoelens voor hem óf ze wilde het risico om haar hart weer gebroken terug te krijgen niet nemen. Hij gokte dat het meer het laatste was. Hij kon namelijk de passie voelen waarmee ze hem terugkuste. Ook het feit dat ze wel eens bloosde als hij in de buurt was wees er op dat ze wel degelijk gevoelens voor hem koesterde. Misschien moest ze er zelf nog achterkomen, misschien onderdrukte ze het gewoon.

    Vastberaden om haar te laten zien dat hij haar wilde stond hij op. Hij zou de dame laten zien dat er voor hem geen ander was, niet meer. Hij zou de dame laten zien dat ze hem gek maakte, dat ze hem tot over zijn over oren verliefd had gemaakt. Hij schrok er zelf even van. Het was de eerste keer dat hij het uitsprak, maar het voelde goed. Want dat was wat hij was, verliefd. Verliefd op een prachtige, charmante, temperamentvolle, fragiele dame die luistert naar de naam Maryam el Idrissi.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  8. #23
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Verslagen liep ze haar kantoor uit. Het gaf alles behalve een prettig of voldaan gevoel om hem deels uit haar leven te bannen. Ze moest toegeven dat hij in een korte tijd veel voor haar is gaan betekenen. Ze haatte het. Ze haatte dat ze weer was gevallen voor een ongelooflijke zak. Het was alsof ze die types aantrok…Of misschien lag het wel aan haar? Misschien was zij ook niet bepaald de ideale vriendin, vrouw, schoondochter? Wie hield ze nu voor de gek? Natuurlijk was ze dat niet. Ze was niet geschikt voor dat soort sociale contacten. Ze was namelijk een verstoteling, een verschoppeling waarvan niemand iets moest. Zelfs niet haar eigen familie, dus ze kon wel vergeten dat een wildvreemde familie haar wél zou accepteren.

    Ze schudde de gedachten gauw van haar af. Zuchtend liep ze de kantine in en zocht haar vaste plekje op. Zoals gewoonlijk nam ze er een kopje koffie bij en boog zich over haar schetsen. Ze was bijna klaar met haar aanpassingen en dan zou het echte werk beginnen: De schetsen in de praktijk brengen. Ze hoopte dat dat deel vlekkeloos zou gebeuren. Als dat namelijk in orde was zou ze nog een aantal meer kantoren onder handen mogen nemen. Hoe erg ze er ook tegenop zag dat ze dan nog langer bij Yasser in de buurt moest zijn, besefte ze ook dat het nodig was. Ze had het geld er namelijk niet voor om het voorstel te bewijzen. Ze kreeg hier goed voor betaald, dus recht van klagen had ze zeker niet. Ze zuchtte nogmaals, dit keer niet uit frustratie maar uit tevredenheid. Ze was tevreden over hoe ver ze het had geschopt in haar eentje, met al de negatieve energie die om haar heen heerste. Ze had het gevoel echt wat bereikt te hebben in haar leven, al was het maar voor één keer.

    ‘’Vind je het erg als ik erbij kom zitten?’’ Geschrokken keek ze op in de meest groene ogen die ze ooit had gezien. Jade groen waren ze, adembenemend. ‘’Sorry, ik wilde je niet laten schrikken.’’ Zijn mond vormde zich tot een charmante, ietwat scheve, grijns waardoor er maar in één wang een diep kuiltje ontstond. Wauw, wat een verschijning! ‘’Mijn naam is Soufyan. En naar welke naam luister jij?’’ ‘’Ik heet Maryam, aangenaam.’’ Ze bezegelde de woorden met een stevige handdruk. Soufyan bleek een aardige en ambitieuze jongeman te zijn, tevens een neef van Yasser en Issam. Nog een Amrani. In gedachten rolde ze met haar ogen. Het verklaarde overigens wel zijn geweldige uiterlijk. Het zat volgens haar in de genen. Dat was de enige voor de handliggende conclusie. Alle Marouani’s die ze tot nu toe had gezien waren echte knapperds. Ze hadden brede schouders, een scherpe kaaklijn, volle lippen en doordringende en mysterieuze ogen.

    ‘’Ha, je hebt zo te zien al één van mijn werknemers weten lastig te vallen Soufyan.’’ Een grinnikende Soufyan stond op van zijn plek en nam zijn neef in de armen. Broederlijk klopte hij op zijn rug. ‘’Long time, no see neef!’’ Een oprechte glimlach vormde zich om Yasser’s lippen. ‘’Inderdaad, veel te lang! Je had best eens langs mogen komen, weet je.’’ Plagend gaf hij hem een klap op zijn schouder. Hoe simpel en misschien zelfs vanzelfsprekend hun manier van omgaan met elkaar mocht zijn, ze vond het vertederend. Ze wenste het iedereen toe om zo’n goede band met je familie te hebben. Een leven zonder is namelijk bijna tot helemaal onmogelijk. Je wist met familie namelijk dat ze je altijd zouden helpen uit de miserie, dat ze je altijd een schouder om op te huilen zouden bieden. Daar is familie immers voor.

    ‘’Je hebt wel knappe werknemers moet ik zeggen, Yasser.’’ Met zijn blik maakte Soufyan duidelijk op wie hij doelde. Maryam. In plaats van dat Yasser hem toe zou lachen verharde zijn blik. Zijn grijns leek ook als sneeuw voor de zon verdwenen te zijn. Hij hield er niet van als iemand naar haar keek, als iemand over haar praatte op die manier. Dat mocht gewoon niet. Ze behoorde hem toe, nu nog steeds. Ook al probeerde ze hem nog geen halfuur geleden te overtuigen haar met rust te laten. Ze mocht niet met iemand anders gaan, dan met hem. Ze was dan ook alleen van hem. Niet als in zijn eigendom, maar als in zijn wederhelft, zijn hartendief en zijn toekomstige. Telkens weer schrok hij van de diepgang van zijn eigen gevoelens voor haar. Wat in zijn ogen altijd maar sprookjes waren overkwam hem nu. Hij was de prins en na lange tijd had hij dan eindelijk zijn prinses gevonden. Hij moest haar alleen nog wakker zien te krijgen, maar, zoals in elk sprookje, zou dit hem lukken.

    Ook moest hij er voor zorgen om de parasieten uit haar buurt te houden. Zelfs als die parasiet naar de naam Soufyan luistert. ‘’Haal het maar niet in je hoofd, neefjelief. Zij is van te hoog niveau voor jou.’’ Fronsend bekeek Soufyan zijn oudere neef van top tot teen. ‘’Je hebt al genoeg met haar gepraat voor nu. Ga anders even Issam opzoeken.’’ Tot Yasser’s verbazing schudde Soufyan zijn hoofd. ‘’Nee, ik blijf. De dame en ik hadden net zo’n interessant gesprek.’’ Glimlachend keek Maryam op naar Soufyan toen hij weer terug kwam gelopen. Al snel raakte ze weer verwikkeld in een gesprek waarin hij haar aan het schaterlachen kreeg tot de tranen er door begonnen te lopen.

    Van een afstandje bekeek Yasser de twee. Zijn hart werd verteerd door jaloezie. Waarom lachte ze niet zo met hem? Waarom kon ze zichzelf niet zijn bij hem? Waarom kon ze zich niet zo openstellen voor hem? Hij besefte dat ze bij de rest wel zo was, dat ze dat alleen bij hem niet was. Het lag dus aan hem? Misschien bracht hij haar in verlegenheid? Of misschien was ze bang dat hij haar zou kwetsen, zoals hij dat nu dus al, niet met opzet, had gedaan? Het was vast een combinatie, concludeerde hij. Het nam echter niet weg dat hij groen zag van jaloezie. Hij wilde die persoon zijn die haar aan het lachen maakte tot aan huilens toe.

    Koppig liep hij op hen af en ging er ook bij zitten. Hij merkte dat haar stemming omsloeg. Ze werd geslotener, verlegener en stiller. Dat nam echter niet weg dat ze het uitproestte van het lachen als Soufyan weer afkwam met één of andere slechte grap. In zijn ogen was het tenminste een slechte grap. Gewoon een poging om bij haar in de smaak te vallen. Hij wist namelijk maar al te goed waar zijn neefje mee bezig was. Het was een charmeur, een gladde jongen, een rokkenjager. Hij kon dan ook niet geloven dat ze er niet doorheen prikte, dat ze niet door had dat zij voor hem de uitverkorene was. De uitverkorene, hij grinnikte in zichzelf, een nieuw scharreltje bedoelde hij daar natuurlijk mee. Onder geen beding mocht zij iemands scharreltje worden, niet dat ze wel iemand anders’ zielsverwante mocht zijn, maar een scharreltje al helemaal niet. Ze was meer waard dan dat en dat moest ze weten ook. Hij zou roet in Soufyans eten gooien. Hij zou falen.

    ‘’Nou, het was gezellig heren, maar ik stap op.’’ Ook soufyan stond op en schudde haar ferm de hand. Voldoening stroomde door Yasser’s aders toen hij zag dat Soufyan haar een kneepje gaf waarna ze acuut haar hand terug trok. ‘’Tot gauw, Maryam.’’ De manier waarop hij dit zei beviel hem niet, de manier waarop hij haar diep in de ogen keek nog minder. Niets begrijpend van zijn trok ze haar wenkbrauw op, liet hem zakken, glimlachte kort en verliet toen de kantine en zo ook het gebouw.

    ‘’Wat moest dat voorstellen man?’’ Zogenaamd niets vermoedend keek Soufyan naar hem op. ‘’Wat bedoel je, neef?’’ Hij wist echter precies waar Yasser op doelde. ‘’Je weet heel goed waar ik het over heb, Soufyan. Ik waarschuw je maar 1x, blijf bij haar uit de buurt. Voor je eigen bestwil.’’ Tot zijn verbazing grinnikte Soufyan naar hem. ‘’Ik bepaal zelf wel met wie ik omga, Yasser. Daar heb jij totaal geen zeggenschap in. Als je me nu wilt excuseren, ik ga even Issam opzoeken. Zoals je daarnet al voorstelde.’’ Hij grijnsde jongensachtig en verliet toen de kantine, terwijl Yasser kookte van woede en groen zag van jaloezie.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  9. #24
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Een gemengd gevoel vormde zich in haar onderbuik. Vandaag was de hennadag van haar zus. Ze was nerveus, angstig maar vooral zielsgelukkig voor haar enige zus, allemaal tegelijkertijd. Ze hoopte vurig dat alles vlekkeloos zou verlopen. Ze wist natuurlijk dat dat nooit het geval zou zijn. Hoe kon een feestje, geregeld door Marokkanen, bijgewoond door Marokkanen, nu vlekkeloos verlopen? In de ene hoek zouden er dames stiekem bekvechten omdat de een op haar jurk zat en in de andere hoek zou een moeder haar dochter een onopvallende, die uiteindelijk toch door iedereen gezien zou worden, kneep geven omdat ze haar hand naar nog een koekje reek. Maar misschien was dat wel wat het zo gezellig maakte. Iedereen was namelijk zichzelf. Ze staken hun temperament, hun scherpe tong of hun stiekeme brein niet onder banken of stoelen. Het was allemaal echt.

    Daarnaast werd er zoveel emotie gelegd in het feest. Het draaide echt om de sterke band die de familieleden deelde. Vandaar dat ook meestal alleen familieleden worden uitgenodigd voor de henna. Een buitenstaander zou de emotionele sfeer alleen weten te verminderen of misschien zelfs bederven. Een buitenstaander zou de tranen niet hoeven proberen terug te dringen, simpelweg omdat er geen sprake zou zijn van tranen. Ze zouden de connectie niet voelen, de waarde van het feestje niet en de gevoelens die mee speelden dus nog minder.

    Ze was blij dat ze haar moed bij elkaar had weten te rapen en toch zou gaan. Ze had namelijk even getwijfeld of ze er wel bij moest zijn. Uiteindelijk kwam ze tot de conclusie dat het een vreselijke daad zou zijn om niet aanwezig te zijn. Haar zus zou het haar ook nooit vergeven, terecht ook. Ze zou namelijk een belangrijke rol spelen binnen het feestje. Ze zou haar zus mentaal steunen, ze zou met haar huilen en ze zou met haar lachen. Daar zijn zussen namelijk voor, elkaar steunen daar waar het nodig is.

    Een zus is iets onbeschrijfelijks, zoveel meer dan een familielid. Een zus daarmee deel je alles, iedere traan, iedere schaterlach. Zussen hebben een speciale band, spiritueel te noemen, die iedere minuut alsmaar sterker en sterker lijkt te worden. Zussen weten precies van elkaar waar ze hun levenlang van dromen. Ze staan altijd voor elkaar klaar, ongeacht tijd, plek of probleem. En wanneer ze samen zijn voelt het alsof ze thuis zijn, of dit nu in de droogste sahara is of op de noorderpool.

    Ze bekeek zich nog even in de spiegel en bracht nog wat kleine aanpassinkjes aan. Ze wilde er niet te overdreven uit zien, aangezien het nog maar de henna was. Morgen, op de bruiloft, zou ze alles uit de kast kunnen halen. Ze deed haar hakken aan en rende zo de deur uit. In de auto besloot ze Safae te bellen om te laten weten dat ze binnen nu en tien minuten voor haar deur zou staan. Ze zouden namelijk samen naar het feest gaan. Het gaf haar wat zelfvertrouwen. Zo zou ze niet alleen binnenkomen en zouden niet alle ogen alleen op haar gericht zijn. Daarnaast vond ze het ook gewoon gezellig om er samen naar toe te gaan.

    Ze opende haar tasje om haar telefoon te pakken. Schrik doorvoerde haar lichaam toen ze haar telefoon niet kon vinden. Geïrriteerd stapte ze de auto weer uit om vervolgens haar huis binnen te gaan en de trap op te rennen. Ze haalde alles overhoop, maar dat vervloekte ding kwam maar niet tevoorschijn. Opeens schoot het door haar heen: Werk. Ze is ‘m op het werk vergeten in haar kantoortje. Als de wiedeweer rende ze weer haar auto in op weg naar het gebouw. Ze baalde enorm, niet alleen vanwege haar telefoon, maar ook door haar uiterlijk. Ze had een kaftan aan, teveel make-up voor het dagelijks leven, om nog niet te spreken over haar hakken. Z
    e hoopte vurig dat ze niemand tegen zou komen. Ze wist echter wel dat de kans daarop klein was.

    Aangekomen bij het gebouw, trok ze haar jurk een beetje op zodat ze fatsoenlijk en op tempo kon lopen. Vloekend liep ze het gebouw binnen. Waarom moest ze uitgerekend vandaag haar mobieltje vergeten? Ze voelde de blikken branden, dit keer vanwege het feit dat ze er voor de meeste autochtonen nogal grappig uitzag. Dingen als, ‘’Carnaval is al voorbij hè!’’ werden haar toegeroepen. Ze begreep dat het er voor hen gek uitzag, maar dit was ronduit onbeschoft. Ze negeerde hen echter, want tijd om met ze in discussie te gaan had ze niet.

    Haar ogen sperden zich wijd open toen ze zag dat de lift net zou gaan sluiten. Als een halve gare begon ze te rennen. ‘’Nee! Alsjeblieft hou ‘m open!’’ Ze had er namelijk geen behoefte aan nog 5 trappen omhoog te moeten gaan, haar schoenen zouden het ook niet toelaten. Opgelucht sloot ze even haar ogen toen ze zag dat een man zijn voet tussen de liftdeuren hield en ze weer opentrok. Zo snel als ze kon, stoof ze de lift binnen. Ze liet zich zuchtend tegen de muur vallen. ‘’Bedankt meneer,’’ zei ze met nog altijd gesloten ogen. ‘’Oh geen dank hoor, Mar’’ Acuut opende haar ogen zich. Yasser. Ietwat geïrriteerd sloeg ze haar hand voor haar gezicht. Van alle mensen in dit gebouw had ze het meest gehoopt hem niet tegen te komen. Maar natuurlijk moest het vandaag allemaal tegen werken, alles moest vandaag tegen haar zijn.

    ‘’Je ziet er mooi uit. Wel ietwat overdreven voor op het werk, vind je niet?’’ Ze rolde met haar ogen toen ze zag dat hij zijn lach probeerde in te houden. ‘’Ha-ha. Jij weet ook wel waar ik nu eigenlijk zou moeten zijn.’’ Zijn gezicht stond meteen weer serieus. ‘’Is er iets gebeurd? Waarom ben je daar dan niet?’’ Opluchting doorvoerde zijn lichaam toen hij haar zag lachen. Hij voelde naast opluchting nog wat anders. Hij voelde genegenheid. Haar lach verlichtte zijn wereld op. Oogverblindend. ‘’Ik ben m’n telefoon waarschijnlijk in mijn kantoor vergeten.’’ Ook hij kon zijn lach niet meer inhouden. Hij vond het namelijk typisch Maryam. Pas op het laatste moment door hebben dat ze haar telefoon kwijt is. Dit zei hij haar dan ook, waarop ze in de lach schoot en zijn woorden beaamde. Een lach kon er bij Yasser echter niet af. Doordringend bekeek hij haar, terwijl ze lachtte. ‘’Wat een immense schoonheid.’’ Zonder er erg in te hebben sprak hij de woorden luidop.

    Abrupt stopte ze met lachen en keek net zo doordringend terug. Ze had de woorden niet verwacht, niet nu, niet van hem, niet meer. Langzaam zette hij een paar stappen haar richting op. Het beangstigde haar dat ze geen kant op kon en het irriteerde haar dat het leek alsof ze alle verdiepingen 3 keer hadden gehad. ‘’Je ziet er heel mooi uit, Maryam. Traditioneel staat je werkelijkwaar beeldig.’’ Beschaamd boog ze haar hoofd, niet durvend hem aan te kijken. Ze durfde het niet, omdat ze wist dat ze gevangen zou worden in die intense blik van hem. Ze zou gevangen worden in zijn web en dat kon ze niet gebruiken. Ze moest sterk blijven, ze moest voor haarzelf opkomen. En als ze elkaar in de ogen aanzouden kijken, zou ze verzwakken en hij zou het zien en haar weer kussen. Ze moest toegeven dat ze net zo goed naar een kus snakte, naar een aanraking, een teken van genegenheid, maar dan alleen van hem. Ze mocht echter niet aan deze zwakte toegeven. Het mocht niet.

    Hij hief haar gezicht op bij haar kin en dwong haar hem in de ogen aan te kijken. En daar was het. Het naakte verlangen zo in zijn ogen af te lezen. Angstig werden haar ogen nog groter. Angstig om zich aan het vuur te verbranden dat in zijn ogen flikkerde. Traag bracht hij zijn lippen dichterbij de hare. ‘’Alsjeblieft, verzet je niet Maryam. Doe me het niet aan.’’ De woorden weerklonken in de vorm van een schorre fluistering. Ze zou toegeven aan haar verlangens, niet met opzet, maar ze kon er niet meer tegen vechten. Ze had de strijd tegen haar eigen gevoelens verloren en voor deze keer vond ze het niet eens zo’n probleem als ze eerlijk moest zijn. Ze verlangde net zo goed naar zijn lippen en de kus tegenhouden..daar was het nu toch te laat voor.

    ‘’Pling, pling!’’ Ze schrok op van het geluidje van de lift. Ze waren op de vijfde verdieping aangekomen. Ze zag dit echter niet als een simpel liftgeluidje, maar als een teken van Allah. Allah probeerde haar duidelijk te maken dat ze zich niet zo makkelijk moest geven, dat ze hem moest laten zweten. Ze dankte Hem dan ook voor dit moment en verliet toen vliegensvlug de lift, een gefrustreerde Yasser achterlatend. Ze keek nog even achterom, waar ze Yasser nog altijd in de lift zag staan.

    Nog voor de liftdeuren zich sloten, kon ze zijn blik lezen. Dit zou niet de laatste keer zijn. Zijn ogen stonden namelijk vol beloften, beloften tegenover haar, beloften waar ze kippenvel van kreeg.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  10. #25
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Teleurgesteld wilde hij zich omdraaien, maar stopte toen hij zag dat ze zich nog eens omdraaide. Hij schonk haar een laatste betekenisvolle blik voor de liftdeuren zouden sluiten. Aan haar ietwat geschrokken gezicht kon hij opmaken dat ze de boodschap in zijn ogen had begrepen. Hij had er namelijk verschillende beloftes ingelegd. De belofte dat dit moment zich zou herhalen, maar dan niet onafgemaakt, een belofte tegenover haar, maar ook tegen zichzelf, een onverbreekbare belofte.

    Langzaam sloten de liftdeuren zich en zo verdween het zicht op het ruwe diamant wat zijn aandacht vanaf dag 1 volledig had weten te trekken. Hij moest even lachen om zijn beschrijvingen van haar. Hij had al verschillende bijnamen verzonnen, maar geen leek genoeg te zijn om haar schoonheid uit te drukken. Allemaal van een andere categorie. Van lwarda me7rossa tot aan de ruwe diamant die hij net met haar vergeleek. Ongelooflijk vond hij het. Ongelooflijk dat een vrouw een man zo van zijn gezond verstand kon beroven. Ongelooflijk dat zij het bij hém kon. Bij de enige echte hartenbreker, de eeuwige rokkenjager.

    Hij liet zich tegen de muur vallen. Een gelukzalige zucht verliet zijn mond. Als hij niet eerder honderd procent zeker was van zijn gevoelens voor haar, dan was hij dat nu wel. Hij was verliefd. Ja. Tot over zijn oren verliefd op Maryam El Idrissi. Hij had het al eens eerder uitgesproken, maar na haar aanzicht van vandaag was hij er nog zekerder van. Nog nooit was hij zo zeker geweest van iets als zijn gevoelens voor haar. Hij wilde haar nu meer dan ooit kussen. Kussen, vasthouden en koesteren zoals alleen hij dat kon en mocht. En het moment zou komen, zeer spoedig.

    Maryam's perspectief

    Ondertussen had ze haar telefoon al weten te bemachtigen en Safae laten weten dat ze er binnen nu en 20 minuten zou zijn. Ze liep zo snel als mogelijk naar haar auto en reed zo de weg op. Een warm gevoel bekroop haar. Haar zus had vandaag gewoon haar hennafeestje. Ze zag het al helemaal voor zich. Ze zou zitten op een witte bank, gesluierd door een wit/goude doek, gehuld in een witte prachtige kaftan. Haar handen zouden worden versierd door de prachtige hennakunst, vrouwen zouden de zgharet luid laten weerklinken, de bendir en derbouka zouden vol toewijdingen worden bespeeld en de stemgeluiden zouden uiteindelijk samenkomen in prachtige liederen die de bride to be geluk zouden brengen in haar huwelijk.

    Lomp toeterde ze enkele keren op de gebruikelijke manier om Safae te laten weten dat ze voor de deur stond. Niet veel later ging de deur open en verscheen een beeldige Safae. Ze groetten elkaar met de gebruikelijke vier kusjes en zette de muziek op z'n hardst. Wild dansend en zingend scheurden ze de weg op. Enthousiast als ze waren toeterde Maryam nog een paar keer onderweg. Iedereen mocht weten dat haar zus het geluk van haar leven had gevonden, dat ze haar zielsverwant had.

    Aangekomen bij de deur leek de moed haar in de schoenen te zakken. Het leek haar ontgaan te zijn dat ook haar familie er zou zijn en ook haar tante. Aanmoedigend gaf Safae haar een schouderklopje. Ze ademde diep in en uit en klopte toen met hernieuwde zelfverzekerdheid op de deur. De deur opende zich en haar nicht verscheen in de deuropening. Tot haar grote verbazing sloeg ze haar armen om haar heen. ''Fijn dat jullie er zijn, Maryam en Safae! Kom binnen, het feestje is al aardig op gang gekomen!''
    Met een glimlach van oor tot oor liepen beide dames de woonkamer binnen. Haar ogen liepen al vol bij het aanzien van haar oudere zus met de sluier over haar gezicht en de hennaya die al druk bezig was met de mooie schilderingen op haar handen en voeten. Even vergat ze de omgeving en liep meteen op haar af. Ze plaatse een lange kus op haar voorhoofd waarin ze al haar emoties legde. Gelukzaligheid, trots, liefde, affectie en genegenheid.

    Toen ze om haar heen keek, leken alle blikken op de twee zussen te zijn gericht. Het waren liefdevolle blikken, gevuld door tederheid. Het deed haar goed dat haar familieleden dus niet volledig koud stonden tegenover haar. Een glimlach vormde zich om haar lippen en groette zo alle gasten. Toen ze bij haar tante Zineb aankwam aarzelde ze even maar boog toch haar gezicht naar haar toe om haar te groeten. Maar hetgeen zij bang voor was, gebeurde. Ze draaide haar hoofd weg en schonk haar een afkeurende blik. Haar hart zonk 'm in haar schoenen. Ze had het gevoel lijkbleek te zijn geworden. Haar tante had haar voorschut gezet waar iedereen bij was. Iedereen had het ook gezien, want een aantal medelijdende blikken werden haar kant op geworpen.

    Ze vermande zich echter en liet deze ''medelijdende'' blikken links liggen. Ze zou zich niet laten kleineren door deze oude feeks. Ze zou haar eens laten zien dat het de Maryam van nu niets kon schelen wat ze van haar dacht. Ze zou er voor haar zus zijn, ze zou al haar frustraties er uit dansen en zingen. Dat allemaal om hen te laten zien dat ze niet afhankelijk was van hun beeld over haar en om haar zus een riem onder het hart te steken. Zij was namelijk ook bloednerveus omwille van de reacties die Maryam naar haar hoofd zou krijgen gegooid. Ze zou haar dus laten zien dat ze zielsgelukkig was en dat niets haar nog stuk kon maken. Haar niet en het feestje van haar zus niet. Ze maakte meteen werk van haar woorden en trok Safae van de bank af, zo de dansvloer op.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  11. #26
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Uitgeput gooide ze haar schoenen aan de kant en plofte neer op de bank. Een lome glimlach speelde op haar gezicht. Ze was dood, maar dan ook dood moe. Het was een goed teken. Het gaf namelijk aan dat ze niet stil had gezeten. De hele avond had ze op haar torenhoge hakken gedanst , gejubeld en gezongen, gehuild en gelachen. Het was een ervaring die ze nooit zou vergeten. Ze had zich al een lange tijd niet zo oprecht vermaakt, niet zo oprecht gelukkig gevoeld. Ze dankte God er nog steeds voor dat ze er deel van mocht uitmaken. Dat haar zus haar niet ook had buitengesloten en had geloofd in wat de duivel hen in de oren wilde fluisteren.
    Ze uitte een diepe zucht en liep sjokkend de trap op. Morgen zou nog een lange dag worden. Ze moest eerst nog werken, waar ze nu zwaar tegenop zag en vervolgens moest ze zich haasten naar de kapster en visagiste om op tijd op de bruiloft te zijn. Vreselijk was het, dat geregel. Waarom konden Marokkanen niet gewoon in een simpel jurkje verschijnen? Waarom moest die hele poespas er nu bij? Waar was het voor nodig? Het draaide toch allemaal om de bruid? Ze lachte om zichzelf, dramaqueen. Ze liet zich vermoeid op haar bed vallen om zich vervolgens in een diepe droomloze slaap te verkeren.


    ‘’Tring tring.’’ Met haar ogen half open zocht ze naar dat irritante lawaaimakende ding. Die vervloekte wekker ook. Toen ze met haar hand over haar nachtkastje tastte, besefte ze dat ze ‘m express aan de andere kant van de kamer had gelegd zodat ze ook echt wakker zou worden. Ze haatte zichzelf nu om die keuze, maar verstandig was het wel. Ze zou anders terug in slaap vallen en waarschijnlijk door de tweede en derde wekker heen slapen.

    Ze pakte een simpel zwart blousje met een zwarte broek uit de kast en bond haar, nu gestijlde, haren in een hoge staart. Ze had totaal geen zin om er goed uit te zien, ze had er de puf niet voor. Daarnaast wilde ze er zo natuurlijk mogelijk uit zien als ze naar de visagiste ging. Dat betekende dus, geen make-up. Hoewel ze vond dat ze er afgrijselijk uitzag zonder, besefte ze ook dat dat het handigst was. Zeuren of klagen deed ze dan ook niet en verliet zo haar stille huisje.


    Op haar werk aangekomen groette ze even iedereen en ging als automatisch naar de kantine. Het was een routine geworden. Op het werk komen, naar de kantine gaan, een kopje koffie drinken en aan het werk gaan. Het werkte rustgevend en het maakte haar meteen ook even wakker. Niets was beter dan een grote, hete kop koffie op de vroege ochtend.

    Ze gunde haar ogen even wat rust en sloot ze terwijl ze traag van haar koffie nipte. ‘’Lukt het?’’ Ietwat geïrriteerd keek ze op in de grijnzende gezichten van Issam en Soufyan. Ook zij kon een lach niet onderdrukken. Het was vast een grappig gezicht. Hoe ze daar zo zat, genietend van haar kopje koffie alsof het uit de hemel was gevallen. ‘’Jullie ook een goedemorgen, heren.’’ Een ‘’Goedemorgen’’ kaatste in koor terug.

    ‘’Je ziet er leuk uit. Lekker jong en fris.’’ Ze schonk Soufyan een glimlach en stemde in. Ze zag er inderdaad jong uit. Het kwam door de hoge staart en de gympen die ze droeg die het beeld zo maakte. ‘’Bedankt!’’ Hij bleef haar even aankijken waarop ze zich ongemakkelijk begon te voelen en besloot op te stappen. ‘’Ik ga maar eens aan het werk. Ik kan het niet te laat maken vandaag.’’ Issam knikte naar haar. ‘’We zien je vanavond misschien wel.’’ Ze hield haar pas in en draaide zich een kwartslag. Vraagtekens waren op haar gezicht af te lezen. ‘’Vanavond?’’ ‘’Ja, wij zijn ook uitgenodigd. We hebben eens zaken gedaan met de man van je zus en sindsdien hebben we het contact wel een beetje behouden.’’ Niet begrijpend keek ze hem aan. ‘’Wie is ‘’we’’? En waarom vertel je me dat nu pas?’’ Hij haalde nietsvermoedend zijn schouders op. ‘’Soufyan, Yasser en ik. Het kwam niet tersprake en daarbij was het ook nogal irrelevant.’’ Ze knikte en forceerde een glimlach. ‘’Nou misschien tot vanavond dan maar hè!’’

    Shit, hier had ze geen zin in. Ze zou hen geheid tegen het lijf lopen, aangezien zij als zus van de bruid steeds heen en weer moest. Ze zag er zwaar tegenop Yasser te moeten zien. Ze voelde zich er op de een of andere manier ongemakkelijk bij dat hij haar op die manier zou zien. Haar haren gedaan, in een getailleerde Marokkaanse jurk.. Ze zag het niet echt zitten, maar veel keus had ze niet. Ze kon niemand ontlopen als zuszijnde. Dat zou ze dan ook niet doen. Ze zou doen alsof er geen vuiltje aan de lucht hing en als het nodig was zelfs met hen in gesprek gaan. Vergetend hoe ze eruit zou zien, want dan zou ze zich alleen maar ongemakkelijker gaan voelen. Ze hoopte echter vurig dat Yasser haar niet in verlegenheid zou brengen met zijn blikken of woorden. Dat mocht en kon echt niet gebeuren. Ze sprak zichzelf moed in. Het zou helemaal goed komen. Waarschijnlijk zou ze hen niet eens tegenkomen, sprak ze zichzelf toe.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  12. #27
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Zuchtend haalde hij zijn hand door zijn haren. ‘’Je weet echt niet van ophouden, of wel soms?’’ Haar rood gestifte lippen vormde zich tot een grijns. ‘’Kom op, Yasser. Je kunt het een kans geven. Je kunt òns een kans geven.’’ Ze legde, zonder enige aarzeling, haar hand op de zijne terwijl haar lange dunne vingers streelde zijn knokkels. Opnieuw liet hij een zucht ontsnappen. ‘’Moet je horen, Souheyla. Je bent een prima meid om mee om te gaan, maar dat was het ook wel. Het reikt niet verder dan dat, het mag niet en het kan niet.’’ Ze liet zich echter niet uit het veld slaan en stond op uit haar stoel. Heupwiegend liep ze naar hem toe en ging achter zijn bureaustoel staan. Sensueel legde ze haar handen op zijn borstkas. ‘’Dat maakt het juist zo spannend en dat weet je. Verboden fruit, weet je wel.’’

    Hij sloot zijn ogen. Even leek het alsof hij van haar aanrakingen genoot. Hij had een lange tijd geen lichamelijk contact gehad met een vrouw en dat was goed te merken. Ze leek hem namelijk in haar macht te hebben. Ze plaatste een kusje in zijn nek en zo omhoog naar zijn oorlel. ‘’Dit…Dit kan niet, st-stop. Ik wil dit niet.’’ Ongeloofwaardiger kon niet. Zijn ogen had hij nog steeds gesloten van genot terwijl hij de woorden uitsprak. Het gaf haar groen licht om verder te gaan. Tenminste dat dacht ze toch. Hij zou haar allang van zich af hebben geduwd als het niet het geval was. Ze draaide rond de bureaustoel en zette zich neer op zijn schoot. Even stribbelde hij tegen en probeerde haar van zich af te duwen.

    ‘’Kom op, Yasser. Ik weet dat je me wil, ik wil jou ook. Dus maak het niet zo moeilijk en kus me gewoon. Kus me gewoon.’’ Bijna, bijna was het haar gelukt hem zo gek te krijgen haar daadwerkelijk te kussen, bijna. Hij ontwaakte echter uit zijn trance en duwde haar ruw van zich af. ‘’Jij wilde dit net zo goed, je wilde mij net zo goed, Yasser. Je liet me gewoon begaan.’’ Hij schudde zijn hoofd. ‘’Nee, Souheyla, ik wilde jou niet. Ik walg van jouw soort. Werkelijkwaar. Je opdringen aan een man die al iemand heeft. Dieptriest te noemen.’’ Er flitste iets voorbij in haar ogen waarvan hij niet wist wat het inhield. ‘’Je hebt al iemand? Het is toch niet die afgrijselijke trut die hier ook werkt?’’ Hij haalde, niet bepaald onder de indruk van haar getier, zijn wenkbrauw op. ‘’Ja, zij ja. Ik moest het ook op prijs stellen als je haar niet meer zo aanspreekt of beschrijft. Dat zal ik de volgende keer niet toe staan.’’ Een cynisch lachje verliet haar lippen. ‘’Jij en ik weten beide dat zij niets is voor jou. Je hebt iemand als mij nodig.’’

    Dit keer was het zijn beurt om een cynische lach te doen ontsnappen. ‘’Je kunt je in geen geval met haar vergelijken. Ze is van een ander kaliber.’’ Woest liep ze het kantoor uit. ‘’We zullen eens zien of ze tegen mij opkan, Yasser! We gaan het zien en wel nu!’’ Met ferme stappen liep ze richting de kantine waar ze Maryam eerder vandaag had zien zitten. En ja hoor, ze zat er nog altijd. ‘’Je bent een achterbakse trut! Mannendief!’’ Niet begrijpend keek Maryam op naar de woeste Souheyla die schreeuwend en tierend op haar af kwam gelopen. Hardhandig trok ze haar omhoog en schold haar voor al het bestaande en onbestaande lelijks uit. Nog altijd niets begrijpend duwde Maryam haar van zich af. ‘’Wat heeft dit allemaal te betekenen?’’ Souheyla haalde haar haren uit haar gezicht en fatsoeneerde haar kleding. ‘’Je bent een mannendief! Dat ben je! Een vuile slet!’’

    Een hijgende Yasser kwam vervolgens de kantine binnen. Hij rechtte zijn rug toen hij de dames tegenover elkaar zag staan. Twee kampen waren het. Ze hadden elkaar de oorlog verklaard. Hij kreeg echter het gevoel dat ze de oorlog niet in waren gegaan om dezelfde overwinning. De een ging de oorlog in om haar trots, zelfwaarde hoog te houden en de ander om de desbetreffende man in het spel te houden. Hij moest zeggen dat hij het jammer vond dat Maryam niet voor het laatste mee deed en wel voor het eerste. Maar gelijk had ze. Ze kreeg namelijk geen duidelijkheid van hem. Tenminste, in haar ogen kreeg ze die niet. Naar zijn gevoel had hij het haar namelijk allang duidelijk gemaakt, maar blijkbaar niet.

    ‘’Yasser, houd je voortaan je boze scharreltjes bij je. Ik zou het op prijs stellen.’’ Autch. Die kwam hard aan. Ze maakte nog maar eens duidelijk dat ze hem voor geen meter vertrouwde en dat hij haar daar alle reden toe had gegeven. ‘’Scharreltje? Je bent geen haar beter dan ik.’’ Ze haalde haar schouders op. ‘’Misschien heb je wel gelijk. We zijn beide door dezelfde man bespeeld. Het verschil is echter dat ik niet achter hem aan ga als een hondje en jij wel.’’ Ook deze uitspraak kwam hard aan. Het was namelijk niet alleen Maryams bedoeling Souheyla te beledigen, maar ook hem probeerde ze iets duidelijk te maken. En duidelijk was het zeer zeker.
    ‘’Souheyla, ik denk dat het tijd is om te gaan. Gaan en niet meer terug te komen. Je hebt jezelf wel genoeg verlaagd en voorschut gezet.’’ Hij trok haar aan haar arm weg als teken dat hij het meende. ‘’Oh ze hoeft niet weg hoor. Ik heb er geen moeite mee en ik denk jij al helemaal niet.’’ Een neppe glimlach van oor tot oor verscheen op haar gezicht. ‘’Je kunt dus gewoon blijven, meid’’, richtte ze zich weer op Souheyla. Waarschuwend keek Yasser Souheyla aan. ‘’Maak dat je wegkomt, Souheyla. Vertrek gewoon.’’ Souheyla, die overigens maar weinig van Maryams gedrag begreep, knikte geïrriteerd en liep met ferme stappen weg.

    ‘’Moest dat nou? Dit zo bespreken waar zij bij was? In de kantine nota bene.’’ Quasi onschuldig keek ze naar hem op. ‘’Ik heb geen idee waar je het over hebt.’’ Hij zuchtte diep en haalde zijn hand door zijn haren. ‘’Je weet dondersgoed waar ik het over heb. Ik weet dat je me niet meer zo erg mag, maar probeer het op z’n minst voor je te houden waar andere bij zijn.’’ Ze schudde haar hoofd. ‘’Ik heb niks tegen je, Yasser. Helemaal niks. Ik zei gewoon waar het op stond. Niets meer en niets minder.’’ Hij trok haar terug aan haar arm toen ze langs hem heen de kantine wilde verlaten. ‘’Je bedoelde wel degelijk meer dan wat je werkelijk zei. Maar het geeft niet. Ik ga je namelijk laten zien dat je meer dan een ‘scharreltje’ bent voor me.’’

    Kippenvel vormde zich over haar lichaam en haar spieren spanden zich. Ze maakte zich los zonder hem aan te kijken en ook zij verliet de kantine met ferme stappen. Ze was in de war. Ze wist niet wat ze hiervan moest vinden, noch hoe ze er mee om moest gaan. Zou hij haar echt oprecht leuk vinden? Interessant vinden? De manier waarop hij haar soms aansprak of aankeek gaven haar het gevoel dat hij wel degelijk om haar gaf. Zijn blikken waren namelijk zo intens. Ze spraken boekdelen. Op dat soort momenten wilde ze zich het liefst in zijn armen laten vallen en zijn mannelijke parfum in haar opnemen.

    Kort daarna verpestte hij het echter weer. Hij en die domme Souheyla. Hij kwetste haar ermee. Keer op keer. Hij had haar gekust en hij loog erover. Souheyla kwam vaker op zijn kantoor en altijd als ze vertrok, vertrok ze met een glimlach van oor tot oor. Dat verpestte het steeds opnieuw. Iedere keer als ze een intiem momentje leken te hebben, flitste Souheyla weer in haar hoofd voorbij. Ze kon het dan niet over haar hart krijgen om hem toe te laten. Ze kon het niet over haar hart krijgen om zo’n gemakkelijk prooi te zijn voor hem. Ze moest het hem lastig maken. Dat moest wel. Haar trots liet het op geen enkele andere manier toe.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  13. #28
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Gehaast griste ze de spullen van haar bureau en pleurde ze zo in haar tas. Ze wist dat ze te laat was. Ze had een afspraak staan met de visagiste over tien minuten. Dit zou ze nooit redden. Vurig hoopte ze dat Safae uit voorzorgsmaatregelen, gewoon omdat ze zou weten dat Maryam weer eens te laat zou zijn, eerder aanwezig was. Die kans bestond aangezien Maryam altijd te laat kwam. Het lukte haar gewoonweg niet om ergens op tijd aan te komen. Al zou ze zich 3 uur van tevoren klaar hebben gemaakt, zou ze nog te laat zijn. Onderweg naar de deur zou ze van alles vinden wat echt perse op dat moment moest gebeuren. Met ferme stappen liep ze het gebouw uit. Ze wist dat ze het niet zou halen binnen de tijd, maar ver buiten de tijd wilde ze het ook niet maken.

    Klunzig liet ze de deur in het slot vallen en liep hijgend de woonkamer binnen. Een gevoel van opluchting doorvoer haar aderen toen ze haar vriendin zag zitten terwijl de visagiste al druk bezig was met haar gezicht. Beide dames schoten in de lach toen hun blikken elkaar kruisten. ‘’Ik wist het gewoon, Mar. Ik ken je te goed.’’ Geïrriteerd liet de visagiste een zucht ontsnappen. ‘’Stil zitten, graag.’’ Gehoorzaam legde Safae haar hoofd stil, proberend haar lach in te houden. Ook Maryam probeerde haar lach in te houden, wachtend op haar beurt.

    Traag gleed ze met haar hand over de fijne stof van haar jurk. Vanaf het moment dat ze de jurk in het oog kreeg was ze verkocht geweest. De zwarte saristof met zilvere versierinkjes hadden haar aandacht meteen weten te trekken. Dit was dé jurk voor haar. Toen ze hem paste voelde ze zich, heel narcistisch gezegd, als een prinses. Alsof ze zo uit het ‘’1001 nacht’’ sprookje was ontsnapt. Dat was precies waar ze naar opzoek was. Het moest opvallen dat zij de zus was van de bruid. Ze moest uitblinken en ze moest er goed uitzien. Voor haarzelf, maar vooral voor haar zus.

    Beide dames stapte voorzichtig, vanwege hun torenhoge schoenen, de auto in. Het feestje begon echter nu al. Het volume van de muziek ging op z’n allerhardst en luid toeterde ze een aantal keren. Iedereen mocht weten dat ze naar een bruiloft gingen, haar zus’ bruiloft wel te verstaan. Ze mochten het allemaal weten. Dat haar zus haar liefdesverwant, haar soulmate had gevonden en dat ze nu oprecht en volmaakt geluk ervoer.

    Geïrriteerd slaakte ze een zucht toen ze zag dat er 3 mannen bij de ingang stonden. Begrepen ze dan niet dat er vrouwen, helemaal opgemaakt en wel, naar binnen wilden en dat het ongemakkelijk werd. Ze was van plan het ze te vertellen ook. Dat recht had ze. Ze was de zus van de bruid zulke dingen waren o.a. haar verantwoordelijkheid. Als zij het namelijk niet deed zou niemand het doen. Iedereen zou zich er alleen aan blijven ergeren en er over blijven klagen.

    Geërgerd tikte ze op de rug van een van de mannen. ‘’Het is niet de bedoeling dat jullie bij de ingang blijven staan. Er komen hier dames langs.’’ Niets vermoedend draaide de desbetreffende man zich om. Beiden versteenden toen ze zagen wie ze voor zich hadden. Meteen had ze spijt dat ze deze verantwoordelijkheid op zich had genomen, terwijl ze Safae zachtjes hoorde gniffelen. ‘’Maryam? ‘’ Ze knikte en schonk hem een kleine glimlach. ‘’Wauw…’’ Traag gleed zijn blik over haar heen. Ze voelde zich ongemakkelijk worden en kreeg het warm vanbinnen. ‘’Je ziet er werkelijkwaar prachtig uit.’’ Mompelend bedankte ze hem, groette Issam en Soufyan nog even en liep zo snel als mogelijk de zaal binnen.

    Het zag er prachtig uit. De kroonluchters en witte rozen maakten het plaatje compleet, romantischer. Dit is wat zij in gedachten had gehad voor haar eigen bruiloft. Haar bruiloft met Sayfeddine. Oké niet aandenken, Maryam. Dit is niet het moment voor negativiteit. Ze schudde de gedachte van haar af en groette vrolijk allerlei oude vriendinnen, familieleden en kennissen. Meteen daarna stond ze samen met Safae op de dansvloer.

    De dansvloer mocht absoluut niet leeg zijn. Op geen enkel moment. Daar zou zij voor moeten zorgen natuurlijk. En dat deed ze. Met plezier zelfs. Ze hield ervan zich te laten gaan op de muziek, haar omgeving vergetend, concentrerend op de beat. Dat was haar ding, haar plek om uit te blinken, om zich uit te sloven. Dat deed ze dan ook altijd. Ze haalde alles uit de kast op de dansvloer. Niet om andere dames jaloers te maken of indruk te maken op de vele moeders die zonen hadden, maar gewoon om haar frustraties erin los te laten, om er plezier in te beleven en om al het negatieve los te laten. Waar kon dat nu beter dan op de dansvloer? Op de dansvloer van haar zus’ bruiloft wel te verstaan?!
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  14. #29
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Nog lang niet moe verliet ze alsnog de dansvloer. Ze had het gevoel dat de make-up van haar gezicht droop na het flinke gezweet van het dansen. Ze grinnikte om zichzelf. Daar waar muziek klonk kon ze zich nooit in houden. Nu draaide de DJ ook nog geweldige dansmuziek. Het zou als zonde gerekend moeten worden om dan nog te blijven zitten! Ze heeft dan ook geen moment stil gezeten en nodigde zowat iedereen uit om te dansen. Weg was de terughoudende Maryam die haar familie kende. Dit was mede haar doel. Natuurlijk deed ze het ook uit pure blijdschap voor haar zus, maar dat haar familie zou toekijken naar een vrolijke, levendige Maryam speelde ook een grote rol. Zij dachten namelijk dat ze ergens onder een brug zou gaan zitten jammeren. Het was dus heerlijk hen het tegendeel te bewijzen.

    Geïrriteerd en mokkend vervolgde ze haar weg naar de toiletten. Die Marokkaanse jurken waren naast enorm mooi en chique ook overdreven onhandig! Je kon er nauwelijks een stap in zetten of je struikelde al door de lange stof die zich voor je voeten wierp. Verschrikkelijk! Elegant tilde ze haar jurk een beetje van de grond zodat haar benen vrijspel hadden. Een opgeluchte zucht verliet haar mond. Zo gaat het veel sneller, dacht ze.

    ‘’Wat een horror he, die Marokkaanse jurken.’’ Haar spieren spanden ze zich. Woede borrelde op. Ze sloot haar ogen, haalde diep adem, vermande zich en draaide zich om naar het monster achter haar. ‘’Wat doe je hier?’’ Haar stem klink kil, precies wat ze nu voelde. Kilte. ‘’Uhm, jouw vader, mijn vader, vrienden?’’ Ze verachtte het feit dat dit waar was. Maar ze verachtte hem nog meer. Een ware klootzak. ‘’Je ziet er wel heel mooi uit, Maryam.’’ Ze walgde van zichzelf door zijn compliment. Ze walgde ervan dat haar taille geaccentueerd werd, dat er nadruk werd gelegd op haar borsten door de jurk en dat haar rood gestifte lippen ook niet veel aan de verbeelding over liet. Dit allemaal kon Sayfeddine zien. Hij kon haar bekijken en dat is wat de klootzak natuurlijk deed.

    ‘’Als je me nu wilt excuseren.’’ Hij hield haar bij haar pols vast. ‘’En wat als ik dat niet doe?’’ ‘’Dan lieve Sayfeddine, zet ik het op een gillen en ik zweer je dat jij degene bent die dit keer hangt. Niet ik.’’ Een cynisch lachje verliet zijn mond. ‘’Je zou niet durven. Niet op de bruiloft van je zus.’’ Ze wist dat hij gelijk had, maar hij hoefde het niet te weten. Hij hoefde niet te weten dat ze het niet zou doen. ‘’Laat los. Nu.’’ Ze had kunnen verwachten dat hij niet zou luisteren. In tegendeel, hij trok haar zelfs dichter tegen hem aan. Ze stonden zo dicht op elkaar dat ze zeker wist dat hij al haar hebben en houden kon voelen. Afschuwelijk was het.

    ‘’Zie je, lieve Mar, jij vind dit ook fijn. Dat we zo dicht op elkaar staan. Ik voel het.’’ Wild probeerde ze zich uit zijn greep te worstelen, maar tevergeefs. Hij was te sterk. ‘’Ik vind het althans heerlijk hoe al je vormen zich zo tegen me aandrukken. Heel jammer dat je onze verloving hebt beëindigd. Ik had een hoop plezier met je kunnen hebben.’’ Traag liet hij zijn ogen begaan over haar figuur. Ze vervloekte hem, hem en al zijn hebben en houden. ‘’Laat me gewoon gaan. Alsjeblieft.’’ Het klonk jammerend, bijna onhoorbaar. ‘’Wat zeg je? Ik versta je niet hoor?’’ Hij verstevigde zijn greep wat erop duidde dat hij haar wel degelijk had gehoord. Hij dreef echter liever de spot met haar aan.

    ‘’Volgens mij zei zie iets van: ‘Laat me los’, als ik me niet vergis.’’ Zowel Maryam als Sayfeddine keken op naar de gedaante tegenover hen. ‘’Yasser!’’ Het was een kreet van opluchting en blijdschap. Ze was namelijk nog nooit zo blij geweest hem te zien. Aan de andere kant schaamde ze zich er diep voor. Het is al de 2e keer dat ze zich in zo’n toestand bevindt en dat hij haar te hulp schiet. ‘’Heb je hem weer. Ik zou het op prijs stellen als je je hier buiten houdt, bemoeizuchtige kwal.’’ Een cynisch lachje verliet Yassers’ mond. ‘’Voor het geval je het niet wist…dit hier zijn mijn zaken. Het gaat mij wel degelijk iets aan wat er met de desbetreffende dame gebeurt.’’

    Opeens voelde ze Sayfeddine’s greep nog strakker om haar polsen waarna ze een pijnkreet uitsloeg. ‘’Je doet me pijn!’’ Minachtend bekeek hij haar. ‘’Ik doe JOU pijn? En ik dan? Jij papt aan met de eerste de beste man die je tegenkomt en dan doe ik JOU pijn?!’’ Met ‘de eerste, de beste man’ doelde hij natuurlijk op Yasser. ‘’Ik lig verdomme nachtenlang wakker, piekerend over hoe ik jou terug ga krijgen en mevrouw heeft al een nieuwe scharrel. Klote wijf!’’ Hardhandig duwde hij haar Yassers richting op die haar behendig wist op te vangen. ‘’Je houdt die **** maar voor jezelf! Goedkope trut!’’

    Beschaamd keek ze Sayfeddine na, terwijl hij de gang verliet. Pas toen hij helemaal verdwenen was, besefte ze dat ze zich nog steeds in Yassers’ armen bevond. Met een rood aangelopen hoofd maakte ze zich los uit zijn tedere greep en plofte neer op de trap. Ze legde haar gezicht in haar handen en snikte zachtjes. ‘’Het spijt me zo, Yasser!’’ Ze hoorde een plof naast haar, wat kenbaar maakte dat hij ook plaats had genomen op de trap. Teder plaatste hij zijn arm om haar heen, maar zei niets. Hij troostte haar zonder woorden, zoals alleen hij dat kon. Een tijdje bleven ze zo zitten, in oorverdovende doch fijne stilte.

    Ze vermande zichzelf, haalde diep adem en ging rechtop zitten. Net toen ze haar tranen weg wilden vegen, kwam zijn hand dichterbij en teder veegde hij ze weg met zijn duim. Hij schonk haar een oprechte glimlach, het deed haar goed. ‘’Maryam…Je bent een pracht van een dame..Zoals je net bent behandeld, dat verdien je niet. Geen enkele vrouw verdient het, maar jij in het bijzonder al helemaal niet. Je bent een parel, een diamant…Vergeet dat alsjeblieft niet, nooit niet!’’ Zijn woorden raakten haar diep. Dit had ze nodig. Zijn lieve woordjes in combinatie met zijn lieve doch ietwat harde gezicht. Zonder nadenken sloeg ze haar armen om hem heen. Ze wist dat dit verwarrend was voor beide partijen, maar het voelde te goed om nog rationeel na te denken.

    Ze voelde zich geborgen toen ook hij zijn armen strak om haar middel had gevestigd. Even leek het alsof ze zich in een eigen wereld bevonden. Een wereld waar niemand anders was toegestaan. Alleen zij en hij. Ze genoot ervan, ondanks dat ze wist dat ze hier later deze week spijt van zou hebben. Gevoelens overmanden haar en ze had er dit keer geen problemen mee. Zijn overheerlijke mannenparfum drong haar neusgaten binnen en er bestond geen beter hoofdkussen dan zijn brede borstkas. Heerlijk vonden ze het.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  15. #30
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    ‘’Jaja, ik heb m’n sleutel bij…. Nee, schat je hoeft niet te wachten tot ik thuis ben’’ De bekende stem deed Maryam opschrikken uit de trance waarin ze zich verkeerde. Als de wiedeweer maakte ze zich los uit de omhelzing. ‘’Oh…Sorry, ik wist niet dat ik jullie intieme moment verstoorde.’’ Maryam zag de pretlichtjes in haar vriendins ogen. Ze probeerde een stapje opzij te doen, maar tot haar verbazing liet Yasser dit niet toe. In tegendeel, hij trok haar zelfs dichter tegen hem aan! ‘’ Geen probleem hoor. Het was onze fout. We waren de omgeving even helemaal vergeten!’’, zei hij haar met een charmante lach. Met grote ogen keek Maryam naar hem op. Wat was dit nu weer?! Wilde hij haar soms voorschut zetten?!

    Met een veelbetekenende grijns hief Safae haar handen op. ‘’Ik ben al weg. Niets gezien, niets gehoord.’’ Verslagen keek Maryam haar vriendin na. Daarna wendde ze zich tot Yasser. ‘’Moest dat nou?’’ Niets vermoedend haalde hij zijn schouders op. ‘’Wat nou? Ik heb geen woord gelogen noch aangedikt.’’ Veelbetekenend liet hij zijn wenkbrauwen op en neer gaan. Gemaakt ernstig bleef ze hem aankijken. Dit lukte maar voor even want haar voorhoofd ontfronste zich en de pretlichtjes waren in haar ogen te lezen. Uit het niets proestte ze het uit en sloeg hem op zijn schouder.

    Yasser’s perspectief


    Even stopte de wereld met draaien voor hem toen hij haar zo zag lachen. Zijn wereld werd er door verlicht. Prachtig was het, was zij. Na de omhelzing had hij het gevoel alsof ze nu een nieuwe weg in waren geslagen. Alsof ze er nu voor openstond dat hij dichterbij haar kwam. Dit had ze bewust of onbewust duidelijk gemaakt toen ze hem toeliet haar te troosten en vervolgens haar mooiste lach aan hem verspilde.

    Zijn gedachten dwaalden terug naar Sayfeddine, de arrogante klootzak. Hoe kon hij haar zo behandelen? Ze was een ware schat, een diamant die zorgvuldig behandeld moest worden. Hij leek hier echter niets van te begrijpen. Een steek van jaloezie doorvoer zijn hart toen hij terug dacht aan zijn woorden. ‘’Ik vind het althans heerlijk hoe al je vormen zich zo tegen me aandrukken. Heel jammer dat je onze verloving hebt beëindigd. Ik had een hoop plezier met je kunnen hebben.’’ En dan die verlekkerde blik die hij over haar heen liet glijden. Hij balde onbewust zijn vuisten. Geen enkele andere man mocht zo naar haar kijken, haar zo begeren. Ze was van hem en alleen van hem. Hij had er geen problemen mee ieder ander obstakel uit de weg te ruimen als het hem dichterbij haar hartje zou brengen. Of het obstakel nu Sayfeddine, Souheyla of Soufyan heette.. Het maakte hem geen bal uit. De dame behoorde hem toe en alleen hij had het recht haar in bescherming te nemen, haar te begeren en te beminnen als de dame die ze was.

    ‘’Hallooo, aarde aan Yasser!’’ Hij ontwaakte uit zijn trance toen hij een kleine elegante hand voor zijn gezicht zag zwaaien. Maryams hand natuurlijk. Een klein glimlachje vormde zich om zijn lippen. Lieflijk pakte hij haar hand vast en plaatste teder een kus op haar handpalm. Hij voelde haar verstijven, wat hem alleen maar goed deed. Het duidde er namelijk op dat hij haar niet koud liet en wel degelijk impact op haar had. Traag trok hij haar dichter naar zich toe. ‘’Geloof me, als we ons niet bevonden op deze overvolle plek, had ik je nu gekust tot je sterretjes zou zien.’’, gromde hij. Hij grinnikte even toen hij zag hoe aandachtig ze luisterde naar zijn woorden. ‘’Voor nu laat ik het, maar ik kom hier zeker op terug en dan krijg ik die kus alsnog. Spoedig.’’ Hij kuste haar op haar wang en verliet toen de gang. Een verwarde Maryam achter latend.

    Hijzelf bevond zich op ‘cloud nine’ zoals ze dat noemen. Hij wist vast en zeker dat die kus zou komen. Maandag op het werk zou hij haar lippen beroeren zoals alleen hij dat kon bij haar. Hij zou haar verslinden en niets meer van haar over laten. Hij kreeg het spontaan warm bij de gedachten aan de vorige kussen die ze hadden gedeeld. Ze waren allemaal teder en lieflijk begonnen, maar eindigde altijd wild en vurig. Ze was niet goed voor zijn hart, echt niet. Hij zou nog eens bezwijken tijdens zo’n kus. Zo heerlijk vond hij haar kussen. Ze had zulke zachte, volle lippen..En dan die smaak, zo zoet als aardbeien. En hoe passievol ze hem dan ook terugkuste. Eerst terughoudend en verlegen, daarna liet ze haar remmen los en brak de pittige dame in haar los. Hij genoot van beide even goed. Misschien nog wel iets meer van de pittige versie. Daarbij wist hij tenminste zeker dat zij ook wilde en dat het niet alleen, opdringerig, van zijn kant kwam.

    Voor het eerst verheugde hij zich op het werk. Het kon niet snel genoeg maandag zijn…
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.