Vraag : ‘As-Salaam Aleikom. Als iemand zegt dat hij bedwelmde dranken zal nuttigen, ontucht zal plegen en andere verboden zaken zal verrichten en daarna berouw zal tonen, wordt zijn berouw dan geaccepteerd? Moge Allah u met het goede belonen.’
Antwoord: ‘Alle lof komt Allah toe. Ten eerste: deze vragensteller, moge Allah hem leiden, realiseert zich niet dat hij Allah de Verhevene al ongehoorzaam is geweest door dit te zeggen, zelfs wanneer hij de genoemde zonden die hij wou verrichten nog niet heeft verricht. Het is overgeleverd van Abou Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de profeet (vrede zij met hem) zei: ‘Allah heeft mijn natie de gedachten vergeven die in hun opkomen, zolang zij dit niet in de praktijk uitvoeren of in woorden uiten.’ [Al-Boekhaarie en Moslim]
Sheikh Al-Islaam Ibn Taymiyyah heeft gezegd: ‘Hij (vrede zij met hem) verteld ons dat Allah de gedachten die in iemand opkomen vergeeft, zolang hij ze niet in woorden uit. Hij (vrede zij met hem) heeft dus een verschil gemaakt tussen gedachten die in iemand opkomen en het gepraat. Hij (vrede zij met hem) vertelt ons dat een persoon er niet aansprakelijk voor wordt gehouden, totdat ze in woorden uit. Wat ermee bedoeld wordt, is totdat hij het met zijn mond verwoordt.’ Einde citaat uit Madjmoe’ Al-Fataawaa (7/133)
Het is overgeleverd van Abou Kabshah Al-Anmaari dat hij de profeet (vrede zij met hem) hoorde zeggen: ‘Voorwaar, er komen slechts vier types mensen in het wereldse leven voor:
1.Een dienaar die van Allah rijkdom en kennis heeft gekregen. Hij vreest zijn Heer hierin, onderhoudt zijn familiebanden ermee en kent Allah Zijn rechten hierin toe. Deze persoon bevindt zich in de hoogste gradatie.
2.Een dienaar die van Allah kennis heeft gekregen en geen rijkdom. Hij is oprecht in zijn intentie en zegt: ‘Als ik geld zou hebben dan had ik zoals die en die persoon gedaan.’ Hij wordt beloond naar zijn intentie en zal dezelfde beloning krijgen als de eerste.
3.Een dienaar die van Allah rijkdom heeft gekregen en geen kennis. Hij verspilt zijn geld zonder kennis (te gebruiken). Hij vreest zijn Heer daarin niet en onderhoudt zijn familiebanden er niet mee en kent Allah Zijn rechten hierin niet toe. Deze persoon bevindt zich in de slechtste gradatie.
4.Een dienaar die geen rijkdom en geen kennis van Allah heeft gekregen Hij zegt: ‘Als ik geld zou hebben dan had ik hetzelfde gedaan als die en die’. Hij wordt bestraft naar zijn intentie en hun zonde is aan elkaar gelijk.’ [Overgeleverd door At-Tirmidzie (nummer:2325) en hij zei: ‘Deze overlevering is H’asan Sahieh.’ Alsook door Ibn Maadjah (nummer:4228) overgeleverd]
Deze vraagsteller realiseert zich ook niet dat hij wellicht niet in staat zal zijn om berouw te tonen, omdat hij overwonnen kan worden door zijn begeerten en omdat hij de zonden als het ware als toelaatbaar gaat beschouwen en ze continue begaat. Het is ook mogelijk dat hij de kans niet krijgt, omdat zijn tijd is gekomen en zijn ziel genomen wordt. Laat hem ook luisteren naar de Woorden van Allah de Verhevene [vertaling van de betekenis]: ‘En Wij zullen hun harten en ogen afwenden (van de leiding), omdat zij er voor de eerste keer niet in geloofden, en Wij zullen hen in hun overtreding blindelings laten dwalen.’ [Soerat Al-An’aam, Koranvers: 110]
Ibn Al-Qayyim (moge Allah genadevol voor hem zijn) heeft gezegd: ‘Dit hoort tot de beste kennis en begrip, namelijk dat iemand vreest dat zijn zonden hem zullen verraden bij de dood, waardoor zij in de weg voor een goede afloop zullen staan. Imam Ahmed overleverde over dat Abou Ad-Dardaa’ – toen hij stervende was – zijn bewustzijn verloor, weer bijkwam en het volgende reciteerde: ‘En Wij zullen hun harten en ogen afwenden (van de leiding), omdat zij er voor de eerste keer niet in geloofden en Wij zullen hen in hun overtreding blindelings laten dwalen.’ [Soerat Al-An’aam, Koranvers 110]
Vanwege dit waren de vrome voorgangers bang voor zondes uit angst dat ze een hindernis zullen vormen tussen hen en het goede einde.’ Einde citaat uit Al-Jawaab Al-Kaafie door Ibn al-Qayyim (blz.167).
Ten tweede: de vraagsteller moet zijn Heer om vergeving vragen en berouw aan Hem tonen voor zijn uitspraak en voor zijn slechte voornemens om deze zondes te begaan en ze te blijven verrichten. Allah de Verhevene heeft Zijn dienaren het tonen van berouw verplicht. Hij zegt: ‘O Jullie die geloven, wend jullie tot Allah in oprecht berouw. Wellicht zal jullie Heer jullie zonden uitwissen en jullie paradijzen laten binnengaan waar doorheen rivieren stromen.’ [Soerat At-Tahriem, Koranvers: 8]
De Verhevene heeft ook verteld dat Hij het berouw van de dienaren aanvaardt en dat Hij hen vergeeft en hun zonden (Sayyi’aat) in H’asanaat verandert. Allah de Verhevene zei: ‘En Hij is Degene Die het berouw van Zijn dienaren aanvaardt en de zonden vergeeft. En Hij weet wat jullie doen.’ [Soerat Ash-Shoeraa, Koranvers: 25]
Hij zei ook: ‘Behalve degenen die berouw tonen, geloven (in het islamitische monotheïsme) en goede daden verrichten. Voor hen zal Allah hun zonden omwisselen in goede daden. En Allah is Vergevensgezind en Genadevol.’ [Soerat Al-Foerqaan, Koranvers: 70]
Oprecht berouw moet volgens de geleerden aan de volgende voorwaarden voldoen:
1.Oprechtheid in het tonen van berouw.
2.Het stoppen met verrichten van de zonde.
3.Spijt hebben voor het begaan van de zonde.
4.Het voornemen hebben om niet terug te keren naar het verrichten van de zonde.
5.Het op tijd tonen van berouw want Allah accepteert het berouw niet wanneer de doodsrochel klinkt vlak voordat de ziel wordt genomen, of nadat de zon vanuit ’t westen is opgekomen.
6.Het teruggeven van de rechten aan de mensen, als de overtreding betrekking heeft op (het schenden van) de rechten van anderen.
Ten derde: wij willen onze broeder het verheugend nieuws geven dat als hij hetgeen hij van plan was of waarover hij heeft gesproken niet verricht uit angst voor Allah en uit eerbied voor Zijn grenzen, dan zal Allah de Verhevene hiermee een goede daad voor hem noteren in zijn verslag in plaats van de slechte daad die hij van plan was om te verrichten.
Het is overgeleverd door Abou Hoerayrah[b2] dat de profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: ‘Allah zegt: ‘Als Mijn dienaar van plan is om een zonde te begaan, schrijf het dan voor hem niet op totdat hij het doet. En als hij het doet, schrijf het op als één slechte daad. En als hij het (de slechte daad) nalaat omwille van Mij, schrijf dan één goede daad op. Als hij een goede daad wil verrichten en dit niet doet, schrijf het dan op als één goede daad. Als hij het wel verricht, schrijf dan het tienvoudige ervan op tot de zevenhonderdvoudige.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie – en dit is zijn bewoording – en Moslim] En Allah weet het beter.
Bron: islamqa.com. Fatwanummer: 165010.
--------------------------------------------------------------------------------
[b2]عن أبي هريرة أن رسول الله صلى الله عليه وسلم قال : يقول الله : " إذا أراد عبدي أن يعمل سيئةً فلا تكتبوها عليه حتى يعملها ، فإن عملها فاكتبوها بمثلها ، وإن تركها من أجلي فاكتبوها له حسنة ، وإذا أراد أن يعمل حسنةً فلم يعملها فاكتبوها له حسنة ، فإن عملها فاكتبوها له بعشر أمثالها إلى سبع مائة ضعف"