1. #1
    مَعاذ الله

    Reacties
    2.995
    26-04-2002

    Biografie: Al-Khiraqi (334H / 945 n. Chr.) rahimahullah

    ʿUmar bin al-Husayn abu al-Qasim al-Khiraqi al-Baghdadi (334H / 945 n. Chr.) kwam in aanraking met de madhab van Imam Ahmad via zijn vader abu ʿAli al-Khiraqi (299H / 912 n. Chr.). Het enige werk van al-Khiraqi dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven, is zijn beroemde Mukhtasar, beter bekend onder de naam Mukhtasar al-Khiraqi. Het is een bondig maar veelomvattend werk in de jurisprudentie en de eerste samenvatting van de Hanbali fiqh. Ibn Qudamah (620H / 1223 n. Chr.) bevestigde de grote waarde ervan toen hij er voor een groot deel op bouwde in zijn encyclopedische werk al-Mughni, wat één van de bekendste werken van de Hanbali wetschool is.
    De manuscript van de Mukhtasar was in drie edities gepubliceerd. De eerste twee edities waren in Damascus gepubliceerd, bestaande uit 257 pagina’s met een voorwoord en een inhoudsopgave. De derde editie, welke in Beirut gepubliceerd is in 1403H, bestaat uit 160 pagina’s met een voorwoord en een inhoudsopgave.
    Zijn leven

    Hij is abu al-Qasim ʿUmar bin ʿAli al-Husayn bin ʿAbd-Allah bin Ahmad al-Khiraqi, een prominente Hanbali hooggeleerde, een jurist uit Bagdad. Hij werd voor het eerst tot de Hanbali madhab ingeleid door zijn vader en hij kende de twee zonen van ibn Hanbal, namelijk: Salih (266H / 880 n. Chr.) en ʿAbd-Allah (290H / 903 n. Chr.).
    Het is niet bekend wanneer hij precies geboren was, maar het feit dat de zoon van ibn Hanbal, die in 266H / 880 n. Chr. overleed, een bekende van hem was, wijst erop dat al-Khiraqi met zekerheid in de 9e eeuw geboren was en dat hij tenminste zesenzestig jaar geleefd heeft.
    Zijn vader, abu ʿAli al-Husayn bin ʿAbd-Allah al-Khiraqi (299H / 912 n. Chr.) was ook een prominente Hanbali hooggeleerde en jurist. Hij deed verslag in Hadith van meerdere mensen, waaronder abu ʿUmar al-Duri al-Muqriʿ, ʿAmr bin ʿAli al-Basri, al-Mundhir bin al-Walid al-Jarudi al-Kufi en Muhammad bin Mardas al-Ansari. Velen hebben ook op zijn gezag verslag gedaan, zoals abu Bakr al-Shafiʿi, abu ʿAli bin al-Sawwaf, ʿAbd al-ʿAziz bin Jaʿfar al-Hanbali, abu Muzahim Musa bin ʿUbayd-Allah bin Khaqan, abu Bakr ʿAbd al-ʿAziz bin Jaʿfar bin Ahmad bin Yazdad Ghulam al-Khallal en zijn eigen zoon abu al-Qasim ʿUmar al-Khiraqi.[1] De vader van al-Khiraqi was bevriend met de metgezellen van Ahmad bin Hanbal, de oprichter van de Hanbali madhab en hij was het meest bevriend met abu Bakr al-Marwadhi (275H / 899 n. Chr.) naar wie hij vernoemd werd met “Khalifat al-Marwadhi”.[2] Abu ʿAli leidde een ascetische en vrome levenswijze en overleed op donderdag, de feestdag van al-Fitr in het jaar 299H. Hij bad het ʿId al-Fitr gebed, ging na de lunch slapen en overleed later op de dag. Hij werd bij Bab Harb begraven, naast het graf van ibn Hanbal. Hij was een rechtschapen man waarover de mensen schreven.[3]
    Al-Khiraqi studeerde onder abu Bakr al-Marwadhi, Harb al-Kirmani en de twee zonen van ibn Hanbal, namelijk: Salih en ʿAbd-Allah. Hij was ook een leerling van abu Bakr al-Khallal (311H / 923 n. Chr.). Onder al-Khiraqi hebben onder andere de volgende Hanbali geleerden gestudeerd: abu ʿAbd-Allah bin Batta (387H / 998 n. Chr.), ʿAbd al-ʿAziz bin al-Harith bin Asad abu al-Hasan al-Tamimi (371H / 981 n. Chr.), abu al-Husayn bin Samʿun (387H / 998 n. Chr.) en abu Hafs al-ʿUkbari (378H / 998 n. Chr.).[4]
    Al-Khiraqi stond niet alleen bekend als de leidende hooggeleerde maar ook als een vroom dienaar van Allah. Hij was godsdienstig, vroom, rechtschapen en een grote Imam die kennis en praktijk combineerde naast zijn hoog gevorderde status in de madhab van Ahmad ibn Hanbal.[5]
    Toen het voor de Hanbalieten onmogelijk werd om in Bagdad te leven vanwege de bekritisering van de metgezellen van de Profeet صلى لله عليه و سلم, vertrok al-Khiraqi als een emigrant op de avond van de aankomst van de Shiʿi Buyids in Bagdad (334H / 945 n. Chr.). Hij zocht toevlucht in Damascus waar hij, volgens zijn eigen leerling; abu ʿAbd-Allah bin Bata al-ʿUkbari, in hetzelfde jaar overleed, i.e. 334H en in Damascus werd begraven.
    Zijn werken

    Al-Khiraqi heeft meerdere werken geschreven in de Hanbali madhab, waaronder al-Mukhtasar fi al-fiqh, beter bekend als Mukhtasar al-Khiraqi. Het is het enige complete werk dat het overleeft heeft van zijn vele werken. Dit komt doordat al-Khiraqi Bagdad als emigrant verliet in een tijd toen de metgezellen bekritiseerd of beledigd werden. Hij nam zijn toevlucht in Damascus waar er al een Hanbali madhab was. Hij liet zijn persoonlijke bibliotheek achter in Bagdad bij een vriend. Een brand brak uit en vernietigde alle boeken met uitzondering van de Mukhtasar.[6]
    Er bestonden driehonderd commentaren op de Mukhtasar in de tijd van de Hanbali historicus Yusuf bin ʿAbd al-Hadi (909H / 1503 n. Chr.).[7]
    Zijn karakter en methoden

    Abu Yaʿla beschrijft al-Khiraqi als een geleerde man (ʿallamah), gevorderd in de school van ibn Hanbal, godsdienstig en vroom.[8] Ibn al-Jawzi (597H) beschreef hem als een welbespraakte persoon van fiqh die in staat was zich zeer eloquent te uiten.[9] Ibn Qudamah (620H / 1223 n. Chr.) zag hem als een grote Imam, oprecht, godsdienstig en een vrome man, gekenmerkt door kennis en praktiserend.[10] Ibn Kathir (774H) onderscheidde hem als één van de leidende juridische hooggeleerden en dienaren van Allah, een man met vele uitstekende eigenschappen en religieuze toewijdingen.[11]
    Een algemeen gebruik in zijn methodiek is dat hij ieder onderwerp behandeld door eerst met de definiëring te komen tenzij hij dit niet nodig achtte, waarbij hij dan begint met de wettige kwalificatie of de voorwaarden of de vereisten. Op andere momenten begint hij simpelweg met de verschillende delen of classificaties, gevolgd door een gedetailleerde verhandeling van de zaken die betrekking hebben op het onderwerp of hij begint meteen met de bespreking van de wettelijke zaken.
    Een ander gebruik in zijn methodiek is hoe hij zijn verhandeling eindigt bij ieder onderwerp. In de meeste gevallen eindigt hij een onderwerp en gaat direct over naar een andere, behalve in bepaalde gevallen waarin hij eindigt met: “Allah weet het beter” of “Allah weet beter wat juist is”.
    [1] Ibn Khallikan (608-681H), Wafayat, deel 3, pag. 441. Ibn Athir, al-Lubab, deel 1, pag. 435. Al-Baghdadi, Tarikh, deel 8, pag. 59. Tabaqat, deel 2, pag. 45, 119

    [2] Ibn Qudamah, al-Mughni wa al-Sharh al-Kabir, deel 1, pag. 3-4. Al-Baghdadi, Tarikh, deel 8, pag. 60

    [3] Ibn Taghribirdi, al-Nujum, deel 3, pag. 178. Tabaqat, deel 2, pag. 46-47. Al-Baghdadi, Tarikh, deel 8, pag. 60

    [4] Ibn Qudamah, al-Mughni wa al-Sharh al-Kabir, deel 1, pag. 3-4. Ibn Rajab, al-Dhayl, pag. 12-13

    [5] Ibn Kathir (774H), al-Bidayah, deel 4, pag. 214. Al-Mughni wa al-Sharh al-Kabir, deel 1, pag. 3-4

    [6] Ibn Khallikan, Wafayat, deel 3, pag. 441. Al-Mughni wa al-Sharh al-Kabir, deel 1, pag. 3-4. Al-Zirikli, al-Aʿlam, deel 5, pag. 202

    [7] Al-Turki, Usul, pag. 709, 711

    [8] Al-Mughni, deel 1, pag. 3

    [9] Ibn al-Jawzi, al-Muntazam, deel 6, pag. 346.

    [10] Al-Mughni, deel 1, pag. 3.

    [11] Ibn Kathir, al-Bidayah, deel 6, pag. 214.

  2. #2
    Dat zit wel snor ~

    Reacties
    823
    22-02-2017

    Kort stukje over al-Khiraqi in siyar a'laam al-nubulaa:


    الْخِرَقِيُّ الْعَلامَةُ شَيْخُ الْحَنَابِلَةِ أَبُو الْقَاسِمِ، عُمَرُ بْنُ الْحُسَيْنِ بْنِ عَبْدِ اللَّهِ، الْبَغْدَادِيُّ الْخِرَقِيُّ الْحَنْبَلِيُّ، صَاحِبُ الْمُخْتَصَرِ الْمَشْهُورِ فِي مَذْهَبِ الْإِمَامِ أَحْمَدَ.

    كَانَ مِنْ كِبَارِ الْعُلَمَاءِ، تَفَقَّهَ بِوَالِدِهِ الْحُسَيْنِ صَاحِبِ الْمَرُّوذِيُّ وَصَفَ التَّصَانِيفَ.

    قَالَ الْقَاضِي أَبُو يَعْلَى: كَانَتْ لِأَبِي الْقَاسِمِ مُصَنَّفَاتٌ كَثِيرَةٌ لَمْ تَظْهَرْ؛ لِأَنَّهُ خَرَجَ مِنْ بَغْدَادَ لَمَّا ظَهَرَ بِهَا سَبُّ الصَّحَابَةِ، فَأَوْدَعَ كُتُبَهُ فِي دَارٍ فَاحْتَرَقَتِ الدَّارُ.

    قُلْتُ: وَقَدِمَ دِمَشْقَ، وَبِهَا تُوُفِّيَ، وَقَبْرُهُ ظَاهِرٌ يُزَارُ بِمَقْبُرَةِ بَابِ الصَّغِيرِ.

    قَالَ أَبُو بَكْرٍ الْخَطِيبُ: زُرْتُ قَبْرَهُ.

    وَتُوُفِّيَ فِي سَنَةِ أَرْبَعٍ وَثَلَاثِينَ وَثَلَاثِمِائَةٍ.

    قُلْتُ: لَمْ يَقَعْ لَنَا حَدِيثٌ مِنْ طَرِيقِهِ. وَقَدْ حَكَى عَنْهُ عَبْدُ اللَّهِ بْنُ عُثْمَانَ الصَّفَّارُ.

    وَظَهَرَ فِي هَذَا الْوَقْتِ الرَّفْضُ وَالِاعْتِزَالُ بِالْعِرَاقِ بِبَنِي بُوَيْهٍ.