De volgende dag verscheen ze als een wandelend lijk op het werk. Donkere kringen omringden haar ogen en haar haren had ze vastgezet in een slordige staart. Ze had de afgelopen nacht niet geslapen en de vermoeidheid had duidelijk zijn tol geëist. Ze zag de koppen zich naar haar toe draaien, dit keer echter omdat ze er zo slonzig uitzag. Maar het kon haar momenteel totaal niet schelen. Ze wilde gewoon haar werk komen doen en weer naar huis gaan om vervolgens als een blok in slaap te vallen. Vermoeid liep ze de kantine binnen om een kop koffie te nemen en weer te verdwijnen in haar kantoortje. ‘’Goedemorgen, Mar! Kom je erbij zitten?’’ Het was Issam, aan tafel met Yasser, Giovanni en Anke. Na een beetje tegengewerkt te hebben, wisten ze haar toch over te halen om er bij te komen zitten. Met lood in de schoenen liep ze op het tafeltje af en nam plaats naast Anke, precies tegenover Yasser wat overigens geen goed plan was. Ze voelde zijn blikken haar doorboren en het feit dat zijn lange benen de hare raakte maakte het er niet beter op. Ze probeerde zijn hintjes te negeren en deed alsof ze druk bezig was met het volgen van het gesprek tussen Anke, Giovanni en Issam.
‘’Wat vind jij er nou eigenlijk van, Mar?’’ Niets vermoedend bleef ze voor zich uitstaren. Ze werd abrupt uit haar gedachten gehaald toen iemand zijn vingers voor haar gezicht knipte. ‘’Hallooo, aarde aan Maryam.’’ Ze haalde haar hand door haar haren en schonk Giovanni een glimlachje. ‘’Sorry, ik was er niet helemaal bij. Wat zeg je?’’ Hij grinnikte. ‘’Je hebt volgens mij niets van mijn verhaal meegekregen.’’ Met schuldige ogen keek ze naar hem op. ‘’Dat dacht ik al’’ grinnikte hij. Hij stond op en verliet toen de tafel. De rest volgde al snel. Opgelucht sloot ze haar ogen en zuchtte diep. ‘’Ik wist niet dat we je zo tot last waren, Maryam’’ Geschrokken keek ze naar hem op, Yasser. Hij was bij de tafel blijven staan. Hoe kon ze dat nou niet door hebben gehad? Ongelooflijk.
Ze schudde haar hoofd. ‘’Nee, helemaal niet. Ik ben gewoon een beetje moe.’’ Nu was het zijn beurt om te zuchten. ‘’Ik zie het aan je. Heb je wel geslapen vannacht?’’ Het bleef even stil aan haar kant om vervolgens aarzelend met haar hoofd te schudden, nee. ‘’Dat dacht ik al. Mijn kantoor, kom.’’ ‘’Dat is echt niet nodig, Yasser. Echt niet.’’ Hij glimlachte en liep vervolgens aan. ‘’Ik zie je zo.’’ Ze beet op haar lip en liet haar hoofd in haar hand vallen. Er was geen ontkomen aan. Met tegenzin stond ze op en liep naar zijn kantoor. Ze klopte even op de deur en opende die toen om zijn kantoor binnen te lopen. Hij gebood haar te gaan zitten en dat deed ze ook. Ongemakkelijk keek ze om zich heen toen hij akelig stil bleef. Toen het haar te lang duurde besloot ze er wat van te zeggen. ‘’Ik moest komen?’’ Hij knikte. ‘’Waarom ben je dan zo stil?’’ Hij grinnikte. ‘’Omdat, mijn beste Maryam, jij degene bent die moet gaan praten. Niet ik.’’ Ze bleef hem even vragend aan. ‘’Over jouw verschijning? Over het feit dat je niet hebt geslapen? Het heeft vast wat te maken met waar je gisteren was.’’ Haar ogen stonden groot. Hij had de pijl recht in de roos geschoten. ‘’Aha, het heeft er dus echt wat mee te maken.’’ Hij stond op en liep om zijn bureau heen om voor haar neus plaats te nemen.
‘’Ik…Gister…Gister was gewoon intens…Ik w-‘’ Hij legde haar het zwijgen op door haar in zijn armen te nemen. Ze deed niet eens de moeite zich los te maken. In plaats daarvan borg ze zijn gezicht in zijn borstkas en liet zich door hem troosten, voor de zoveelste keer. Langzaam duwde hij haar een beetje van zich af. ‘’Je hoeft het niet perse te vertellen, Maryam. Dat weet je.’’ Ze schudde haar hoofd. Dat moest ze wel, ze was het hem verschuldigd. Daarnaast wilde ze niet weer diezelfde teleurstelling in zijn ogen zien als de vorige keer. Snikkend begon ze haar verhaal, pauzes nemend, tranen wegvegend om ze vervolgens weer op de vrije loop te laten gaan.
‘’Ongelooflijk.’’ Dat was het enige wat hij kon uitbrengen. Kwaad liep hij rondjes door zijn kantoor. Hoe kon iemand zo zijn, zo harteloos, zo emotieloos? Hoe kon iemand dit fragiele, kostbare pareltje willen krenken? Woest sloeg hij met zijn vuist op zijn bureau. Het maakte hem woedend dat ze zo werd behandeld, zo respectloos, zo oneerlijk. Ze had dit niet verdiend en juist van alle mensen op deze wereld moest zij dit meemaken. Machteloos keek hij op haar neer. Ze beet op haar lip, de tranen proberend terug te dringen wat haar overigens niet lukte.
Uit het niets trok hij haar omhoog uit haar stoel. Hij duwde haar tegen de muur en ging strak tegen haar aan staan. Zo strak, dat hij al haar hebben en houden tegen zich aan voelde drukken wat niet goed was voor zijn bloeddruk. Hij kreeg het bloedheet van haar tegen hem aandrukkende rondingen en legde zijn lippen tegen de hare terwijl hij zei: ‘’Je bent een parel, vergeet dat niet Maryam.’’ Hij zou haar kussen. Hij zou haar zo intens en diep kussen dat ze zou vergeten wiens lucht ze nu eigenlijk inademde, tot ze sterretjes zou zien en tot ze moesten stoppen door een tekort aan adem. Teder streek hij met zijn lippen over de hare, vervolgens kuste hij haar vol overgave. Hun lippen schuurde langs elkaar terwijl hun tongen om elkaar heen dansten. De kus werd hoelanger, hoe heviger. Onrustig bewogen zijn handen over haar middel zo onder haar truitje naar haar blote rug. Beiden verkeerden zich in een trance en het leek onmogelijk eruit te komen. Niemand probeerde er uit te komen. Het voelde te goed, te intens. Zijn handen verplaatsten zich naar haar bh-sluiting. Op dat moment sloeg ze zijn armen weg en duwde hem van haar af. Dit mocht niet, kon niet en wilde ze niet.
‘’Maryam, ik..Het spijt me…Ik was gew-‘’ Zonder iets te zeggen fatsoeneerde ze haar kleren en wilde zijn kantoor uit lopen. Hij trok haar echter terug aan haar arm. ‘’Ik wil echt niets doen waar jij niet klaar voor bent. Het was gewoon het moment, het was zo intens. Ik kon mijn eigen verlangens niet meer bedwingen. Ik..Het spijt me, Maryam. Echt.’’ Ze knikte terwijl ze haar blik had gefixeerd op zijn greep, maakte zich los en verliet toen alsnog zijn kantoor. Ze liet haar hoofd tegen de deur vallen toen ze deze gesloten had. Ze uitte een zucht, sloot haar ogen voor een paar tellen en beende toen naar haar eigen kantoor.