Gehaast griste ze haar portemonnee van de tafel en rende de deur uit. Eenmaal in de auto keek ze nog even op haar horloge. ‘’Oké Maryam, je hebt nog precies tien minuten.” Met piepende banden scheurde ze de weg over naar haar eindbestemming.
Toen ze aangekomen was, beende ze met grote passen het hoge gebouw binnen. In de lobby wachtte ze al zuchtend in de rij voor de receptioniste. Toen ze eindelijk aan de beurt was hief de receptioniste haar hand op en wees haar het kantoortje. Ze werd al verwacht. Zonder nog iets te zeggen liep Maryam door naar haar afspraak. Vooraleer ze naar binnen ging, ademde ze even diep in, gooide haar haren in haar nek en opende de deur met een zelfverzekerdheid die ze eigenlijk helemaal niet voelde.
Daar zat hij dan. El Marouani, Yasser El Marouani. Dit was de eerste keer dat ze hem in levende lijve zag. Het was altijd bij krantenkoppen en tijdschriften gebleven. Ze moest toegeven dat hij er vreselijk goed uitzag.
Ze stak haar hand uit toen ze merkte dat hij dit niet van plan was, ‘’Maryam el Idrissi.’’ Hij schudde haar stevig de hand en glimlachte droog terwijl ze het gevoel had daar hand zojuist was verpulverd. ‘’Yasser el Marouani, maar dat wist u al.’’ In gedachte schudde ze haar hoofd, ‘’Arrogante zak.’’ Ze knikte echter en nam plaats op de stoel tegenover hem. ‘’U weet waarom u hier bent, neem ik aan?’’ Ze knikte weer. ‘’Dat is dan mooi. Ik zal u het kantoor laten zein wat u als eerst zult moeten herinrichten.’’ Hij stond op en gebood haar mee te lopen. Ze deed wat hij vroeg en probeerde hem zo goed mogelijk bij te houden, wat moeilijk ging aangezien hij totaal geen rekening hield met haar torenhoge schoenen. Ze ontzag zich echter van geklaag.
Aangekomen bij het kantoortje keek ze geconcentreerd om zich heen. Dit zou een eitje worden. ‘’Wat zijn de voorkeuren?’’ Hij haalde zijn schouders op. ‘’Dat kan me niet zoveel schelen, zolang het maar een werksfeer krijgt.’’ Ze glimlachte, hij had haar geen beter antwoord kunnen geven. Ze keek nog eens om zich heen, ze wist precies wat ze moest doen.
Ze werd al snel uit haar gedachte gehaald toen ze twee ogen voelde branden. Ze draaide zich om en keek in twee donkerbruine ogen die haar van top tot teen bekeken. Dit was echter niet Yasser, hij had het kantoor blijkbaar al verlaten. Ze voelde zich ongemakkelijk worden onder zijn blik, maar besloot zich professioneel op te stellen. Ze stak haar hand uit en stelde zich voor. Ze trok deze al gauw weer terug toen hij er een klein kneepje in gaf. ‘’Issam el Marouani.’’ Ze knikte en verdween zo snel als mogelijk.