Kan iemand mij helpen om leerdoelen in SMART te formuleren????
Kan iemand mij helpen om leerdoelen in SMART te formuleren????
ik hoop dat er iemand is die je kan en wil helpen, is bij mij namelijk ook niet gelukt ik heb wel een pop/pap van vorig jaar maar weet niet of jij het ook zo moet maken pm'e ff als jewilt
Allahra7mek zjeddi inou
O Allah, vergeef hem, schenk Uw genade aan hem, geef hem kracht en aanvaard zijn berouw. Geef hem een voortreffelijke eindbestemming en maak zijn ingang naar (het graf) wijd, reinig hem met water, sneeuw en hagel en zuiver hem van zijn zonden zoals witte kleding gezuiverd wordt van vlekken. Neem hem op in het Paradijs en bescherm hem tegen de bestraffing van het graf [en tegen de bestraffing van het Hellevuur].
**Meerdere gebruikers
ik moet het voor een project maken, en snap helemaal niets van die SMART...
kun je een voorbeeld noemen waar je dit gebruikt hebt??
bij ene leerdoel bijvoorbeeld
presenteren
en dan specifiek meetbaar acceptabel realistisch t weet ik ff niet meer en dan gwn stapsgewijs uitschrijven.
Allahra7mek zjeddi inou
O Allah, vergeef hem, schenk Uw genade aan hem, geef hem kracht en aanvaard zijn berouw. Geef hem een voortreffelijke eindbestemming en maak zijn ingang naar (het graf) wijd, reinig hem met water, sneeuw en hagel en zuiver hem van zijn zonden zoals witte kleding gezuiverd wordt van vlekken. Neem hem op in het Paradijs en bescherm hem tegen de bestraffing van het graf [en tegen de bestraffing van het Hellevuur].
**Meerdere gebruikers
specifiek
meetbaar
acceptabel
realistich
tijdgebonden (weet hem weer)
Allahra7mek zjeddi inou
O Allah, vergeef hem, schenk Uw genade aan hem, geef hem kracht en aanvaard zijn berouw. Geef hem een voortreffelijke eindbestemming en maak zijn ingang naar (het graf) wijd, reinig hem met water, sneeuw en hagel en zuiver hem van zijn zonden zoals witte kleding gezuiverd wordt van vlekken. Neem hem op in het Paradijs en bescherm hem tegen de bestraffing van het graf [en tegen de bestraffing van het Hellevuur].
**Meerdere gebruikers
Oh ja, volgens mij moet het zo:
Specifiek - Zo specifiek mogelijk je leerdoel beschrijven.
Meetbaar - Hoe ga je dit meten? Dus hoe ga je bewijzen dat je aan je leerdoel hebt gewerkt.
Acceptabel - Effe denken hoor.
Realistisch - Is je leerdoel realistisch? Of is het toch iets te ambitieus? Je moet het vooral simpel houden. Dus niet 5 leerdoelen in 1 gepropt.
Tijdgebonden - In hoeveel tijd wil je dit realiseren? Binnen een maand? 3 dagen? Etc.
Sport jij ook? Doe mee: Klik
Ik heb wel wat wat ik zelf had gemaakt voor school....en ik heb ook voorbeeld hoe je het moet maken...je kan me pm sturen met je email dan kan ik je opsturen...succes
SMART doelen stellen
Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen, intenties, of goede voornemens. Om succesvol leiding te geven moet je zoveel mogelijk SMART doelen stellen. SMART staat voor:
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden
Een SMART-doelstelling is richtinggevend: het geeft aan wat je wilt bereiken en stuurt het gedrag van je medewerkers en van jezelf. Bovendien wordt aangegeven welke resultaten wanneer moeten worden bereikt. Door een doelstelling SMART te formuleren is de kans groter dat er in de praktijk iets van terecht komt.
De eigenschappen Meetbaar en Acceptabel gelden ook voor MAGIE-doelen.
Specifiek
Omschrijf het doel duidelijk en concreet. Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven waaraan een getal, bedrag, percentage of ander kwantitatief gegeven verbonden is.
Een heldere doelstelling geeft antwoord op de zes w-vragen:
Een vage doelstelling ("we moeten klantvriendelijker worden") is vaak niet meer dan de wens om de huidige situatie te verlaten (veel klagende klanten). Een échte doelstelling moet dan nog worden bedacht.
Wat willen we bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar gaan we het doen?
Wanneer gebeurt het?
Welke delen van de doelstelling zijn esssentieel?
Waarom willen we dit doel bereiken?
De betrokkenen moeten een duidelijk verband zien tussen de doelstelling en de activiteiten die van ze gevraagd worden.
Naarmate de doelstelling preciezer geformuleerd is, wordt het makkelijker er invulling aan te geven.
Meetbaar
Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Er moet een systeem, methode en procedure zijn om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is.
Wat is er af als het af is? Een SMART-doel moet je kunnen zien, horen, proeven, ruiken of voelen.
Een SMART-doelstelling is normerend: het is een maat voor de kwaliteit van de te leveren inspanningen.
Doe zo mogelijk een nulmeting, om de startsituatie te bepalen.
Acceptabel
Is er draagvlak voor wat we doen? Is het in overeenstemming met het beleid en de doelstellingen van de organisatie? Zijn de betrokkenen bereid zich te verbinden aan de doelstelling?
Als je een SMART-doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert. Maar wanneer je als leidinggevende een doel voor een groep mensen stelt, dan is het belangrijk dat er draagvlak voor is. De medewerkers moeten het willen, anders wordt het doel niet gehaald of beklijft de verandering niet.
Je kunt het draagvlak vergroten door mensen actief te betrekken bij het kiezen en formuleren van de doelstelling. Het is belangrijk ze daarbij daadwerkelijk inspraak te geven. Met name korte-termijndoelen moeten zo laag mogelijk in de organisatie worden bepaald.
Soms wordt de ‘A’ in SMART ook wel uitgelegd als “Aanwijsbaar”. Daarmee wordt bedoeld dat duidelijk moet zijn wie wat moet doen om het doel te bereiken.
En een andere uitleg voor de ‘A’ is “Activerend” of “Actiegericht”: de doelstelling moet uitnodigen tot actie en energie losmaken. De doelstelling moet positief geformuleerd zijn. Er moet een actieplan zijn. Maar let erop dat een SMART-doel een bepaald resultaat voorschrijft, niet een inspanning.
Realistisch
Is het doel haalbaar? Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Kunnen de betrokkenen de gevraagde resultaten daadwerkelijk beïnvloeden? Hebben ze voldoende know-how, capaciteit, middelen en bevoegdheden? Dit is belangrijk, want een onbereikbaar doel motiveert mensen niet.
Een droom wordt een doel wanneer actie wordt ondernomen om het te realiseren.
- Bo Bennett
Een te makkelijk doel is ook niet interessant, omdat het mensen niet uitdaagt en geen bevrediging oplevert. Het beste is doelen te stellen die net boven het niveau van de persoon of de organisatie liggen en die ongeveer 50% kans van slagen hebben. Als mensen het gevoel hebben dat ze iets extra’s moeten doen om het doel te realiseren dan voelen ze zich trots en dat geeft energie voor nieuwe doelen. Een SMART-doel moet gezien worden als een project, niet als een taak. Durf een uitdaging aan te gaan!
Een doelstelling kan onrealistisch zijn, als hij op een te laag niveau in de organisatie wordt opgelegd. Bijvoorbeeld: "de winst in 1 jaar met 20% verhogen" is geen goede doelstelling voor de verkoopafdeling. Winst is een integraal resultaat van het hele bedrijf.
Een realistische doelstelling moet rekening houden met de praktijk. In geen enkele organisatie kunnen mensen 100% aan één doel werken. Er zijn altijd andere activiteiten, onverwachte gebeurtenissen en afleidingen.
Moeilijk bereikbare doelstellingen kun je opsplitsen in kleinere haalbare subdoelstellingen. De tussentijdse resultaten geven telkens nieuwe energie.
Soms wordt de 'R' in SMART ook wel uitgelegd als "Relevant". Een haalbare en zinvolle doelstelling is motiverend en maakt energie los.
Tijdgebonden
Wanneer beginnen we met de activiteiten? Wanneer zijn we klaar? Wanneer is het doel bereikt?
Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum.
Met name korte-termijndoelen moeten SMART zijn. Bij lange-termijndoelen is dat niet altijd mogelijk.
succes
We kunnen leerdoelen formuleren aan de hand van het volgende model: SMART
S=specifiek
M=meetbaar
A=acceptabel
R=reëel
T=tijdgebonden
Het persoonlijk leerdoel moet aansluiten bij de competenties die worden getoetst!
1.1 Specifiek (SMART)
Als een gewenst resultaat gedetailleerd, volledig en duidelijk is geformuleerd, wordt het realistisch en bereikbaar.
Niet: Ik kan goed communiceren binnen de groep.
Dit is een te breed leerdoel. Hier vallen een groot aantal concrete vaardigheden onder. Want: Wat versta je onder goed? Dit is een te subjectief begrip.
Wel: Ik kan anderen uit laten praten.
Dit is een concrete vaardigheid, dat onder bovenstaand leerdoel kan vallen. Dit is concreet, specifiek en duidelijk waarneembaar (waardoor het beter meetbaar is dan het eerste voorbeeld)
Je kunt jezelf afvragen:
Wat bedoel ik met ‘goed communiceren’?
Wat versta ik daar nou precies onder?
Wat moet ik allemaal kunnen als ik goed wil communiceren? (deelvaardigheden)
Wat doe ik nu niet goed?
Wat kan ik nu nog niet wat ik wel zou willen?
Wat heeft mij tot nu toe tegengehouden?
Dit soort vragen leiden veelal tot een concreet en helder leerdoel. Wat wil ik nou eigenlijk ECHT?
De laatste vraag ‘Wat heeft je tot nu toe tegengehouden?’ is misschien wel de hamvraag. Het antwoord op deze vraag is vaak de sleutel tot het oplossen van de obstakels die het bereiken van het doel in de weg staan.
Belangrijk is ook dat een doel in positieve bewoordingen wordt gevat. Beschrijf wat je wel wil i.p.v. wat je niet wil:
Niet: “Ik wil niet te dominant zijn.”
Wel: “Ik kan actief naar anderen luisteren.”
“Ik kan open staan voor andermans ideeën.”
1.2 Meetbaar (SMART)
Meetbaar kan op twee manieren geïnterpreteerd worden. Bij meetbaar kunnen we denken aan getallen. Bijvoorbeeld:
“Ik kan tijdens elke vergadering drie keer mijn mening geven.”
Dit is zeer concreet en zeker meetbaar, zowel voor jezelf als voor je omgeving. Wat nog meer met meetbaar wordt bedoeld is, dat het doel door middel van zintuiglijke waarnemingen toetsbaar / meetbaar moet kunnen zijn. Wanneer dit niet mogelijk is, hoe kun je dan ooit weten wanneer je je doel hebt bereikt? Concreet wil dit zeggen dat het mogelijk moet zijn om iemand anders in specifieke termen te vertellen hoe je het zou weten als je je doel bereikt zou hebben. Hoe doe je dan, wat doe je dan, hoe doe je dat dan? Wat is dan waar te nemen bij jou? (concreet waarneembaar gedrag)
Als je dit aan een ander kan vertellen, heb je een goede maatstaf om je vorderingen aan af te meten. Bijvoorbeeld:
‘Ik kan een actieve luisterhouding aannemen’.=> “Ik zit rechtop.”
“Ik heb een open houding.”
“Ik maak oogcontact.”
“Ik knik begrijpend.”
1.3 Acceptabel (SMART)
Wanneer is een leerdoel acceptabel? Een leerdoel is acceptabel als het op diverse vlakken verantwoord is eraan te beginnen. Is een leerdoel voor jezelf en je omgeving verantwoord? Het betekent dat als je iets wil veranderen, dit effect kan hebben op meerdere deelgebieden van je leven. Een verantwoord/acceptabel doel mag niemand schade berokkenen. Bij het volgende voorbeeld kun je je afvragen of het wel verantwoord is voor je omgeving. Je kijkt of je leerdoel a.h.w. ethisch verantwoord is.
“Ik kan werk uit handen geven:
Ik ga proberen dit te bereiken door wat meer achterover te leunen en zoveel mogelijk aan anderen over te laten.”
Dit leerdoel is niet acceptabel.
Wel acceptabel is bijvoorbeeld:
“Ik leg bij de bespreking van de taakverdeling beargumenteerd aan mijn medestudenten uit waarom ik bepaalde taken niet kan uitvoeren”.
1.4 Reëel (SMART)
Een reëel doel ligt zoveel mogelijk binnen het bereik. Als een doel teveel afhangt van de medewerking van anderen, of als het zaken betreft die niet onder je eigen controle liggen, dan kan je proberen dit doel als nevendoel te stellen.
Eerst moet het bijbehorende doel gevonden worden, dat wel binnen je eigen controle en dus binnen handbereik ligt. Hiermee kan je die eerder genoemde medewerking eventueel wel krijgen.
Bijvoorbeeld:
Niet: “Ik kan er voor zorgen dat mijn medegroepsgenoten gemotiveerd raken.”
Wel: “Ik kan complimenten geven voor datgene wat anderen goed doen.”
”Ik vraag naar ieder zijn mening.”
Dat de anderen groepsgenoten hierdoor gemotiveerd raken is dan het sub- of nevendoel.
Omdat een leerdoel ook tijdsgebonden moet zijn, is het ook belangrijk dat het reëel is. Daarmee wordt bedoeld: haalbaar binnen het tijdsbestek waarbinnen het leerdoel plaats moet gaan vinden: Wanneer wil je een leerdoel behaald hebben? Zie je bij voorbaat al teveel tegen een leerdoel op, of ben je zelf al sceptisch over het al dan niet behalen van een leerdoel, dan is het belangrijk daar nog eens goed over na te denken en het leerdoel misschien eenvoudiger te maken.
1.5 Tijdsgebonden (SMART)
Hierbij gaat het er om dat een leerdoel uiteen wordt gezet in de tijd. Wanneer denk je je leerdoel behaald te hebben? Meestal is dit aan het einde van een blok. Maar het kan ook een aantal weken duren, of misschien wel twee of drie blokken.
Let op!
Er zijn nog twee belangrijke dingen waar je aan moet denken bij het formuleren van je leerdoel:
1. Een leerdoel moet altijd positief geformuleerd zijn. Schrijf dus op wat je WEL wilt i.p.v. wat je NIET wilt.
2. Begin je leerdoel met IK KAN.... en zet het in het hier en nu. M.a.w. je beschrijft het gewenste resultaat, zoals jij vindt dat het zou moeten zijn:
3. Zet geen trappen van vergelijking in je leerdoel. Deze begrippen zijn niet objectief en dus niet bruibaar bij het formuleren van je leerdoel.
Niet: Ik kan mijn ideeën goed verwoorden
Ik kan anderen beter uit laten praten
Ik kan een vergadering uitgebreider voorbereiden
Ik kan beter open staan voor feedback
Wel:: Ik kan mijn ideeën bondig verwoorden door maximaal drie zinnen te formuleren.
Ïk kan anderen uit laten praten door mijn mening eerst op te schrijven.
Ik kan een vergadering voorbereiden door een agenda te maken.
Ik kan open staan voor feedback door te vragen naar concrete voorbeelden.