1. #1
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Beyond eternity (afmaken?)

    Lieve lieve dames,

    Ik zou niet weten waar te beginnen...
    Voor de dames die mijn verhaal serieus lazen en me altijd heel lief complimentjes gaven...Ik ben jullie super dankbaar en het spijt me dan ook oprecht dat ik zolang niets van me heb laten horen.
    Er is een heleboel helemaal anders gelopen (in mijn leven) dan gepland was.
    Ik kan nu allerlei redenen geven, maar daar hebben we ook helemaal niks aan en die hou ik ook liever voor mezelf.

    Ik ga hier opnieuw mijn verhaal plaatsen, eerst de vervolgen die in het andere bericht staan en daarna volgen de nieuwe vervolgjes. Ik hoor het graag ladies!

    Ps: Het is geen verplichting om mijn verhaal te lezen. Dit wil dus zeggen dat negatief commentaar achterwege mag (lees: moet) worden gehouden. Niemand weet namelijk wat er in andermans leven speelt.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  2. #2
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Beyond eternity
    Gehaast griste ze haar portemonnee van de tafel en rende de deur uit. Eenmaal in de auto keek ze nog even op haar horloge. ‘’Oké Maryam, je hebt nog precies tien minuten.” Met piepende banden scheurde ze de weg over naar haar eindbestemming.


    Toen ze aangekomen was, beende ze met grote passen het hoge gebouw binnen. In de lobby wachtte ze al zuchtend in de rij voor de receptioniste. Toen ze eindelijk aan de beurt was hief de receptioniste haar hand op en wees haar het kantoortje. Ze werd al verwacht. Zonder nog iets te zeggen liep Maryam door naar haar afspraak. Vooraleer ze naar binnen ging, ademde ze even diep in, gooide haar haren in haar nek en opende de deur met een zelfverzekerdheid die ze eigenlijk helemaal niet voelde.


    Daar zat hij dan. El Marouani, Yasser El Marouani. Dit was de eerste keer dat ze hem in levende lijve zag. Het was altijd bij krantenkoppen en tijdschriften gebleven. Ze moest toegeven dat hij er vreselijk goed uitzag.
    Ze stak haar hand uit toen ze merkte dat hij dit niet van plan was, ‘’Maryam el Idrissi.’’ Hij schudde haar stevig de hand en glimlachte droog terwijl ze het gevoel had daar hand zojuist was verpulverd. ‘’Yasser el Marouani, maar dat wist u al.’’ In gedachte schudde ze haar hoofd, ‘’Arrogante zak.’’ Ze knikte echter en nam plaats op de stoel tegenover hem. ‘’U weet waarom u hier bent, neem ik aan?’’ Ze knikte weer. ‘’Dat is dan mooi. Ik zal u het kantoor laten zein wat u als eerst zult moeten herinrichten.’’ Hij stond op en gebood haar mee te lopen. Ze deed wat hij vroeg en probeerde hem zo goed mogelijk bij te houden, wat moeilijk ging aangezien hij totaal geen rekening hield met haar torenhoge schoenen. Ze ontzag zich echter van geklaag.


    Aangekomen bij het kantoortje keek ze geconcentreerd om zich heen. Dit zou een eitje worden. ‘’Wat zijn de voorkeuren?’’ Hij haalde zijn schouders op. ‘’Dat kan me niet zoveel schelen, zolang het maar een werksfeer krijgt.’’ Ze glimlachte, hij had haar geen beter antwoord kunnen geven. Ze keek nog eens om zich heen, ze wist precies wat ze moest doen.
    Ze werd al snel uit haar gedachte gehaald toen ze twee ogen voelde branden. Ze draaide zich om en keek in twee donkerbruine ogen die haar van top tot teen bekeken. Dit was echter niet Yasser, hij had het kantoor blijkbaar al verlaten. Ze voelde zich ongemakkelijk worden onder zijn blik, maar besloot zich professioneel op te stellen. Ze stak haar hand uit en stelde zich voor. Ze trok deze al gauw weer terug toen hij er een klein kneepje in gaf. ‘’Issam el Marouani.’’ Ze knikte en verdween zo snel als mogelijk.



    Fronsend beet ze op haar lip en hield één van de schetsen omhoog. ‘’Qué bellezza!’’ hoorde ze een mannenstem roepen. Geschrokken keek ze op waar ze een jongeman, van waarschijnlijk Spaanse komaf, zag staan. Hij zag er nogal, hoe zeg je dat nou netjes, verwijfd of gay uit. De vraag of dit ook het geval was brandde op haar lippen, maar het zou ongepast zijn naar zijn voorkeur te vragen. Ze hield wijselijk haar mond. Ze glimlachte vriendelijk naar hem in de hoop dat hij weer verder zou gaan. Het tegenovergestelde gebeurde. Hij schoof bij haar aan en praatte over koetjes en kalfjes.
    Na een dik kwartier kapte Maryam het gesprek af. Ze gaf Giovanni, zo heette hij dus, nog een laatste glimlach en verliet de kantine op weg naar El Marouani’s kantoor.


    Eenmaal aangekomen klopte ze op de deur. Een luide en vooral krachtige ‘’Binnen.’’ was wat volgde. Ze opende de deur en zag hem gefrustreerd door zijn haren woelen. ‘’Als ik ongelegen kom, ga ik wel even naar uw broer.’’ bood ze ietwat ongemakkelijk aan. Hij zuchtte diep en gebood haar te gaan zitten. Ze deed wat hij vroeg en besloot meteen terzake te komen. ‘’Ik heb wat schetsen gemaakt en ik wilde graag weten wat u hiervan vindt.’’ Hij nam haar schetsen van haar over en bekeek ze met een diepe frons in zijn voorhoofd. Zenuwachtig bekeek ze zijn kantoor en hoopte voor het beste.


    Even viel zijn blik op haar en het kostte hem alle moeite om deze af te wenden. Het viel hem nu pas op wat een schoonheid er eigenlijk voor hem zat. Onopvallend bestudeerde hij haar gelaat. Ze had van die grote, mysterieuze goudbruine ogen, versierd door lange zwarte wimpers. Zijn blik gleed verder af naar haar kleine neus zo naar haar volle roodgestifte lippen.


    Hij kuchtte hardop toen hij besefte waar hij mee bezig was en verbrak zo de stilte. ‘’Uw schetsen zijn precies wat ik voor ogen had. Ik ben zeer tevreden, Idrissi.’’ Hij zag haar ontspannen waardoor hij een lach moest onderdrukken.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  3. #3
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    De stilte in zijn kantoor na haar vertrek dwong hem te denken aan het telefoontje van net.
    Zijn vader had gebeld en hij klonk alles behalve vrolijk. Hij had Yasser echter niet de reden gegeven van zijn uiting van woede.
    Hij had geen andere keuze dan er gewoon heen gaan en dat deed hij.

    Bij zijn ouderlijke huis aangekomen, groette hij zijn moeder met een kus op haar voorhoofd. Haar gezicht stond ernstig en ze gebood hem meteen naar zijn vader door te lopen. Hij zou woedend zijn volgens haar....Alsof hij dat nog niet wist.

    Hij liep de woonkamer in en groette ook zijn vader op dezelfde manier. "Salaam beba, wat is er aan de hand?" "Dat je dat nog durft te vragen!" riep zijn vader verontwaardigd. Niet begrijpend keken vader en zoon elkaar in de ogen. "Dat mens wat jij hebt aangenomen!"

    Niet begrijpend keek Yasser naar zijn vader op. Hij fronste zijn voorhoofd. "Maryam Idrissi bedoelt u?" Zijn vader knikte woedend. "Vader, zij staat hier buiten. Laat het rusten." Zijn vader staarde hem met open mond aan. Zei zijn zoon nu echt wat hij moest doen? Gaf hij hem nu echt een preek? Het lijkt alsof de rollen om zijn gedraaid. Woest sloeg hij op de tafel. "Verdomme, jij vertelt me niet wat ik moet doen. Als ik het had laten rusten, stond jij nu niet eens op deze plek om me te preken!" Yasser wist dat hij gelijk had. Hij haalde zijn hand zuchtend door zijn haar. "Zij is niet verantwoordelijk voor zijn daden, familie kies je niet uit. Bovendien doet ze haar werk goed." Zijn vader draaide zijn gezicht van hem weg. "Wacht maar af, Yasser. Je zult spijt krijgen dat je niet naar je oude man luisterde maar dan is het al te laat."
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  4. #4
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Thuis aangekomen, plofte Maryam neer op de bank met een grote zak chips. Nog geen tien minuten later ging de bel. Ze had echter geen zin om open te doen en zette de tv wat harder.
    Toen het gebonk harder en harder werd, stond ze toch maar op. Zachtjes opende ze de deur. Tot haar schrik keek ze in 2 donkergroene ogen die ze maar al te goed kende. Hij was terug....Paniek overspoelde haar....Hij was echt terug...Het zou weer opnieuw beginnen.

    "Wat kom je doen?" vroeg ze dapper. Hij lachtte zijn witte tanden bloot. "Zo dat is lang geleden. Te lang als je het mij vraagt schoonheid." Ze hapte naar lucht, dit mocht niet gebeuren. Niet weer. "Sayfeddine, vertrek. Vertrek en laat je gezicht nooit meer zien."

    Het brak haar hart in duizenden stukjes dit te moeten zeggen. Maar het moest. De Maryam van vandaag liet zich niet bespelen. De Maryam van vandaag liet niet over zich heen lopen.

    De volgende dag verscheen Maryam met donkere kringen rond haar ogen op kantoor. Ze glimlachte gemaakt vrolijk naar iedereen. Ze zuchtte diep nadat ze de blikken van alle werknemers had getrotseerd.

    Net toen ze op de deur van Yassers kantoor wilde kloppen, hield een stem haar tegen. "Hey mooie dame." Ze rolde met haar ogen, hier had ze geen behoefte aan. Issam. Ze gaf hem toch een vriendelijk knikje en wilde Yassers kantoor in gaan toen hij haar aan haar arm terug trok. Hij grijnsde jongensachtig.

    "Mis ik soms iets?" Geschrokken draaide Maryam zich om om zo een geïrriteerde Yasser voor zich te zien. Hij gleed met zijn afkeurende blik over haar heen. Issam had nog altijd die vreselijk irritante grijns op zijn gezicht.

    "Het spijt me als ik jullie intieme momentje heb verstoord maar we zijn hier om te werken." Vervolgde Yasser minachtend. De woede laaide in Maryam op. Haar ogen schoten vuur. "Allereerst lijkt het mij alles behalve verstandig om zomaar conclusies te trekken en ten tweede laat ik het niet toe dat u zo tegen mij spreekt!"

    Zowel Issam als Yasser hadden dit niet verwacht. Ze zagen het gouden vuur in haar ogen oplaaien. De dame zat vol temperament. Ze knikten beiden naar haar waarna Yasser haar gebood in zijn kantoor te zitten. Issam grijnsde nogmaals, dit keer was de grijns echter bedoeld voor zijn broer. Yasser begreep niet waar hij op doelde en besloot hem te negeren.

    "Moet u horen Idrissi, het kan me geen bal schelen met wie u wel of niet aanpapt zolang dit maar buiten uw werktijd gebeurt." Met open mond staarde ze hem aan. "U bent niet goed wijs. Ik moet niets van uw broertje, el Marouani. Trouwens, mocht ik toch geïnteresseerd zijn in uw broertje, zou dit mijn zaak zijn en niet de uwe." Het was er weer, het goude flikkerende vuur in haar ogen. Het maakte iets in hem los, wat precies wist hij echter nog niet.

    Hij kuchtte hard toen hij merkte dat hij haar maar aangaapte. "Ik ben zeer tevreden over uw werk. Zo is mijn broertje dit ook." Ze glimlachte en even werd hij verblind door haar schoonheid, hij hervatte zich echter gauw. "De vraag is nu of u mijn kantoor onder handen wil nemen. Mijn kantoor en misschien wel meer, als u hier mee instemt natuurlijk." Ze schudde lichtjes haar hoofd. "Mijn zus gaat trouwen de volgende maand. Dat gaat al mijn tijd vergen." Hij knikte begripvol. "Er zit geen haast achter." merkte hij droog op. "Oh ja mevrouw Idrissi," zei hij toen ze opstond, "De volgende keer wens ik dat u uw temperament een beetje in toom houdt. Ik geloof dat het hele gebouw u heeft kunnen horen" Hij moest zijn lach inhouden toen ze beledigd de deur achter haar dicht gooide. Toen ze weg was, bulderde hij van het lachen. De dame had pit, het zou voorlopig niet saai zijn op het werk. Dat is een gegeven dat vast staat.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  5. #5
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Genietend van het weer, liep Maryam de stad door. Ze had zich in geen tijden meer zo ontspant. De warmte deed haar snakken naar iets kouds om haar op te frissen. Ze besloot naar het terrasje te gaan waar ze vroeger ook altijd heen ging. Vroeger…De tijd zonder zorgen. Ze zuchtte diep en baande zich een weg door de menigte.


    Ze sloot haar ogen, genietend van de zonnestralen die haar huid streelden. ‘’Hiya 3omria, w hiya ayniya lella Maryama.’’ Ze voelde hoe haar spieren zich abrupt spanden en hoe zijn stem door merg en been leek te gaan. Ze kneep haar ogen stijf dicht en opende deze vervolgens in de hoop dat ze zich de stem had verbeeld. Het tegenovergestelde was waar. Hij zat echt tegenover haar. Angst sloeg haar om het hart. Ze had het moeten weten. Ze had moeten weten dat ze nooit van hem af zou komen. Hij zou blijven opduiken, hij zou haar blijven herinneren aan die donkere periode.


    ‘’Weet je nog dat ik dat altijd voor je zong wanneer je niet in slaap kon komen?’’ Ze slikte zichtbaar. Natuurlijk wist ze het nog. Hoe zou ze het ooit kunnen vergeten? Ze gaf echter geen antwoord. ‘’Maryam, houd je nog van me?’’ Zijn blik stond ernstig. Het leek alsof zijn donkergroene ogen door haar heen boorden en zo in haar ziel konden kijken. Haar tranen onderdrukkend schudde ze langzaam haar hoofd. ‘’Nee, Sayfeddine. Ik haat je. Ik haat je met alles wat ik in me heb. Ik haat je voor wat je me hebt aangedaan en ik haat je voor wat je me nu nog aan doet!’’ Ze slikte een brok weg. ‘’Laat me met rust, alsjeblieft.’’ Het klonk bijna smekend en even leek het alsof ze medelijden zag in zijn ogen. Dit bleek niet het geval te zijn, want hij schudde langzaam zijn hoofd. ‘’Nee, Maryam. Ik ga je nooit met rust laten. Jij en ik, wij horen bij elkaar. En ik zal niet rusten tot we weer bij elkaar zijn! Hoor je me?!’’ Ze liet hem schreeuwend achter en zo ook een stukje van haar hart.

    De volgende dag..

    ‘’Hola hermosa!’’ Vermoeid keek ze op in de ogen van Giovanni. Ze forceerde een glimlach in de hoop dat hij niet zou vragen naar de reden achter haar slonzige uiterlijk. Tevergeefs. ‘’ Qué pasa, guapa? Je ziet er niet goed uit.’’ Ze kon een lachje niet onderdrukken. ‘’Bedankt Giovanni, alsof ik het zelf nog niet wist.’’ Hij lachte ongemakkelijk en probeerde het onderwerp te veranderen.

    ‘’El Idrissi, mijn kantoor graag.’’ Ze liet een zucht ontsnappen, dit betekende niet veel goeds. Ze volgde hem naar zijn kantoor en liet zich daar in de stoel tegenover hem ploffen. De stilte was om te snijden. Ze voelde hoe zijn ogen haar doorboorde. Het leek er alleen maar ongemakkelijker op te worden dus besloot ze de stilte te verbreken. ‘’Ik moest komen?’’ Hij knikte. ‘’U bent nogal afwezig vandaag.’’ Ze rolde met haar ogen, dit is als de zoveelste keer dat ze zich moest verdedigen om haar verschijning. Ze had er genoeg van. Ze knikte. ‘’Als dat het was, wens ik nu graag verder te gaan met mijn werk.’’

    Ze maakte aanstalten om op te staan, maar hij trok haar terug in haar stoel. ‘’Als ik u ergens mee kan helpen, dan wacht ik hier op u.’’ Kippenvel vormde zich over haar huid en rillingen doorvoeren haar lichaam. Het waren niet zozeer de woorden die dit veroorzaakte maar meer de blik in zijn ogen. Ze stonden zo intens. Ze schudde zichzelf wakker, misschien had ze het zich wel verbeeld. Ze knikte daarom naar hem en verliet zo zijn kantoor.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  6. #6
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Ze zette het volume van haar oordopjes op het maximale. Ze had even geen zin in de buitenwereld en wilde zich puur en alleen op haar werk storten. Haar werk was haar een van de weinige dingen waarin ze zich helemaal kon laten gaan, waarin ze zich helemaal in haar element voelde. Wellicht kwam het ook door het feit dat dit een van de weinige dingen was die ze echt voor haarzelf deed.
    Zachtjes zong ze mee met haar lievelingsliedje, haar omgeving totaal vergetend. Ruw werd ze uit haar trance geholpen toen iemand haar oordopjes uit haar oren trok. ‘’Iemand verwacht je op de gang.’’ Voor haar stond een grijnzende Giovanni. ‘’Het is een echte knapperd die je aan de haak hebt geslagen, Maryam!’’ Hij gaf haar nog een veelbetekenende knipoog en vervolgde toen zijn weg.

    Ze sloot haar ogen. Hij was het. Er was geen andere mogelijkheid. Hij wist nu waar ze werkte. De neiging om niet naar hem toe te gaan was groot, maar ze wist dat hij het er niet bij zou laten. Hij zou een heisa schoppen en zij zou worden ontslagen. Ze sloot haar ogen en ademde diep in door haar neus. Vastberaden liep ze de gang in.

    ‘’Ben ik niet duidelijk genoeg geweest? Ik dacht dat ik zei dat je me met rust moest laten!’’ Hij keek haar aan alsof ze zojuist in een andere taal had gesproken. Met grote stappen kwam hij op haar afgelopen. Woede en onbegrip waren in zijn ogen af te lezen. Ze keek hem gemaakt onbevreesd in de ogen aan. Vanbinnen had ze echter het gevoel dat haar hart het ieder moment kon begeven.
    Ruw pakte hij haar bij haar gezicht vast. ‘’Hoor eens prinsesje, jij maakt hier niet de regels, maar ik. Je hebt naar mij te luisteren en dat is ook wat je gaat doen. Je gaat met mij mee naar huis, we beginnen opnieuw en gaan nog lang en gelukkig leven!’’ Ondertussen rolden de tranen al over haar wangen.

    Ze wilde dit niet. Ze wilde dat ze hem nooit had ontmoet, dat ze hem nooit had gekend. Ze raapte al haar moed bij elkaar en spuugde zo in zijn gezicht. Iets wat ze beter niet had kunnen doen, want het zag er naar uit dat hij op het punt stond uit te halen met als doelwit: Haar gezicht. Ze kneep haar ogen dicht voor wat komen zou, voor wat al eerder gekomen was en voor wat eigenlijk nooit meer komen mocht. Ze voelde zijn vuist op haar gezicht landen. De pijn die volgde was onbeschrijfelijk. Het ging ook niet alleen om lichamelijke pijn, maar vooral om de mentale pijn. Ze had hier echt schoon genoeg van.

    ‘’Ik zou maar maken dat je weg komt als ik jou was.’’ Angstig opende ze haar ene oog voor de helft, precies genoeg om iets te kunnen zien. El Marouani. Beschaamd sloot ze haar ogen weer. Ze voelde zich zo klein op dat moment. ‘’En wie denk jij wel niet dat je bent? Ik probeer hier een gesprek te voeren dus als je nu ergens ander de held zou willen uithangen, graag.’’ Met grote passen liep El Marouani op hem af. Toen ze eenmaal tegenover elkaar stonden leek de spanning om te snijden. ‘’Hoor eens, dit is mijn gebouw. Ik bepaal wie hier wel of niet binnenkomt en ik bepaal nu dat je verdwijnt.’’ Een cynisch lachje verliet Sayfeddine’s mond. ‘’En als ik dat nou eens niet doe?’’ ‘’Dan gebeurt het op de hardhandige manier.’’ De toon waarop hij de woorden uitsprak duidde erop dat hij het nog echt zou doen ook. Sayfeddine keek van hem naar haar, wees haar erop dat ze nog niet waren uitgesproken en verliet toen het gebouw.

    Beschaamd keek ze naar het puntje van haar schoenen. Ze schraapte haar keel en veegde de tranen weg. ‘’Ik..’’ Een pijnscheut doorvoer haar lichaam toen ze haar kaken bewoog. Ze kneep haar ogen dicht en kromp ineen.


    ‘’Kom mee.’’ Met grote passen liep hij naar zijn kantoor. Ze slikte haar tranen weg en volgde hem. Dit was het dan, ze zou worden ontslagen. Ze voelde dit met elke vezel die haar lichaam bezat. Ze kon het hem ook niet kwalijk nemen. Dit soort drama hoort niet thuis op de werkvloer en toch was het er. Door haar. Haar en haar verleden.

    Hij gebood haar rustig te blijven zitten, terwijl hij het kantoortje verliet. Na een minuut of twee keerde hij terug met een ijskoud doekje. ‘’Dit zal de pijn verzachten.’’ Voorzichtig drukte hij het doekje tegen haar wang. ‘’Dankje..’’ Hij knikte naar haar en ging vervolgens aan zijn bureau zitten. ‘’Wie was dat?’’ Tranen glinsterden in haar ogen. ‘’Hij..Hij is….Hij is mijn ex.’’ Er viel een oorverdovende stilte aan beide kanten. ‘’Valt hij je vaker lastig?’’ Ja. Het antwoord was ja. Dat zei ze hem ook. Gefrustreerd haalde hij zijn hand door zijn haren. Van de sterke, temperamentvolle Maryam El Idrissi van de eerste ontmoeting leek niets meer over te zijn. Slechts een klein, fragiel meisje was overgebleven.

    Hij stond op van zijn stoel en liep op haar af. Bij haar aangekomen, knielde hij voor haar neer. Hij plaatste zijn ene hand op de hare en de andere op haar wang. ‘’Ik zal ervoor zorgen dat hij je hier niet meer komt opzoeken.’’Door haar tranen heen keek ze hem in de ogen aan. Hun blikken hielden elkaar vast. De spanning leek te stijgen, beide voelden ze het aan. Traag kwam hij dichterbij, zo dichtbij dat hij haar warme adem over zijn gezicht voelde strijken. Beiden leken in een trance te verkeren, een magische trance die geen van hen leek te willen of kunnen verbreken. Lichtjes beet ze, uit nervositeit, op haar onderlip. Zijn blik werd er als een magneet naar toe gezogen. Hij zou het doen, hij zou haar kussen. Dat was het enige wat hij nu nog wilde, haar kussen. Haar volle lippen op de zijne voelen, proeven.

    Toen Maryam goed en wel besefte wat er stond te gebeuren, kuchtte ze hard. ‘’Ik..Uhm..Dankuwel, het zal niet nog eens gebeuren dat ik mijn privézaken op het werk breng.’’ Zo snel als ze kon liep ze het kantoor uit, een net zo of misschien nog wel meer verwarde Yasser achterlatend. Woest sloeg hij op zijn bureau toen hij de deur hoorde dichtvallen. Waar was hij mee bezig? Wilde hij haar nou echt kussen? Wat als ze het moment niet had afgebroken? Had hij dan haar voluptueuze lippen geproefd? Hij zou toch zweren dat zij hetzelfde van plan was. Niet dus. Hij begreep steeds minder van zijn actie van daarnet, van zijn actie en van zichzelf.

    Hij probeerde zich terug te focussen op zijn werk en het moment van net te vergeten, maar de vragen spookten door zijn hoofd. Zou zij er ook zo mee zitten? Of zou ze het allang vergeten zijn? Hij kon het in ieder geval niet meer uit zijn hoofd krijgen. Bijna had hij haar gekust, bijna. Hij wist dat het fout was, maar op dat moment leek het alsof het het enige juiste was. Hij zuchtte diep en besloot naar huis te gaan. Van zijn werk zou toch niets meer komen. Thuis had hij tenminste alle rust. Alle rust om de dingen op een rijtje te zetten. Hij moest een lach onderdrukken. Hij besefte dat hij overdreef. Er was niets gebeurd. Ze hebben niet gekust. Het was gewoon het moment, ja dat was ‘t. Alhoewel hij niet kon ontkennen dat hij maar wat graag had gewild dat het toch zou zijn gebeurd. Hoofdschuddend om zijn eigen gedachten verliet hij het gebouw.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  7. #7
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Thuis aangekomen besloot hij een snelle douche te nemen, even afkoelen. Het zou hem goed doen. Hij pakte de nodige spullen en stapte de douchecabine in. De koude waterstralen verichtten inderdaad het nodige werk, even vergat hij zijn stupide actie van vandaag.

    Na de heerlijke douche van net, voelde hij de slaap in zijn ogen prikken. Een middagdutje kon geen kwaad, toch? Hij was immers naar huis gegaan om te rusten. Hij schoof zijn gordijnen dicht, nu was het precies donker genoeg om het te doen lijken op de nacht. Hij voelde al zijn botten, gewrichten en spieren tot rust komen. Hij uitte een zucht van genot. Waarom kon het leven niet altijd zo zijn? Zo stressloos, zo rustig. Hij gaapte even om vervolgens in een diepe slaap te vallen.

    Hij voelde hoe hij traag uit zijn slaap ontwaakte. Iets voelde anders, iets wás anders. Met zijn ogen zocht hij de hele kamer af, niets of niemand te bekennen. Hij rook een bepaalde geur, de geur van bloemen in de lente. Deze geur kwam hem ergens bekend voor. Hij had het eerder geroken, zonder twijfel. Uit het niets voelde hij een zware, maar toch fijne, druk op zijn borst. Niet begrijpend keek hij neer op zijn borst. Een vrouw? Hoe kwam deze vrouw bij hem in bed terecht? Droomde hij soms nog? Hij kneep in zijn bovenarm. Hij voelde de pijn van de kneep dus hij moest wel wakker zijn. Nee, hij sliep niet.
    Langzaam probeerde hij onder haar vandaan te komen zonder haar wakker te maken. Tevergeefs, lichtjes bewoog ze haar hoofd omhoog. Een slaperige ‘’Goedemorgen’’, gevolgd door een oogverblindende lach was wat volgde. Was dit nu..? Hoe kon zij…? Maryam? Hij kneep zijn ogen stijf dicht, telde tot 10 en opende ze weer. Ze was er nog steeds.
    Was het gisteren dan toch anders gelopen? Hadden ze toch gekust en was ze toen mee naar huis gegaan? En had hij dan misschien gedroomd dat dat niet het geval was geweest? Zijn gedachten werden abrupt verbroken toen ze haar gezicht dichterbij het zijne bracht. Hij slikte zichtbaar. Hun gezichten waren maar een centimeter of 2 van elkaar verwijderd. Sensueel streek ze lichtjes met haar lippen over de zijne. Hij kon niet ontkennen hoezeer hij hiervan genoot, want dat deed hij, genieten. Volop genieten van dit heerlijke moment, haar lippen op de zijne, haar lichaam op de zijne.

    Uit het niets schoot hij omhoog. Verward keek hij om zich heen. Het duurde even voor hij zijn eigen kamer herkende. Hij keek de kamer rond, in de hoop iets te zien van Maryam. Tevergeefs, het drong langzaam tot hem door dat het slechts een droom was. Ze was hier niet, nooit geweest ook. Hij had haar lippen niet geproefd, nooit gedaan ook.

    Hij begreep er niets van. Hij droomde zelfs van haar, van haar en haar kussen. Dit was compleet gekkenwerk! Waanzin, dat was het! Hoogstwaarschijnlijk zou zij nu thuis zitten en het moment allang uit haar gedachten hebben gebannen. Hij stond op, waste zijn gezicht met koud water en liep terug naar zijn bed. Hij zou terug in slaap vallen, met een andere droom, een mooiere droom, een droom waarin geen Maryam voorkomt.

    Maryam’s perspectief

    Thuis aangekomen verruilde ze haar kleding voor een comfortabele pyjama. Ze plofte vermoeid neer op de bank. Het moment van de ‘’bijna-kus’’ had ze nog niet uit haar gedachten weten te krijgen. Het bleef zich steeds opnieuw afspelen. Ze had zich zelfs enkele keren afgevraagd waarom ze het moment nou had verbroken. Hoeveel dames zouden er een moord voor doen zijn volle lippen op de hare te mogen voelen? Iets later dankte ze God weer dat hij haar sterk genoeg had gemaakt het moment af te breken. Ze begreep hoe langer, hoe minder van haarzelf.

    Het grappige was dat hij waarschijnlijk al genoeg dames in zijn leven had gekust en dat een ‘’bijna-kus’’ daarbij dus vrijwel niets voorstelde voor hem. Hij kon er misschien alleen maar om lachen, of misschien zelfs dat niet. Misschien was hij het allang vergeten. Ja, dat was het meest logische. Waarom zou hij zichzelf gek maken met die gedachten? Het is niet dat ze zo’n aantrekkelijke vrouw was dat hij er van zou wakker liggen.

    Ze liet een diepe zucht ontsnappen. Ze besloot op te houden met piekeren. Ze mocht niet doen alsof het moment iets betekende. Dat was namelijk niet het geval. Het was de spanning, ja dat was het. Hij moest stoom afblazen en zij had troost nodig. Beiden hadden ze gedacht dat ze hun ei kwijt konden in de kus als die plaats zou hebben gevonden.

    Het enige wat haar nog bezig hield was de volgende dag, weer een werkdag. Ze wist niet hoe ze hem nog onder ogen kon komen. Ze had zichzelf ten schande gezet en niet zo’n beetje ook. Morgen zou ze hem haar excuses aanbieden voor haar onprofessionele gedrag.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  8. #8
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Op weg naar haar werk stresste ze zich dood. Hoe en waar moest ze beginnen? Moest ze haar excuses wel aanbieden? Misschien was hij het alweer vergeten en zou dit de wond alleen maar weer openhalen. Maar doen alsof er niets was gebeurd..? Kon ze dat wel maken? Nee. Het antwoord was nee. Natuurlijk kon ze dat niet. Zij heeft een fout gemaakt en daarvoor dient ze haar excuses aan te bieden. Punt. Ze werd gek van haar eigen gedachten

    Op het werk aangekomen liep ze regelrecht naar zijn kantoor. Hoe sneller het gebeurde, hoe eerder ze er van af was. Ze nam diep adem door haar neusgaten en liet het langzaam uit haar mond ontsnappen. Ze aarzelde even maar klopte toen toch maar op de deur. Geen reactie. Ze klopte nog eens, nu iets harder. Een vermoeide ‘’Binnen’’ was wat luidde. Ze raapte al haar moed bij elkaar en duwde de deurklink naar beneden. Langzaam stapte ze zijn kantoor binnen.

    Hij had zijn handen in zijn haar en hij zag er vermoeid uit. Geïrriteerd keek hij naar haar op toen ze akelig stil bleef. ‘’Ja?’’ Ze hervatte zich, ‘’Ik..Ik wilde mijn excuses aanbieden voor…’’ Hij liet haar niet eens uitpraten. ‘’Het spijt me, maar hier heb ik op het moment geen tijd voor, El Idrissi.’’ Geschrokken en ietwat beledigd bleef ze staan. Had ze voor deze zak nu echt al deze moeite gedaan? Had ze echt zo lopen stressen voor deze man? Ze kon zichzelf wel voor haar kop slaan. Het interesseerde hem totaal niet wat ze te zeggen had. Het interesseerde hem totaal niet hoe ze zich hiervoor had gestresst. Klootzak. ‘’Nou dan niet hè.’’

    Boos liep ze zijn kantoor uit. Ze had dit niet verwacht. Ze had gedacht dat hij haar op z’n minst zou laten uitpraten, maar ook dat fatsoen had hij blijkbaar niet. Onderweg kwam ze Issam tegen op de gang. ‘’’Hey daar Mar!’’ Ze kon hem momenteel totaal niet waarderen, blafte hem af en liep door. Ze zag hoe hij haar reactie probeerde te plaatsen wat vervolgens niet lukte. Hij keek even teleurgesteld en ook hij vervolgde toen zijn weg. Het kon haar even niet schelen. Ze had haar buik vol van mannen, mannen die dachten te weten wat het beste voor haar was, mannen die dachten dat ze meer waren dan zijzelf puur en alleen omdat zij man waren en mannen die haar alleen als lustobject zagen. Walgelijk vond ze het!

    Yasser’s perspectief
    Hij kon zich wel voor z’n kop slaan. Ze kwam haar excuses aanbieden en hij stuurde haar zonder pardon weg. Hij wist dat hij onredelijk bezig was geweest, maar hij kon er niets aandoen. Het was sterker dan hemzelf. Hij grinnikte even. Haar excuses aanbieden..Waarvoor? Voor de dramatische scène van gisteren? Voor het verbreken van de ‘’bijna-kus’’? Of voor het feit dat ze de hele nacht door zijn hoofd spookte? Hij had de hele nacht wakker gelegen. Piekerend over haar en de hele situatie. Situatie? Welke situatie? Op die vraag kon hij nog geen antwoord geven.

    Hij werd uit zijn gedachte gehaald door een zacht geklop. Hij hoopte vurig dat het Maryam zou zijn zodat hij zijn fout recht kon zetten, hij wist alleen beter. Ze zou niet terugkomen nadat hij haar persoonlijk had weggestuurd. Het was Issam. ‘’Kwam Idrissi net van jou af?’’ Hij knikte, ja. ‘’Je hebt haar goed kwaad gemaakt, jongen. Ze is niet om te genieten.’’ Schuldgevoelens hoopten zich op. Hij was de reden van haar slechte humeur. Hij legde zijn broertje alles uit, van A tot Z. Of nouja, laten we maar zeggen van A tot Y. De kus en het feit dat hij de hele nacht over haar had zitten denken liet hij namelijk maar achterwege. Het was irrelevant maakte hij zichzelf wijs.

    Issam schudde zijn hoofd. ‘’Goed werk, broer. Je hebt haar woede op je hals gehaald. En geloof me ik zou niet in je schoenen willen staan, want ze kan er wat van als je het mij vraagt.’’ Beide broers schoten in de lach. Nadat ze uitgelachen waren, stond Yassers blik terug ernstig. ‘’Issam kun je haar hier naartoe sturen?’’ Hij knikte en verliet vervolgens het kantoor.

    Niet veel later kwam een chagrijnige Maryam zijn kamer binnen. ‘’Ga zitten.’’ Ze negeerde hem volkomen en sloeg haar armen over elkaar heen. ‘’Wat kan ik voor u doen?’’ Ze zou het hem dus moeilijk maken en zo vreemd vond hij het niet. ‘’Blijf dan maar staan. Ik wilde alleen mijn excuses aanbieden voor mijn ongeduldige en gehaaste gedrag van net. Het was niet netjes om u zo af te kappen.’’ Het leek erop dat hij haar had verrast. Ze had niet verwacht dat ik haar mijn excuus zou aanbieden, noch dat ik haar zou terugroepen. ‘’ Dat was het inderdaad niet. Hij moest een lach onderdrukken.

    ‘’Nu is het uw beurt, dame.’’ Haar lippen vormden zich tot een ondeugende glimlach. ‘’Ik weet niet waar u het over hebt, meneer.’’ Hij moest lachen. ‘’Uw excuses, mevrouw.’’ ‘’Excuses? Waarvoor dan wel?’’ Zijn ogen stonden intens. De sfeer sloeg in een keer helemaal om en de spanning steeg alleen maar meer toen hij opstond en op haar afliep. Langzaam kwam hij dichterbij met zijn gezicht. ‘’Voor het spoken door mijn hoofd’’ fluisterde hij schor. Ze schrok en wilde een stap naar achter zetten, maar de muur blokkeerde deze zet. Hij grijnsde, ze kon nergens meer naartoe. Hij hield zijn hand tegen de muur en sloot haar zo in.

    Paniek was in haar ogen te lezen, daarnaast zag hij dat zij precies hetzelfde wilde maar zichzelf wijs maakte dat dit niet het geval was. Ze sloeg haar blik neer, naar het puntje van haar schoenen kijkend. Hij hief haar gezichtje bij haar kin omhoog. ‘’Je hoeft je niet te verzetten. Niet tegen iets wat we beiden willen.’’ Ze slikte zichtbaar. Hij voelde haar lichaam verstijven. ‘’Grappig hoe je temperament zo kan verdwijnen. Grappig…en onwijs aantrekkelijk.’’ Nog steeds zei ze niets. Hij glimlachte naar haar en wilde zijn lippen op de hare plantte toen er ineens werd geklopt. Schichtig keek ze om haar heen. Hij boog zijn hoofd, sloot zijn ogen en uitte een diepe zucht. Niet alweer. Het moment was voor een tweede keer verbroken.

    Ze maakte dat ze weg kwam terwijl hij geïrriteerd de volgende binnen liet. Het was Giovanni. Hij blafte hem af en zorgde dat hij zo snel mogelijk zijn kantoor weer verliet. Zijn hele humeur was omgeslagen. Het is nu de tweede keer dat hij haar bijna had gezoend, bijna. Het is ook de tweede keer dat iemand het moest verbreken. Hij durfde te zweren dat als Giovanni niet langs was geweest dat hij haar zou hebben gekust. Hij zou haar hebben gekust en niets meer van haar hebben overgelaten. Het was ongelooflijk hoe sterk hij er op dat moment naar hunkerde. En nu nog hunkerde hij naar haar lippen. Ze bracht hem tot waanzin zonder dat ze het wist. Hij uitte een diepe zucht.

    Je bent al twee keer aan mij ontsnapt, El Idrissi. Een derde keer zal het niet gebeuren, dat is een belofte die ik je nu maak.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  9. #9
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Gefrustreerd liep ze naar de kantine. Ze dacht weer terug aan het moment. Ze was kwaad, nee niet kwaad, ziedend was ze. Op hem, op de situatie, maar vooral op haarzelf. Als er niet geklopt was geweest, had de kus wel plaats gevonden. Ze haatte het dat ze zo zwak was, dat ze er niet weer zelf een eind aan had gemaakt. Ze voelde zich hoe langer, hoe slechter. Ze probeerde zich voor de kwellende gedachten af te sluiten. Tevergeefs, de scène speelde zich steeds opnieuw af, hoe hij haar zo intens aankeek, hoe hij haar schor toefluisterde dat ze in zijn hoofd spookte, hoe hij langzamer dichterbij kwam..

    Dit werkte niet, ze pakte haar spullen bij elkaar en stopte ze in haar tas. Genoeg gewerkt voor vandaag. Ze nam haar sleutels in de hand en nam, zonder gedag te zeggen, de benen. Ze had behoefte aan leuk gezelschap, haar beste vriendin. Even geen mannen, geen werk, puur en alleen ontspannen. Ze liet een sms’je achter voor haar beste vriendin en reed zo de weg op. Denkend aan haar vriendin vormden haar lippen een lach. Ze had haar door alle drukte een tijdje niet meer gezien en het gemis werd iedere dag alsmaar groter. Ze waren elkaars zielsverwanten zoals Safae, haar beste vriendin, het zelf altijd noemde. Zo ervoer Maryam het zelf ook. Safae was inderdaad haar zielsverwant. Ze begreep haar zonder woorden, ze begreep wanneer ze stil moest zijn, wanneer ze door moest vragen en wanneer Maryam troost nodig had. Zo’n vriendin zou iedere vrouw moeten hebben, puur om haar staande te houden, om altijd te weten dat er nog iemand is op wie je altijd kunt rekenen en dat er nog iemand is die onvoorwaardelijk veel van je houdt.

    Ze stapte de auto weer uit toen ze voor haar deur stond. Met een glimlach van oor tot oor klopte ze aan. Haar ogen begonnen te twinkelen toen ze haar stem hoorde. ‘’Ik doe wel open, Anass!’’ Haar vriendin zette grote ogen op toen ze Maryam in de deuropening zag staan. Ze gilde het even uit en vloog haar om de nek, ze had haar sms’je blijkbaar niet gelezen. Ook Maryam was meer dan blij haar te zien. Giechelend liepen ze de woonkamer in, ze groette Redouan, Safae’s man, nog even kort en nam toen plaats op de bank. Even later kwam Safae de woonkamer ook binnen met een plateau vol met lekkernijen en wat drinken. ‘’Zo, vertel eens jongedame! Wat heb jij in de tussentijd allemaal uitgespookt?!’’ Meteen vlogen haar gedachten terug naar El Marouani. ‘’Waar moet ik beginnen..?’’ Safae had de ernst in de manier hoe ze het uistprak door en keek veelbetekend Redouans kant op. Gelukkig had hij het hintje meteen door. ‘’Ik weet wanneer ik teveel ben.’’ Grijnzend liep hij de woonkamer uit. Ze draaide zich weer Maryams kant uit. ‘’Begin bij het begin.’’

    ‘’Ongelooflijk…’’ Ze sloeg haar hand voor haar mond, na naar Maryams verhaal te hebben geluisterd. Maryam knikte beamend. ‘’Ik snap er ook maar weinig van’’ zei ze naar eerlijkheid. Safae’s ogen stonden mogelijk nog groter dan voorheen en gaf haar een klapje op haar schouder. ‘’Je snapt er niets van? Ben je blind ofzo?!’’ Met een vragende blik bekeek ze haar vriendin. ‘’Moet ik het echt voor je uitkauwen? Serieus, ben je nou echt zo dom of doe je alsof? Je hebt die El Marouani te pakken, meid! Hij vindt je leuk!’’ Maryams mond viel letterlijk open. ‘’Je bent niet goed wijs, Safae. Hij is mijn werkgever, mocht je het even vergeten zijn. Daarbij ziet hij echt niets in mij. Groot gelijk heeft hij, want waarom zou hij mij nou leuk vinden?’’ Ze rolde met haar ogen. ‘’Volgens mij heb jij jezelf nog niet goed bekeken! Je bezit een schoonheid, Maryam…die maar weinigen met jou kunnen delen. Zowel uiterlijk als innerlijk ben je een pracht van een dame!’’ Zelf zag ze het niet. Ze vond niet dat ze er afschuwelijk uitzag, maar adembenemend was ze ook niet. ‘’Dat zeg je alleen omdat je m’n vriendin bent’’, grinnikte ze. Safae schudde afkeurend haar hoofd maar ging toen over op een volgend onderwerp. Het werd een gezellige avond en ze zag er tegenop om weer te moeten vertrekken, maar goed, aan alles komt een eind.

    Yasser’s perspectief

    Langzaam naderde hij zijn ouderlijke huis. Als hij eerlijk moest zijn, zag hij er best tegenop. Zijn vader zou het ‘’El Idrissi-probleem’’ weer oprakelen en zijn moeder zou het weer hebben over potentiële trouwkandidaten. Dat laatste zat hem vooral dwars. Zijn moeder wilde hem veel te graag getrouwd zien. Ze zocht zelf naar dames die in haar ogen voor hem perfect zouden zijn. Hijzelf wilde er nog even mee wachten, althans tot hij zelf de ware was tegengekomen. Zoiets forceer je namelijk niet, het overkomt je of niet. Zijn gedachten dwaalden af naar Maryam. Hij schudde deze gedachten weer weg toen hij aan was gekomen.

    ‘’Ahlen weldi, kom binnen!’’ Hij kuste zijn moeder op haar voorhoofd, deed zijn schoenen uit en liep zo de woonkamer in. Daar groette hij zijn vader nog door middel van een kus op zijn hand en ging toen zitten. Ze praatten over koetjes en kalfjes tot het langverwachte onderwerp alweer werd aangesneden. ‘’Ewa a weldi, kan ik binnenkort al een kersverse schoondochter verwachten?’’ Hij uitte een diepe zucht. Ze ratelde maar door over een of andere kennis die een dochter zou hebben die maar wat graag wilde trouwen en dat zijn moeder haar hand wilde vragen voor hem. Het werd hem even teveel en zonder er erg in te hebben riep hij: ‘’Ik heb al een meisje ontmoet!’’

    Hij had direct spijt van zijn woorden, shit! Dit had hij niet moeten doen. Het was telaat om nog terug te krabbelen, de twinkeling verscheen in zijn moeders ogen. Het vragenvuur was nu pas echt begonnen. ‘’Hoe heet ze?’’ ‘’Waar ken je haar van?’’ ‘’Hoe oud is ze?’’ en ‘’Ze is toch wel Marokkaans?’’ waren allemaal vragen die er naar zijn hoofd werden geslingerd. Hij probeerde haar te sussen door haar te vertellen dat ze haar vroeg of laat wel zou leren kennen, wanneer de tijd rijp zou zijn. Dit leek haar niet tevreden te stellen, ‘’Oke, ik wil wel weten waar je haar van kent.’’, zei ze vastberaden. ‘’Van werk.’’ ‘’Hmm, interessant. Y koun khayr a weldi.’’ Hij knikte, de wanhoop al nabij. Hij had zijn eigen graf gegraven. Zijn moeder kennende zou ze de volgende dag al op werk staan met een of andere doorzichtige smoes puur en alleen om te analyseren welk vrouwelijk schoon er daar rond liep en op wie haar zoon zijn oog had laten vallen.
    Hij zag er nu al tegen op…
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  10. #10
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Rillend stapte ze onder de douche vandaan en sloeg een handdoek om haar lichaam. Ze liep zo naar haar kledingkast en keek bedenkelijk naar de diverse kledingstukken. Vandaag wilde ze er goed uit zien, ze moest zich niet uit het veld laten staan en dat liet ze dus ook niet gebeuren. Haar oog viel op een zwart jurkje, ze aarzelde even gezien de vorm ervan, het liet namelijk maar weinig aan de verbeelding over.. Ze schudde haar hoofd, dit zou ze dragen. Punt.

    Ze stifte haar lippen in een diep rode kleur, wierp nog een laatste tevreden blik in de spiegel en verliet toen haar huis. Op de een of andere manier voelde ze zich weer helemaal in haar element, als herboren. Ze voelde zich ontspannen, enthousiast over deze nieuwe dag met de bijbehorende nieuwe kansen. Ze had er zin in om fanatiek aan de slag te gaan. Waardoor het kwam wist ze nog niet zeker. Misschien door de peptalk van Safae, of misschien omdat ze eindelijk inzag dat ze zichzelf verloren had in alle wanhoop en onbegrip.

    Aangekomen op het werk voelde ze enkele blikken van mannelijke medewerkers op haar huid branden. Aan de ene kant irriteerde ze zich hier mateloos aan, maar vanbinnen schreeuwde een klein duiveltje dat ze hier ook wel een klein beetje van mocht genieten. Dat deed ze, ze kon niet ontkennen dat het haar ego op de een of andere manier wist te strelen. ‘’Hola chiquitita, je ziet er oogverblindend uit!’’ Ze schonk Giovanni een stralende glimlach en uitte een gelukzalige zucht. Ze moest even om haarzelf lachen. Als ze niet beter zou weten, zou ze denken dat ze nog ijdel en arrogant zou gaan worden. Hoofdschuddend om haar eigen gedachten liep ze door de gangen op weg naar de kantine.

    ‘’Sorry, mag ik u iets vragen?’’ Een Marokkaans uitziend vrouwtje hield haar staande. Op de een of andere manier voelde ze een soort van heimwee naar het land van herkomst, Marokko. Waarschijnlijk door de donkerbruine jelaba met bijpassende hoofddoek die de vrouw ophad. Ze besloot haar te beantwoorden in het Marokkaans aangezien het vrouwtje nogal wat moeite leek te hebben met de Nederlandse taal. ‘’Ah a benti, wat een geluk dat ik jou hier tref!’’ Een warm, maar tegelijk ook kil, gevoel bekroop haar bij het woordje ‘’benti’’. Even dacht ze terug aan haar eigen moeder, maar schudde deze gedachten al gauw weer van haar af.
    Het vrouwtje vertelde haar dat ze een afspraak had met een zekere Yasser El Marouani over een halfuurtje. Even fronste Maryam haar voorhoofd en knikte toen kort. ‘’Vind u het een probleem als ik bij u blijf?’’ Nee. Ze vond het zeker geen probleem. Ze had in geen tijden meer met een Marokkaanse van de 1e generatie gesproken en ze moest zeggen dat het hartverwarmend was. Ze had het gemist, dus nee ze vond het inderdaad geen probleem.

    ‘’Bent u al getrouwd?’’ Maryam grinnikte even. Zo was haar moeder ook geweest, heel direct. Zonder ergens doekjes om te winden, gewoon straight to the point. Dat kon ze altijd wel waarderen. ‘’Nee, khelti. Ik denk er nog niet aan.’’ Fronsend knikte het oude vrouwtje naar haar. Maryam veranderde van onderwerp en zo gingen ze een tijdje door met het babbelen over van alles en nog wat. ‘’Weet je a benti, ik heb een z-‘’ Abrupt werden we onderbroken toen El Marouani de kantine binnen kwam gestormd. Toen hij het vrouwtje zag zitten, uitte hij een diepe zucht en haalde zijn hand door zijn haar. ‘’Yemma, moet dit echt?’’ Maryams ogen stonden zo groot dat het leek alsof ze uit haar kassen zouden rollen. Zijn moeder? Had ze het gehele afgelopen halfuur met zijn moeder gekletst? Het vrouwtje had haar blik gezien en moest een lach onderdrukken.
    ‘’Oh ja dat ben ik vergeten te vermelden. Deze onweerstaanbare, irritante man hier is mijn zoon.’’ Ze forceerde een ongemakkelijke glimlach. ‘’Qoli a weldi, is dit de vrouw die je hart heeft gestolen?’’ Haar hart sloeg een slag over. Wat was hier gaande? ‘’Ze is geweldig, mijn zegen heb je in ieder geval a weldi.’’ Hij schudde zijn hoofd en wilde haar geratel over wat een geweldige schoondochter ze zou vormen onderbreken, maar het lukte hem maar niet er tussen te komen. Het lukte geen van beiden. Zijn moeder was te enthousiast om zich open te kunnen stellen voor andere ideeën of commentaren.

    Ze liep op Maryam af en gaf haar vier zoenen, twee op iedere wang. ‘’Mabrouk a benti, Allah y kemel blkhir!’’ ‘’Maar, khelti ik-‘’ ‘’Geen gemaar. Ik ben zo blij dat mijn zoon zijn geluk bij een bent ness heeft gevonden!’’ Met een niet weg te slane glimlach van oor tot oor verliet ze het gebouw, een verwarde Yasser en Maryam achterlatend. Ze knipperde even met haar ogen. Ze moest dit even laten bezinken. ‘’Maryam, ik..Ik wist niet da-‘’ Ze hief haar hand naar hem op als teken dat hij nu maar beter zijn mond kon houden. ‘’Ik heb hier nu totaal geen zin in. U regelt het maar met uw moeder.’’ Hij sloot zijn mond direct en liet een diepe zucht ontsnappen.

    De geur van bloemen in de lente drong zijn neusgaten binnen toen ze langs hem heen liep. Precies dezelfde geur als in zijn droom. Het liefst had hij haar terug getrokken en zijn gezicht in haar zijdezachte haarmassa verborgen, haar geur omarmend. Zelfs toen ze de ruimte had verlaten, rook hij het nog. Ze maakte hem op de een of andere manier gek, zoals nooit een andere vrouw had gekund. Zolang kende hij haar niet eens, het was pure waanzin. Aan de andere kant…Iedere man zou vallen voor haar adembenemende uiterlijk alleen al, hij kende nu ook nog haar innerlijk wat het plaatje compleet maakte. Ze was prachtig van binnen en buiten. Even dacht hij terug aan haar verschijning van net. Ze zag er oogverblindend uit, merkte hij op. Het contrast tussen haar dieprode lippen en parelwitte tanden, haar grote amandelvormige ogen die ze versierd had met een zwart oogpotloodje. Ja, adembenemend was ze. Hij uitte nogmaals een zucht en trok zich toen terug in zijn kantoor.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  11. #11
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Fronsend boog ze zich over haar schetsen. Ze moest wat aanpassingen verrichten en tot nu toe ging het maar moeizaam. Ze moest hiermee naar Yasser. Ze moest toegeven dat ze er zwaar tegenop keek om naar zijn kantoor te gaan. Iedere keer als ze daar waren ging het namelijk mis. En je weet wat ze zeggen, 3 keer is scheepsrecht. Ze zuchtte, het moest wel. Net toen ze op stond, kreeg ze Yasser in het oog. Perfecte timing. Ze hief haar hand naar hem op, ‘’Kunt u even komen kijken?’’ Opgelucht nam ze weer plaats toen hij naar haar knikte. Met ferme stappen liep hij de kamer binnen naar haar bureau. ‘’Zeg het eens, El Idrissi.’’ Hij had een grijns op zijn gezicht die ze niet goed kon plaatsen. Ze besloot er maar niet naar te vragen en ging meteen over op de belangrijke zaken. ‘’Ik moet wat aanpassingen maken door het lichtinval. Dit is me dus tot nu toe nog niet helemaal gelukt en ik-‘’ Ze onderbrak haar zin toen ze opmerkte dat hij maar naar haar zat te grijnzen. Even bleef ze naar hem kijken en schraapte toen haar keel. ‘’Heeft u wel gehoord wat ik zojuist heb gezegd?’’ Hij knikte, nog altijd die vage grijns. Ze reageerde er maar niet meer op.


    ‘’Misschien als we alles in de tegengestelde richting zetten dat het werkt?’’ Bedenkelijk keek ze naar het papier. ‘’Hmm, misschien. Ik wil eerst wat anders proberen.’’ Hij knikte. Onopvallend bestudeerde hij haar gezicht, haar houding en haar bewegingen. Hij nam alles in zich op, van het op haar lip bijten tot het plukje van haar haar achter haar oor schuiven. Betoverend was het juiste woord voor haar schoonheid. Geïrriteerd zuchtte ze toen het plukje haar weer voor haar gezicht viel. Als automatisch pakte hij het plukje vast en schoof het teder terug op zijn plek. Ietwat geschrokken en verbaasd keek ze naar hem op. Toen hun blikken elkaar kruisten voelde hij een soort schok, bijna elektrisch te noemen. Zij moest het ook gevoeld hebben, het kon niet anders. Het was zo intens geweest, dat was het nu nog. Hij kon zijn blik niet van haar afscheuren, hoe hard hij het ook probeerde. Ook haar leek het niet te lukken. Als versteend zaten ze naast elkaar, bijna tegen elkaar, de omgeving totaal vergetend. Ze schonk hem een klein glimlachje en rukte haar blik toen los van de zijne. Hij begreep het, hij begreep haar. Het werd haar veel te ongemakkelijk en dat was het misschien ook wel, maar hij vond het geen punt. Hij moest haar alleen zo ver krijgen haarzelf open te stellen voor hem, de zogenaamde ongemakkelijkheid te vergeten. Hij zwoer bij zichzelf dat er ooit een dag zou komen waarop dit zou gebeuren. Tot die dag moest hij geduldig blijven en dat was hij. Hij wist namelijk zelf nog niet eens wat zijn gevoelens nu eigenlijk inhielden en of er wel sprake was van gevoelens. Misschien was het ook wel lichamelijke aantrekking. Dit was ook het meest aannemelijke, loog hij zichzelf voor.

    ‘’Maryam…Het spijt me van de hele toestand met mijn moeder daarstraks.’’ Verbazingwekkend genoeg verscheen er een glimlach op haar gezicht. ‘’Ze kan wel aandringen hè.’’ Hij lachte. ‘’Je weet hoe Marokkaanse moeders zijn. Ze kunnen enorm…doordrammend zijn. Dat hoef ik jou niet uit te leggen, jouw moeder is vast net zo aangezien het ook een Marokkaanse is.’’ Haar glimlach stierf weg als sneeuw voor de zon. Zichtbaar slikte ze een brok weg en knikte vervolgens maar wat. ‘’Is er iets?’’ Ze schudde haar hoofd en forceerde een lach. ‘’Nee hoor, ’t is niks.’’ Haar ogen vulden zich langzaam met tranen. Verdomme! Niet huilen, Maryam! Niet nu! Ze deed alsof ze weer verder ging met haar werk en liet haar haar voor haar gezicht vallen zodat hij geen zicht meer had op haar. Ze had beter moeten weten want een traan rolde zo over haar wang op het papier. Een nat vlekje breidde zich steeds verder uit op het papier. Geschrokken verplaatste hij haar haren naar de andere kant. Toen hij zag dat het wel degelijk haar traan was hief hij haar gezichtje omhoog. ‘’Komt het door wat ik net zei?’’ Geen reactie. ‘’Je kunt met me praten, Maryam. Ik eet je niet op.’’ Ze sloot haar ogen en haalde diep adem. ‘’Ik dacht even terug aan mijn moeder. We hebben geen contact meer e-‘’ Ze barstte in tranen uit. Het deed haar iedere dag nog pijn haar moeder te moeten verlaten, maar ze had niets anders gekund.

    Hij schrok van haar uitbarsting en even wist hij niet wat te doen. Aarzelend nam hij haar in zijn armen. Hij streelde haar haren, terwijl hij haar voelde schokken en rillen. Hij voelde opeens de sterke drang haar te willen troosten, haar te willen beschermen tegen de grote en boze buitenwereld. Wat hem nog het meest verbaasde was dat ze hem toeliet, dat ze hem toeliet haar te troosten op deze manier. ‘’Sorry.’’ Ze maakte zich los uit zijn armen en veegde haar tranen weg. ‘’Nee, het spijt mij. Ik liet me gaan. Ik…Het spijt me.’’ Hij schudde zijn hoofd. ‘’Je hebt niets gedaan om je voor te verontschuldigen.’’ Hij nam haar gezichtje in beide handen en keek haar diep in haar glazige ogen aan. ‘’Je bent zo mooi, Maryam.’’ Zijn stem had schor geklonken, zij was stil gebleven. Uit nervositeit bevochtigde ze haar lippen, subtiel. Zijn blik werd er echter als een magneet naar toe getrokken. Dit was hét moment. Hij kon zich niet meer inhouden. Hij hunkerde naar haar volle, zachte lippen als nooit tevoren. Als hij het vandaag niet zou doen, zou hij ontploffen van verlangen.

    Langzaam bracht hij zijn lippen dichterbij de hare, het leek erop dat ze het toe zou laten dus greep hij zijn kans. Teder streek hij zijn lippen lichtjes over de hare. Bij de eerste aanraking van hun lippen doorvoer een schok zijn hele lichaam. Traag liet hij zijn lippen de hare helemaal bedekken. Even hield ze haar lippen stijf op elkaar, maar vervolgens liet ook zij haar remmen los. Ze kusten elkaar vol overgave, vol passie en vol tederheid. Hij had hier veel te lang naar verlangd. Hij beet zachtjes in haar onderlip, maar kuste vervolgens de pijn weer weg. Een gevoel van extase stroomde door zijn aderen. Langzaam en met moeite verbrak hij de kus. Hij opende zijn ogen en keek in twee grootstaande verwarde ogen. ‘’Je moest eens weten hoelang ik al naar dit moment heb verlangd. En dame, wauw. Het was nog magischer dan ik me ooit kon voorstellen.’’ Zo ervoer hij het ook echt. In zijn stoutste dromen was dit moment nog niet zo mooi als het nu was geweest. Het was magisch, betoverend, onbeschrijfelijk. Het overtrof al zijn verwachtingen. De zachtheid, de zoete smaak, alles voelde zoveel beter, zoveel magischer dan in zijn dromen. Het was het wachten waard.

    Hij liet zijn voorhoofd tegen het hare leunen. ‘’Ik…Ik..’’ Hij grijnsde. ‘’Ik ben ook nogal sprakeloos, dame.’’ Ze voelde met haar vingers over haar opgezwollen lippen. ‘’Dit hadden we niet moeten doen…’’ Geschrokken keek hij naar haar op. ‘’Jij genoot hier net zo goed van Maryam. Ontken het niet. Ik voelde het, ik voelde hoe je mij terugkuste, vol overgave.’’ Ze schudde haar hoofd. ‘’Dit kan niet, dit mag niet. Jij bent mijn werkgever en ik-‘’ Hij uitte een zucht. ‘’Misschien, maar het voelde zo goed. Alsof we dit al veel eerder hadden moeten doen.’’ Het bleef stil aan haar kant. ‘’Ik begrijp dat je in de war bent, Maryam. Ik ben dit net zo goed. Dus ik ga je de tijd geven. Ik ga je de tijd geven tot je zelf beseft dat jij dit net zo goed wil. Tot die tijd zal ik je met geen vinger aanraken. Althans, ik zal het proberen.’’ Nu was het haar beurt om een zucht te laten ontsnappen. ‘’Ik ben gewoon in de war. Ik weet niet wat ik hiermee aan moet.’’ Hij glimlachte liefjes naar haar, hij had met haar te doen. ‘’Daar heb ik begrip voor, daarom zeg ik je dus ook dat ik je de tijd geef. Maar te lang wil ik niet wachten, Maryam. Wat ook je besluit zal zijn, denk er goed over na alsjeblieft want er zal daarna geen weg meer terug zijn.’’ Hij plaatste een kus op haar voorhoofd, schonk haar nog een glimlach en verliet toen het kantoortje met zijn hoofd in de zevende hemel.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  12. #12
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Thuis aangekomen stoof ze de trap op naar boven en dook haar bed in. Ze voelde zich belabberd, eenzaam en in de war. Allemaal door de kus, door zijn woorden. De meeste dames zouden zich nu in de zevende hemel bevinden, maar Maryam niet. Ze wist niet wat ze er mee aan moest. Ze wist dat ze het fijn vond, dat ze er vrolijk van werd en dat er stiekem vlinders in haar buik fladderden. Ze wist echter ook dat ze dit geluk met niemand kon delen. Niemand was er voor haar, op Safae en haar zus na. Door het leven gaan zonder familie, vooral zonder moeder ging haar toch niet zo gemakkelijk af als ze had gehoopt. Daarom dankte ze God dat ze haar zus nog had. Zonder dat ze het door had rolden de tranen over haar wangen bij de gedachten aan haar lieve moeder. Het brak haar hart telkens weer in duizend stukjes als ze dacht aan het moeilijke afscheid dat ze twee jaar geleden had moeten nemen.

    Het ergste van alles was nog dat ze niet wist hoe het nu met haar ging, ze wist niet eens of ze nog leefde. Een rilling doorvoer haar lichaam. De kans bestond dat haar moeder was overleden. Ze was destijds namelijk erg ziek, wat alles nog ingewikkelder maakte dan het al was. Ze zuchtte diep. ‘’Kom op, Maryam. Laat jezelf niet uit het veld slaan. Laat zien dat je meer waard bent dan hij dacht, dat je meer kunt bereiken dan hij dacht.’’ Dat was ze ook van plan. Iedereen bewijzen dat ze het allemaal wel kan, dat ze niet gedoemd was te falen, te mislukken. Ze zou iedereen laten zien wie de echte Maryam el Idrissi is en waartoe zij in staat is. Genadeloos zou ze zijn, net zoals zij dat waren.

    Yasser:

    Met een lome glimlach liep hij naar zijn auto. De kus bleef zich herhalen in zijn hoofd. Hemels was het, moest hij toegeven. Hij had gedacht dat zijn verlangen nu wel gestild zouden zijn, het tegengestelde was echter waar. Nu hij wist hoe het voelde, leek hij steeds sterker te hunkeren naar haar lippen. Het leek een verslaving te zijn, eentje waar je niet van af zou kunnen komen, een betovering misschien wel, niet te breken, door niemand niet. Het deed hem goed te weten dat ook zij ervan genoot. De manier waarop ze hem terugkuste was zo hartstochtelijk, vol overgave. Na de kus wist hij het zeker, hij had gevoelens voor haar, diepgaande gevoelens wel te verstaan. Het was een kunst om Yasser verliefd te laten worden en al helemaal in zo’n korte tijd. Hij had altijd al gehoopt en gewacht op een vrouw die dit kon, hem in een korte tijd hoteldebotel maken. Dat zou dé ware zijn volgens hem en die had hij nu gevonden naar zijn mening.

    Hij moest haar alleen nog zo ver krijgen het te beseffen. Het was nu namelijk wel duidelijk voor hem dat ook hij haar niet koud liet. Hij moest haar voor zich zien te winnen, met tederheid en geduld. Hij zou zich niet opdringen aan haar, hij zou haar niet voor het blok zetten. Ze moest zich eerst voor hem leren open te stellen. Het was overduidelijk dat ze een heleboel geheimen, nare ervaringen, met zich meedroeg. Ze had waarschijnlijk het gevoel de hele wereld te moeten dragen. Alleen. Dat is juist wat hij niet wilde. Hij wilde de last van haar schouders halen, een deel althans. Hij wilde dat ze gewoon over haar gevoelens kon praten tegen hem, dat ze hem vertrouwde en dan zou de rest vanzelf komen. Daar was hij van overtuigd. Hij was er van overtuigd dat ze samen met hem zou eindigen. Volgens hem was dat de enige juiste plek voor haar. Hij moest en zou haar de zijne maken en hij zou niet rusten tot het zover was. Even schoot hij in de lach. Hij was nog nooit zo gek geweest op een vrouw. Al helemaal niet in zo’n korte tijd.

    Hij zat nu al een tijdje in zijn auto voor zich uit te staren, niet doorhebbend dat er een vrouw naast zijn auto stond. Hij schrok op toen ze bruusk op zijn raam klopte. Hij deed het raampje omlaag en bekeek de desbetreffende vrouw. Ze was van een gemiddelde leeftijd, hoogstwaarschijnlijk Marokkaans. Ze deed hem sterk aan iemand denken maar hij kon er zijn vinger niet opleggen wie. ‘’Ja?’’ Even bleef de vrouw hem aanstaren. Hij kreeg bijna de kriebels van haar doordringende blik. ‘’Ik..Ik…Bent u Yasser el Marouani?’’ Hij knikte fronsend. Nog steeds staarde ze hem aan met diezelfde doordringende blik. Voor hij het wist liepen haar ogen vol en rolde een traan traagjes over haar wang. Ongemakkelijk keek hij om zich heen, niet wetend wat hij nu moest doen. Een arm rond haar heen slaan zou respectloos zijn en dus ook geen optie. Haar blik schoot opeens naar de overkant van de straat, een man. Haar ogen stonden angstig, wanhopig en schuldig. Zonder nog maar iets te zeggen nam ze de benen. Niets begrijpend bleef hij achter in zijn auto. Hij keek even naar de overkant waar hij nog diezelfde man zag staan, starend naar Yasser. Hij moest toegeven dat deze toestand hem best beangstigde. ‘’Oké dit was vreemd, heel vreemd.’’ Wie was deze vrouw en waarom schrok ze zo van die man? Nog belangrijker, wat wilde ze van hem? Hij probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat het niets bijzonders was. Hij werd vaak genoeg aangesproken op straat omdat mensen hem herkende van de krantenkoppen. ‘’Maar dit was toch wel iets heel anders, Yasser’’ fluisterde een klein innerlijk stemmetje hem toe. Hij probeerde het moment los te laten en richtte zich op andere dingen, belangrijkere dingen.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  13. #13
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Ze nam even diep adem en klopte toen op de deur. Ze moest de vandaag eerder van werk vertrekken om haar zus te helpen bij de voorbereidingen van haar bruiloft, dit was haar echter even ontgaan en als haar zus haar er vandaag niet nog eens op had geattendeerd, zou ze het nu nog niet weten. Ergens voelde ze een gelukzaligheid voor haar zus, ze zou gaan trouwen met haar wederhelft, haar soulmate. Aan de andere kant zag ze er zwaar tegenop, ze zou daar mensen tegenkomen die ze allang uit haar leven had verbannen. Ze zou ze gemaakt vrolijk moeten begroeten, hen vertellen hoezeer ze hen had gemist en hoe geweldig ze er wel niet uitzagen. Ze zwoer bij zichzelf dat ze dit niet van plan was. Ze kon dat neppe gedoe niet aan, ze kon niet doen alsof ze hen onvrijwillig had buitengesloten. In tegendeel, ze deed het met alle plezier. Ze had er namelijk genoeg van het zwarte schaap te zijn, het prooi van de roofdieren. Ze zou ervoor zorgen dat de rollen omgedraaid zouden zijn. Zij was het roofdier en ze was niet bang haar tanden te laten zien.

    ‘’Binnen.’’ Zenuwachtig duwde ze de deurklink omlaag en opende zo de deur. Zijn gezicht klaarde op toen hij haar zag. ‘’Maryam, zo snel had ik je nog niet verwacht’’ grapte hij. Ze schonk hem een ietwat ongemakkelijke glimlach, ze wist waar hij op doelde. ‘’Ik..Uhm…Ik moet vandaag eerder weg, al is het maar een uurtje. Het is erg belangrijk dat ik er, al is het deels, bij ben.’’ Hij knikte begrijpend. ‘’Waar moet u zijn als ik vragen mag?’’ Nadat ze haar verhaal had gedaan knikte hij nogmaals. ‘’Prima, u kunt gaan.’’ Het ging makkelijker dan gedacht, ze hoopte vurig dat dit niet een of ander privilege was door de situatie. Alsof hij haar kon horen denken, zei hij: ‘’Oh en dit heeft niets met bevoorrechten te maken. Ik ben geen monster, ik kan er heel goed inkomen dat u daar aanwezig móet zijn.’’ Hij schoot in de lach toen ze merkte dat het een hele opluchting voor haar was dat het niets met privileges te maken had.

    Hij stopte toen hij zag dat haar blik echter veranderde toen ze opstond om het kantoor te verlaten. Haar blik stond verdrietig, ietwat angstig, ook haar schouders hingen een beetje. Gealarmeerd liep hij op haar af. Hij nam haar bij de schouders vast en hield haar een beetje van zich af zodat hij haar goed kon bekijken. ‘’Gaat het wel met je? Je ziet er nogal down uit. Ik dacht dat jullie vrouwen dit juist geweldig vonden om te doen?’’ Ze bleef hem even aankijken, zoekend naar woorden maar gaf hem uiteindelijk maar een kort knikje. ‘’Je kunt altijd met me praten, dat heb ik denk ik al zo’n 100 keer gezegd, Maryam.’’ Ze knikte. ‘’Bedankt, maar er is niets. Het is gewoon een emotionele gebeurtenis.’’ Ze forceerde een glimlach, hopend dat hij er niet door heen kon prikken, wetend dat hij dat wel deed. ‘’Hmm.’’ Hij geloofde er geen fluit van. Op de een of andere manier deed het hem een soort van pijn dat ze hem niet durfde te vertrouwen, terwijl het enige wat hij wilde is dat zij zich goed voelde. Hij wist dat hij niet zo snel, teveel van haar mocht verwachten, maar hij kon er niet om heen dat het hem teleurstelde dat ze hem buitensloot. Degene die haar koste wat het kost wilde beschermen en troosten, sloot ze buiten.

    Ze had ’t door. Ze had ’t door dat ze hem had teleurgesteld, dat hij dat zo ervoer. ‘’Het ligt niet aan jou, Yasser. Echt niet.’’ Hij glimlachte gemaakt naar haar, maar in zijn ogen stond nog steeds diezelfde teleurgestelde blik. Voor ze het wist sloeg ze haar armen om zijn middel en legde haar hoofd tegen zijn brede borstkas. Beiden wisten niet waar dit vandaan kwam, maar beiden wisten dat het goed voelde. Ietwat verbaasd en in de war legde hij zijn armen ook om haar heen. Een scheve glimlach sierde zijn gezicht. Zij was nog meer in de war dan hij, wist hij. Haar hart en verstand voerden namelijk een oorlog. Bij de ene slag won het verstand en de andere slag het hart. Deze slag had haar hart gewonnen en daar dankte hij God voor. Hij dankte God voor dit teken. Als het eerder niet 100% zeker was dat ze gevoelens voor hem had dan was dat het nu wel. Zo onschuldig als deze knuffel was, zoveel betekenis had het voor hem. Ze wilde hem wel toelaten, ze wist alleen niet goed hoe, bang dat hij haar hart zou breken zoals zijn voorganger dat ook had gedaan.

    Hij zwoer bij zichzelf dat hij dat nooit zou doen. Hij zou haar de zijne maken en haar koesteren als de parel die ze was.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  14. #14
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Hij hield haar nog steviger tegen zich aan toen hij merkte dat ze zich wilde losmaken uit de omhelzing. Nog heel even. Hij wilde nog even van dit moment kunnen genieten, voor het voorbij was. ‘’Oké, zo is het wel genoeg’’grinnikte ze. Hij knikte al was hij het er totaal niet mee eens. Een rood aangelopen gezichtje verscheen toen ze zich uit zijn omhelzing wrong. Hij wist dat ze zich rot schaamde voor dit scenario, wat het natuurlijk allemaal nog aandoenlijker wist te maken. Het sierde haar namelijk, haar schaamte, haar kuisheid en haar wil om zich niet te snel te geven. Ze fatsoeneerde haar haren die hij door zijn gewoel in de war had gebracht, zei hem gedag en verliet toen zijn kantoor. Een gevoel van leegte en een soort eenzaamheid omringde hem per direct.
    Hij miste haar armen nu al. Het is gek hoe een vrouw een man zo kan betoveren zonder er ook maar iets specifieks voor te doen, door gewoon haarzelf te zijn, door hem te laten zijn wie hij is of altijd al wilde zijn bijvoorbeeld. Hij had het zwaar te pakken voor deze Maryam el Idrissi besefte hij. Hij had gedacht dat zijn liefdesleven voorgoed ten einde was en dat hij zou trouwen met een doodgewoon meisje waar hij weinig tot geen gevoelens voor koesterden, iets als een zakelijke overeenkomst. Trouwen uit liefde was voor hem niet weggelegd, dat dacht hij tenminste. Totdat deze spontane, vaak chagrijnige, ambitieuze, temperamentvolle vrouw zijn leven binnen kwam gewandeld. Op het begin was haar schoonheid hem niet eens opgevallen, onbegrijpelijk vond hij het nu. Toen hij haar namelijk beter bekeek had haar uiterlijk hem omver geblazen. Het was een ware schoonheid, een klassieke schoonheid, puur Arabisch te noemen.

    Toen hij haar innerlijk leerde kennen was hij helemaal onder de indruk geweest. Ze had een sterk karakter, de dame bezat ruggegraat, ze stond haar mannetje wel. Dit kon hij altijd wel waarderen in de dames. Hij had zijn buik vol van de leeghoofden, de domme blondjes die alleen maar uit waren op zijn geld. Hij moest toegeven dat hij had genoten van hun gulzigheid, maar aan alles komt een eind. Hij had, moest hij eerlijk zeggen, behoefte aan een echte vrouw. Een zorgzame, lieve, koppige vrouw, een vrouw zoals Maryam. Er was geen twijfel meer mogelijk, hij was voor haar gevallen en hard ook. Hij had nu nog maar een doel voor ogen en dat was: Maryam el Idrissi haar hart veroveren zoals zij dat bij hem had gedaan. Het enige verschil was dat zij het geheel onbewust had gedaan en dat hij er nu voor moest zwoegen. Het hielp echter wel te weten dat hij haar niet volledig koud liet, ze voelde wat voor hem. Of de gevoelens diepgaand waren wist hij echter niet. Aan hem nu dus de taak om er achter te komen hoe diep haar gevoelens gaan en om deze te versterken, op elk vlak. Zo sterk als zijn eigen gevoelens. Al betwijfelde hij of het hem zou lukken. Ze had veel meegemaakt, haar vorige relatie liep op een ramp uit, het was een regelrechte klootzak. Ongelooflijk oneerlijk eigenlijk dat het zijn taak nu was om haar gebroken hart weer aan elkaar te lijmen om het vervolgens weer te veroveren. Maar hem hoorde je niet klagen. Hij mocht blij zijn dat hij zo’n teder en fragiel maar toch koppig en temperamentvol dametje was tegengekomen. Hij was gek op haar gebreken, gek op haar volmaaktheden, gek op haar. Het voelde absurd om dit te voelen en het te erkennen, te erkennen dat hij verliefd was op een dame die hij nog niet eens zolang kende. Een grijns vormde zich om zijn lippen. Hij wilde het van de daken schreeuwen maar besloot dat het daar nog te vroeg voor was. In plaats daarvan zei hij zachtjes: ‘’Maryam el Idrissi, je maakt me helemaal gek.’’
    Hij schrok op toen hij een luid gebulder hoorde. ‘’Ze heeft je inderdaad gek gemaakt. Je staat gewoon tegen jezelf te praten!’’ Met een hoofd zo zwaar als een boei keek Yasser op in het gezicht van zijn broertje Issam. ‘’Zo, je hebt het zwaar te pakken dus! Pracht van een dame ook he. Als ze interesse in me had getoond had ik het wel geweten!’’ Er flitste iets voorbij in Yassers ogen. ‘’De dame behoort mij toe dus hou je handen maar thuis.’’ Een irritante grijns vormde zich om Issams lippen. ‘’Weet de desbetreffende dame ook dat je dat zo beredeneert? Dat ze jou toebehoort?’’ Yasser rolde met zijn ogen. ‘’Broertje, dit gaat jouw pet te boven. De dame en ik hebben een soort chemie. We weten beide nog niet precies wat het inhoudt, maar wel dat we niet zomaar met een ander zullen, mogen of willen aanpappen. Dus nogmaals, haal je niets in je hoofd en hou je handen thuis. Het is nota bene je toekomstige schoonzus!’’ Issams mond viel zowat open. Zijn grote broer was dan eindelijk gevallen, de grote yasser el Marouani. Ongelooflijk.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.

  15. #15
    MVC Lid

    Reacties
    166
    08-04-2014

    Eenmaal in haar auto stopte ze de sleutel in het contact. Ze aarzelde even voor ze ‘m draaide en de auto liet starten. Ze was bang, onzeker voor wat er komen ging. Ze zou enkele nichten, tantes etc. gaan zien die ze de afgelopen tijd heeft geprobeerd te vermijden. Het was haar nog gelukt ook. In die tijd is ze maar één keer haar tante tegen het lijf gelopen die vervolgens deed alsof Maryam lucht was, ze liep er zo langsaf. Ze kon zich nog herinneren hoe haar hart toen in stukjes werd gescheurd. Haar eigen tante deed alsof ze haar niet kende, alsof ze niet hetzelfde bloed door hun aderen hadden stromen. Ze sloot haar ogen en haalde diep adem. Ze kon hier niet aan ontkomen, ze had dit geweten. Ze had geweten dat er een moment zou komen dat ze hen allemaal weer onder ogen moest komen, ze had alleen gehoopt dat dat moment niet nu was, niet vandaag. Met tegenzin reed ze de weg op. Ze moest dit doen voor haar zus, voor haar geluk.

    Toen ze haar eindbestemming had bereikt, fatsoeneerde ze nog even haar kleding en beende toen met ferme stappen de ruimte in. Hartverwarmend, maar tegelijk ook glaciaal, was het om iedereen zo in de weer te zien zijn. Ze bekeek ze één voor één. Allemaal druk bezig om de droom van haar zus uit te laten komen. Ze was God dankbaar dat ze zich niet ook tegen haar hadden gekeerd, dat Assiyah er buiten stond. ‘’Maryam?!’’ Ze sloot haar ogen. Deze stem, Rana, een van de weinige nichten met wie ze nog af en toe contact had. Toen ze haar ogen opende bevond ze zich in een strakke omhelzing. Ook maryam sloeg haar armen om haar nicht heen. “’Maryam, wat lang geleden! Ik heb je zo gemist!’’ Ze maakte zich los uit de omhelzing toen ze de blikken voelde branden. ‘’Hallo, dames..’’ De dames groetten allen terug op hun eigen manier. De een gaf haar een knikje, de ander zwaaide en weer een ander rende op haar of om haar uitbundig te begroeten en knuffelen. Het ontroerde haar dat ze het mis had, dat er nog wel degelijk mensen waren binnen haar familie die om haar gaven en die haar niet waren vergeten. Ze had diep vanbinnen altijd wel dat kleine beetje hoop gekoesterd dat ze haar zo zouden ontvangen, maar nooit had ze er echt in geloofd dat het zo daadwerkelijk zou gebeuren.

    ‘’Assiyah! Hoe hoog wil je dit hebben a benti?’’ Bij het horen van die stem trok alle kleur uit haar gezicht, haar spieren spanden zich en haar kiezen stonden strak op elkaar terwijl haar ogen vol liepen met tranen. ‘’Mama..’’ Bijna onhoorbaar rolde het woordje over haar lippen terwijl ze haar tranen op de vrije loop liet gaan. Als versteend bleef haar moeder met haar rug naar haar toe staan. Ze had haar gehoord. Traag draaide ze zich naar haar toe. ‘’Maryam? Benti? Droom ik? Zeg me, dat ik droom?!’’ Maryam slikte een brok weg en schudde haar hoofd. Ze droomde niet, allebei niet overigens. Voor ze het wist rende haar moeder op haar af en nam haar in haar armen terwijl de tranen maar bleven rollen. De gehele ruimte was stil gebleven. Het enige wat je nog kon horen was het overdovende, hartverscheurende gehuil van een moeder en dochter die elkaar na lange tijd weerzien. ‘’Benti! Ayemma, mijn dochter, mijn lieve dochter! Ik heb je zo gemist!’’ Maryam was stil gebleven. Ze kon geen woord over haar lippen krijgen. Hoelang had ze naar dit moment verlangd? Het moment dat ze haar moeder weer in haar armen kon nemen. Het moment dat ze haar moeders geur weer kon ruiken, haar gezicht kon kussen en haar gewoon vasthouden zonder onderbroken te worden. Het moment was dan nu eindelijk daar. Eindelijk mocht ze haar moeders armen weer om zich heen voelen. Ze dankte God voor dit moment.

    ‘’Fahima? Wat is dit? Wat doe je met die vuile trut!?’’ Het moment werd abrupt verbroken. Haar tante Khadija kwam woedend, nee ziedend, de ruimte in gelopen. ‘’Wat doe jij hier?! Heb je niet al genoeg schade aangericht?!’’ Ruw werd Maryam bij haar moeder vandaan getrokken en op de grond gegooid. ‘’Khadija, dit is mijn dochter en ik wens dat je van haar afblijft!’’ Een cynisch lachje verliet haar tantes mond. ‘’Je dochter zeg je? Vandaar dat ze je heeft verlaten zeker? Vandaar dat ze niet meer naar je heeft omgekeken?’’ Maryam schudde hevig haar hoofd. ‘’Nee khelti alsjeblieft! Dat is niet waar, alsjeblieft!’’ Wanhopig keek Maryam om zich heen, zoekend naar hulp, iemand die haar kon bijstaan. Niemand durfde het echter tegen haar tante op te nemen en Assiyah was verdwenen. Er was dus geen andere optie dan de ruimte te verlaten en gewoon naar huis te gaan. Ze moest er aan toegeven dat ze deze slag had verloren, maar de oorlog was nog niet voorbij. Dat stond vast. Ze veegde haar tranen weg, stond op en rechtte haar schouders. ‘’Ik kom terug, mama. Geloof me maar.’’ ‘’Maryam, je hoeft niet te gaan. Je kunt blijven, je bent mijn dochter en immers de zus van de bruid!’’ Maryam schudde haar hoofd, ze waardeerde haar moeders pogingen maar ze wist dat het niet slim zou zijn nog langer te blijven. Dat deed ze dus ook niet.

    Gebroken stapte ze haar auto in. Kwaad sloeg ze op haar stuur, ‘’Verdomme!’’ Ze deed het weer, ze liet hen toe haar te breken, te kwetsen. Ze startte de auto en bleef doelloos rondjes rijden. De stilte in haar huis kon ze nu namelijk al helemaal niet hebben. Het zou lijken alsof de muren op haar af zouden komen en de stilte haar bij de keel zou grijpen. Nee, ze had er geen behoefte aan. Ze moest haar hoofd leegmaken en dit was voor haar de enige juiste en effectieve manier om dat te doen.
    He burns down the whole world, but won't let a single flame touch her.