1. #1
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003

    Lightbulb Leren Studeren..!! (Tip!)

    Leren Studeren




    1 Inleiding

    Misschien denk je dat je al weet hoe je moet studeren. Het is echter gebleken dat veel mensen niet de juiste leermethoden gebruiken. Er bestaan namelijk basistechnieken voor leren en studeren die voor bijna iedereen gelden. Deze basistechnieken worden in de onderstaande tekst besproken. Met kennis hiervan kun je je eigen manier van leren effectiever maken. Dit betekent: meer leren met minder moeite en in minder tijd. Bedenk wel dat het met succes leren en studeren om een aanpassing op lange termijn van de dagelijkse (studeer) gewoonten vraagt. Het belangrijkste advies is: oefen regelmatig. Als je de basistechnieken van het leren en studeren eenmaal onder de knie hebt, ben je studievaardig.

    2 Informatie opnemen

    Om informatie te kunnen onthouden is het in eerste instantie van belang deze informatie op de juiste manier op te nemen.

    2.1 Effectief lezen

    Lezen is het belangrijkste onderdeel van leren en studeren. Effectief lezen betekent snel en goed lezen, waarbij de gewenste informatie zo veel mogelijk uit de tekst wordt gehaald. Om sneller te leren lezen, moet je proberen meer woorden in een keer te zien. Verder moet je afleren met de lippen te bewegen en bij te wijzen. In plaats van met het hoofd moet je met de ogen leren bewegen. Deze bewegingen moeten zo minimaal mogelijk zijn.

    Bij het lezen voor studiedoeleinden is het verder belangrijk zo snel mogelijk een overzicht te hebben van de tekst. Wat bedoelt de schrijver? Hoe heeft de auteur het opgeschreven en waarom? Wat willen we weten en waar staat dat? Je moet een tekst op verschillende manieren lezen: oriënterend, zoekend, begrijpend, analytisch en herhalend (OZBAH-lezen).

    Manieren om effectiever te lezen

    Allereerst lees je een tekst oriënterend. Zo krijg je een globaal idee van het onderwerp van de tekst en de manier waarop dit wordt behandelt. Als je dit eenmaal weet, kun je makkelijker meedenken met de tekst, lees je sneller en begrijp je de tekst beter. Begin met het lezen van de titel en bedenk waar het boek of de tekst over zal gaan. Daarna kijk je in de inhoudsopgave of dit klopt. Bekijk de verschillende hoofdstukken en eventuele bijlagen met toelichtingen of bijzonderheden. Hierbij let je vooral op de titel per hoofdstuk, de paragraaftitels, de figuren en plaatjes. Lees hier en daar kleine stukjes tekst, zodat je een idee krijgt van de moeilijkheid van de tekst en de hoeveelheid tijd die het zal kosten om het (gedeeltelijk) door te nemen.
    Nu je weet waar de tekst ongeveer over gaat, lees je de tekst zoekend. Het doel hiervan is te weten te komen wat hoofdzaken, bijzaken, belangrijke en onbelangrijke stukken van een tekst zijn. Bij zoekend lezen van een tekst laat je je ogen over de tekst glijden en kijk je welke hoofdwoorden vaak (gezamenlijk) voorkomen, welke woorden vet, schuin gedrukt of onderstreept zijn of op een andere manier opvallend in de tekst staan. Het kan handig zijn die woorden op te schrijven. Verder moet je letten op kernzinnen. Deze worden vaak begonnen met een signaalwoord: "Het is belangrijk dat", "Samenvattend:" of "In het algemeen". De eerste en laatste alinea van een tekst geven meestal informatie over de centrale gedachten van een tekst.
    Vervolgens lees je de tekst begrijpend. Hierbij probeer je het betoog van een tekst te achterhalen. Gekeken moet worden naar wat de schrijver duidelijk probeert te maken en naar wat de feiten en conclusies zijn. Dit doe je door zinnen aandachtig te lezen en te proberen te begrijpen. Noteer kort belangrijke zaken of maak een aantekening in de tekst.
    Als in de tekst sommige stukken belangrijk of moeilijk blijken lees je deze stukken analytisch. Dit doe je om de waarde van de centrale gedachten van een tekst en de argumenten voor en tegen precies te weten te komen. Probeer zin na zin, te begrijpen wat er precies staat en beoordelen in hoeverre het gelezene waar is. Probeer de regels van de redeneerkunst of logica toe te passen en vergelijk feiten die je van andere teksten kent met gegevens die in het te analyseren stuk worden gegeven. Aan het eind van het analytisch lezen kom je meestal tot een conclusie: je begrijpt de tekst of niet, de schrijver heeft geheel of gedeeltelijk gelijk of niet. Zie ook argumenten analyseren.
    Als je een hoofdstuk hebt doorgenomen, lees je de hele tekst herhalend door. Ga snel langs de tekst en probeer de belangrijke woorden, zinnen, figuren en paragrafen te herkennen en de grote lijn van de tekst te bevatten. Gebruik je aantekeningen of markeringen van belangrijke zaken.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en verbetert het vermogen tot effectief lezen.
    2.2 Structuur herkennen
    Een gesproken of geschreven tekst heeft een structuur. Meestal past deze structuur bij de bedoeling van de tekst. Als dit niet het geval is, heeft de lezer of luisteraar de taak zelf een ordening aan te brengen. Bij het zoeken naar de structuur van een tekst moet er onderscheid worden gemaakt tussen de macro- en de microstructuur van een tekst.

    Macrostructuur

    De belangijkste structuur van een tekst is de macrostructuur. Hier wordt de indeling van een tekst in deelonderwerpen (hoofdstukken, paragrafen en alinea's) bedoeld. De macrostructuur geeft in grote lijnen aan hoe het onderwerp besproken wordt en wat de bedoeling van de tekst is.

    Microstructuur

    Met de microstructuur wordt de structuur van een tekst op het niveau van woorden en zinnen bedoeld. Zoeken naar de microstructuur betekent letten op het belang van woorden, (bijvoorbeeld als signaalwoord), letten op bij elkaar horende zinnen, vaststellen welke zinnen de kern van het betoog vormen en welke alinea's belangrijk zijn.

    Reeks en rangordening

    De microstructuur van een tekst kan bestaan uit een reeks of een rangorde. Kenmerkend voor een reeks is dat de delen een gelijke waarde hebben. Bijvoorbeeld een reeks eigenschappen of een reeks oorzaken en gevolgen. Een reeks kan een eenvoudige of een ingewikkelde structuur hebben. Een reeks met een eenvoudige structuur is bijvoorbeeld de opsomming van kenmerken.

    Een reeks met een ingewikkelde structuur is bijvoorbeeld oorzaak en gevolg, waarbij het gevolg weer een oorzaak is voor een ander gevolg, enzovoorts. Soms wordt in een tekst een oorzaak genoemd en vele gevolgen of meerdere oorzaken voor een gevolg. Reeksen met een ingewikkelde structuur zijn meestal gemakkelijk te vinden, omdat signaalwoorden worden gebruikt voor de omschrijving van de structuur.

    Als de structuur van een tekst bestaat uit een rangorde zijn de onderdelen ongelijkwaardig. Voorbeelden van ongelijkwaardige delen van een tekst zijn: een hoofdstelling en argumenten voor en tegen, hoofdzaken en bijzaken, algemene en bijzondere zaken, een stelling en voorbeelden. De lager geordende zinnen staan als het ware in dienst van de hoger geordende zinnen. Ook rangordeningen kunnen een eenvoudige of een ingewikkelde structuur hebben. Een eenvoudige structuur is: een stelling en een voorbeeld van wat met de stelling bedoeld wordt of het onderscheid in hoofd- en bijzaak. Een auteur geeft met signaalwoorden aan of iets gezien moet worden als een gevolg of een oorzaak, een hoofd- of een bijzaak. Soms heeft een ordening in een tekst een ingewikkelde structuur. Het betoog over een onderwerp heeft dan dus een ingewikkeld schema. Ordeningen met een eenvoudige of ingewikkelde structuur zijn meestal gemakkelijk te vinden door de aanwezigheid van vele signaalwoorden.




    Manieren om beter de structuur te herkennen

    Concentreer je tijdens het lezen eerst op het achterhalen van de macrostructuur. Daarna zorg je dat weet welke microstructuren je kunt verwachten van een tekst: eenvoudige of ingewikkelde reeksen, eenvoudige of ingewikkelde ordeningen.
    Probeer doel en macrostructuur van een tekst globaal vast te stellen door de inhoudsopgave te bekijken: de indeling van stukken in delen, hoofdstukken, paragrafen, door het woord vooraf te lezen, door plaatjes en figuren te bekijken. Een indruk van de schrijfstijl van de auteur kun je krijgen door de eerste en laatste regels van hoofdstukken te lezen.
    Voor je de paragraaf of het hoofdstuk gaat lezen om de tekst te begrijpen lees je de tekst zoekend door naar de microstructuur: betekenisvolle woorden, signaalwoorden, leestekens, zinsconstructie, opmaak van zinnen, alinea's, onderstrepingen, vette of schuine druk. Uit deze tekstaanwijzingen valt af te leiden wat de belangrijke woorden en wat de belangrijke zinnen zijn.
    Lees de tekst nu nogmaal door en let daarbij op aanwijzingen voor de microstructuur. Maak aantekeningen.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt structuur herkennen.

    2.3 Het analyseren van argumenten

    Een gesproken of geschreven tekst bestaat vaak uit een of meer stellingen. Je kunt ten aanzien van een stelling drie standpunten innemen: positief, negatief en twijfel. Bij een positief standpunt gaat de schrijver of spreker ervan uit dat de stelling waar is en bij een negatief standpunt dat de stelling onwaar is. Bij twijfel is de schrijver of spreker onzeker of de stelling waar is.

    Voor de standpunten worden argumenten gegeven. Argumenten kunnen voor en tegen een standpunt pleiten. Een argument voor steunt het standpunt dat de stelling waar is. Een argument tegen steunt het standpunt dat de stelling onwaar is.

    Argumenten kunnen logisch, feitelijk of subjectief aanvaardbaar zijn. Als argumenten volgens een logische redenering steun geven aan een standpunt is het standpunt algemeen aanvaardbaar. Is de redenering gebaseerd op feitelijke argumenten dan lijkt het standpunt min of meer aanvaardbaar afhankelijk van de juistheid van de feiten. Als de redenering subjectief is dan is het standpunt persoonlijk aanvaardbaar, maar niet in het algemeen. Een probleem is dat in de tekst meestal niet duidelijk is of de redenering logisch, feitelijk of subjectief waar is.

    Een conclusie is een uitspraak over het meest aanvaardbare standpunt ten aanzien van een stelling: twijfel, positief of negatief. De conclusie wordt gebaseerd op de weging van de waarde van de argumenten en de structuur van de argumentatie: wat is de waarde van de redenering.

    Stijlen

    Er zijn verschillende soorten teksten. Bij een informatieve tekst geeft de schrijver of spreker informatie zonder dat verklaringen of argumenten een belangrijke rol spelen. Bij een verklarende tekst worden vooral verklaringen van zaken gegeven. Informatie en argumenten kunnen in de tekst opgenomen zijn maar die zijn ondergeschikt aan de verklaringen. Bij een argumentatieve tekst worden ten aanzien van een stelling meerdere standpunten ingenomen en worden voor de standpunten argumenten gegeven. Er is sprake van een betoog.

    Manieren om beter argumenten te analyseren
    Stel tijdens het lezen van een tekst vast in hoeverre gebruik gemaakt wordt van een informatieve, een verklarende of van een argumentatieve stijl. Argumenten analyseren is namelijk vooral van toepassing op argumentatieve teksten.
    Bepaal voorlopig de structuur van de argumentatie. Wat is de stelling? Wat is de positie van de schrijver? Welke positie neemt de lezer in volgens de schrijver? Wat zijn de argumenten voor en wat de argumenten tegen? Wat zijn de conclusies? Welke oorzaken en welke gevolgen worden genoemd?
    Bepaal voorlopig de waarde van de argumentatie. Ga na welke waarde de argumenten voor en tegen een stelling hebben volgens de tekst. Stel vast of argumenten volgens de tekst logisch, feitelijk of subjectief aanvaardbaar zijn. Stel vast welke conclusies bereikt worden volgens de tekst.
    Ga na of het de bedoeling is dat je zelf een oordeel hebt over de argumentatie. Bedenk dan welke aanvullingen jezelf hebt op de tekst. Welke argumenten voor en tegen kun je zelf aanvoeren, welke feiten ken je zelf uit andere bron die niet in de tekst voorkomen? Welke andere conclusies en interpretaties zijn volgens jou mogelijk? Welke stellingen zijn zonder goede argumenten verworpen of aanvaard?
    Ga na welke argumenten voor en tegen een stelling of standpunt je uiteindelijk gaat onthouden, welke oorzaken en gevolgen je moet weten. Noteer kort de belangrijkste punten. Maak onderscheid in de argumentatie en conclusies in de tekst en de gevolgtrekkingen van jezelf.
    Zie ook effectief lezen.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt argumenten analyseren.

    3 Informatie verwerken

    Het is onmogelijk opgenomen informatie lang te onthouden, wanneer deze informatie niet op de juiste manier verwerkt is.



  2. #2
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003









    3.1 Structuur aanbrengen

    Om een tekst goed te kunnen onthouden is het belangrijk zelf structuur aan te brengen. Dit betekent dat je selecteert wat je globaal wil of moet onthouden omdat het belangrijk is. Hierbij moet je erop letten dat je datgene wat belangrijk is, vertaalt in je eigen woorden. Dit maakt het onthouden van informatie veel makkelijker.

    Manieren om beter structuur aan te brengen

    Stel tijdens het lezen van een tekst vast in hoeverre de schrijver een duidelijk herkenbare structuur heeft aangebracht. Indien de structuur duidelijk is kan die versterkt worden. Zo niet, dan moet die na het lezen van de tekst aangebracht worden. Bepaal de uiteindelijke structuur van elk betoog in een tekst: Wat is de stelling? Wat is het standpunt van de schrijver? Welk standpunt neemt de lezer in volgens de schrijver? Wat zijn de argumenten voor en wat de argumenten tegen? Wat zijn de conclusies?
    Maak aantekeningen van de belangrijke woorden en ideeën. Schrijf deze op zonder dat ze een afgerond verhaal vormen. Het gaat meer om woorden, korte zinnetjes en commentaren met vermelding van de bladzijden of de titels van hoofdstukken of paragrafen om te weten op welk deel van een tekst de aantekeningen slaan. De aantekeningen zijn geheugensteuntjes voor wat je weet van een tekst.
    Maak een schema op papier van de macrostructuur van de tekst en de microstructuur van de onderdelen. Onderscheid per onderdeel belangrijke woorden, stelling en positie, oorzaken en gevolgen volgens de tekst. Gebruik cirkels en blokken voor belangrijke onderwerpen en geef de relaties aan met pijlen. Bij het maken van een schema werk je aantekeningen uit tot een meer begrijpelijk geheel. Het schema vat de belangrijkste gegevens samen en geeft verbanden weer tussen de feiten en ideeën. De stappen in een betoog, stellingen en standpunten, argumenten en conclusies worden schematisch vermeld. Argumenten voor en tegen, voor- en nadelen, oorzaken en gevolgen, fasen van ontwikkeling worden genummerd en met pijlen verbonden.
    Maak een samenvatting van het betoog op papier. Lees de tekst en kies de kortst mogelijke zinnen die de stellingen en standpunten, oorzaken en gevolgen, voor- en nadelen, de fasen van een ontwikkeling juist en begrijpelijk weergeven. Laat alle bijzaken achterwege.
    Streep de belangrijke woorden en zinnen aan, schrijf trefwoorden in de kantlijn, markeer signaalwoorden die verbanden of stellingen aangeven, standpunten of argumenten aankondigen. Verder kun je opsommingen nummeren, argumenten voor en tegen verbinden met conclusies, fasen van een ontwikkeling nummeren, belangrijke stukken tekst in een blok zetten.
    Ga na of het schema, de samenvatting, de onder- en aanstrepingen, de markeringen een goed beeld geven van de belangrijkste delen en van de structuur van de tekst. Leer deze hoofdpunten door deze te herhalen tot je ze weet.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt structuur aanbrengen.
    3.2 Verbanden leggen
    Een goede manier om er voor te zorgen dat je een tekst beter onthoudt, is het leggen van verbanden tussen de nieuwe informatie en dingen die je al weet. Dit gebeurt door te denken aan twee zaken: de nieuwe informatie die we moeten onthouden en voorbeelden, toepassingen of ervaringen.

    Manieren om beter verbanden te leggen

    Stel tijdens het lezen van een tekst vast in hoeverre de schrijver verbanden legt met andere onderwerpen en andere vakken. Probeer zelf bij elk onderwerp te bedenken wat je er al van weet. Wat heb je eerder gehoord, gezien of gelezen?
    Bedenk bij elk onderwerp wat het nut kan zijn dat je het leert. Zaken waarvan je hebt bedacht hoe nuttig ze kunnen zijn, leer je gemakkelijker dan zaken waarvan je het nut niet inziet.
    Bedenk bij elk onderwerp voorbeelden van wat in de tekst staat. Als in de tekst ook voorbeelden zijn gegeven bedenk je zelf nieuwe.
    Schrijf bij je aantekeningen (schema, samenvatting, bij de tekst) welke toepassingen je kunt bedenken voor de onderwerpen in de tekst en met welke andere vakken je verbanden ziet.
    Leer niet alleen de zaken uit de tekst, maar ook de voorbeelden, toepassingen en verbanden die jezelf hebt bedacht.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt verbanden leggen.
    3.3 Uit je hoofd leren
    Bij uit het hoofd leren gaat het erom informatie precies in het geheugen op te slaan. Dit speelt een belangrijke rol als we weinig of niets van het onderwerp weten.

    Uit het hoofd leren is voornamelijk gebaseerd op het herhalen van de waarneming. Verder is het belangrijk om te weten dat mensen in minder tijd leren als ze gespreid leren. Dus als je een uur achter elkaar leert, onthoud je de informatie minder goed dan wanneer je vier keer een kwartier met onderbrekingen leert. Ook is het belangrijk op verschillende manieren te leren, bijvoorbeeld door de informatie te lezen, hardop te lezen en op te schrijven. Het meest belangrijk blijft echter: herhaling.

    Leren door groeperen

    Zaken kunnen gegroepeerd worden naar onderwerp. Dit is een bijzondere vorm van betekenissen verbinden aan wat je moet leren. Wat hebben woorden, tekens, formules of gebeurtenissen gemeenschappelijk? Het meest effectief zijn groeperingen naar betekenis. Zaken die je uit je hoofd moet leren kun je naar elk onderwerp groeperen. Je onthoudt dan de zaken per onderwerp. Met groeperen gaat het leren gemakkelijker.

    Leren met ezelsbruggetjes en geheugensteuntjes

    Ezelsbruggetjes en geheugensteuntjes zijn bedenksels die geen direct verband houden met wat je uit het hoofd leert. Ezelsbruggetjes gebruiken mensen voor zaken die niet gemakkelijk te begrijpen zijn maar toch onthouden moeten worden. Meestal verzin je een zin, een verhaal, een rijmpje of versje, een wandeling door een ruimte die je gemakkelijker onthoudt. Daaraan wordt gekoppeld wat je moet onthouden.

    Manieren om beter uit je hoofd te leren

    Bedenk dat uit het hoofd leren gebaseerd is op herhaling en het leggen van verbanden met wat je al weet. Verder is het belangrijk niet lang, maar vaak te leren. Met meer zintuigen leren gaat sneller, dan met een.
    Lees wat je uit je hoofd moet leren heel precies. Herhaal het daarna zonder te kijken. Controleer onmiddellijk of je het goed hebt. Als je in het begin van het leren fouten maakt, blijven die terugkomen. Als je veel moet leren bouw je het op. Je begint een klein gedeelte van de tekst goed te leren, daarna ga je verder met het volgende stuk en je herhaalt het eerste stuk tekst. Dit doe je net zolang tot je alles geleerd hebt.
    Leg verbindingen tussen de nieuwe informatie en dingen die je al weet. Dit helpt je de tekst beter te onthouden.
    Groepeer wat je moet onthouden naar betekenis, beeld, klank, volgorde, tijd of plaats. Het groeperen kan gebeuren naar elke denkbare overeenkomst of elk verschil.
    Bedenk ezelsbruggetjes of geheugensteuntjes als het niet anders kan.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt beter uit het hoofd te leren.



    3.4 Je kennis controleren

    Kennis controleren bestaat uit het nagaan of je goed genoeg begrijpt wat je wil of moet begrijpen, of je duidelijk genoeg kunt maken wat je begrijpt, of wat je gemaakt hebt goed genoeg is, of wat je uit het hoofd geleerd hebt goed genoeg onthoudt en terug kunt vinden.

    Begrijpen en uitleggen

    Voor het begrijpen van globale zaken is het structuur aanbrengen en verbanden leggen van belang. Kennis van feiten (namen, aantallen, definities) komt ook voor bij begrijpen, maar neemt een minder belangrijke plaats in. Bij het controleren van het begrijpen moet precies nagegaan worden of de belangrijke structuren en de verbanden aanwezig zijn. We doen dat in het algemeen door aan onszelf of aan een ander uit te leggen welke structuren en verbanden van belang zijn en direct te (laten) controleren of alles is genoemd en in de juiste volgorde. Zijn de stellingen, posities, argumenten en conclusies in de juiste volgorde genoemd? Zijn de oorzaken en gevolgen, de fasen van ontwikkeling juist vermeld? Blijkt onze uitleg niet geheel volledig of correct, dan moet de kennis over structuren en verbanden aangepast worden.

    Kennen en opnoemen of herkennen

    Voor het kennen of herkennen van uit het hoofd geleerde feiten is herhalen en verbanden leggen van belang. Wat de verbanden betreft gaat het vooral om precieze verbanden tussen betekenissen. Controleer of je feiten goed hebt onthouden door je kennis voor jezelf of voor een ander op te noemen en direct op juistheid te (laten) controleren. Blijkt je kennis niet volledig of correct, dan moet het leren herhaald worden. Feitenkennis wordt snel minder. Regelmatig herhalen van het leren is noodzakelijk.

    Manieren om je kennis te controleren

    Bedenk wat je precies uit je hoofd wilt of moet leren, wat je moet begrijpen maar niet letterlijk hoeft te onthouden, wat je moet weten maar in je eigen woorden kunt weergeven, wat je alleen maar hoeft te herkennen als correct, wat je niet hoeft te kennen omdat je het zelf kunt bedenken. Het is heel belangrijk om goede beslissingen te nemen en een poging te doen in te schatten wat de docent op dit punt denkt.
    Controleer of je hebt begrepen wat je moet begrijpen. Een goede manier is jezelf overhoren. Leg jezelf stapsgewijs en hardop uit wat je moet begrijpen. Controleer wat je net van jezelf gehoord hebt. Is het juist en volledig? Herhaal dat zolang tot je het goed en vlot kunt uitleggen. Het is ook een goede methode je te laten overhoren door iemand anders.
    Controleer of je uit het hoofd kent wat je letterlijk of in eigen woorden moet kennen. Een goede manier is jezelf te overhoren. Ga na of je de woorden die je moet kennen ook weet op te zeggen.
    Overhoor jezelf of een ander streng. Je moet het beter kennen dan nodig is. Dat is noodzakelijk omdat je in de eerste uren na het leren snel vergeet. Wanneer je dit niet doet, blijkt later misschien dat je het minder goed kent dan je dacht. Vooral als je zenuwachtig bent of tussendoor andere dingen hebt geleerd moet je het 'kunnen dromen' om een redelijke prestatie te kunnen leveren. Jezelf tussendoor overhoren helpt heel goed. Je 'herleert' het even. Maar overhoor je niet meer vlak voor de toets of het tentamen. De kans is groot dat je dan veel vergeet.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt kennis controleren.

    4 Het organiseren van je werkomstandigheden

    Een goede organisatie van je werk is een voorwaarde voor het kunnen opnemen en verwerken van informatie.

    4.1 Je werk plannen

    Plannen en tijd gebruiken bij het leren en studeren heeft te maken met afspraken die je met jezelf maakt over wanneer je gaat werken, de volgorde waarin je de vakken en opdrachten doet, hoeveel tijd je besteedt aan elk van de vakken en de opdrachten, wanneer en hoe vaak je pauze neemt, wanneer je klaar moet zijn. Het kost mensen die dit niet doen over het algemeen meer tijd om de stof door te werken en zij komen dan ook vaker in tijdnood.

    Bij het maken van een werkplan is het belangrijk met een aantal dingen rekening te houden omdat je daarvan kunt profiteren. Mensen hebben een biologische klok die gevoelig is voor regelmaat, iedere dag een vaste tijd voor leren en studeren helpt. Mensen werken beter bij afwisselend werk. Leren en studeren is gevoelig voor vermoeidheid; vaker kort leren is beter dan alles in een keer. Je kunt het best voor elk uur dat je leert een pauze van een kwartier houden, waarin je iets ontspannends doet. (Als de pauzes regelmatig langer duren dan met jezelf is afgesproken, kan een eierwekker helpen). Het is moeilijk zonder ervaring de tijd die nodig is voor leren en studeren te schatten. Het is dus belangrijk precies bij te houden hoeveel tijd leren en studeren voor de vakken kost.

    Weten wat te doen

    Het is belangrijk je mentaal voor te bereiden op het leren en studeren. Mensen die weten wat ze moeten doen, een werkplan hebben en hun spullen klaar leggen bereiden zich mentaal voor om te beginnen en hebben daardoor een voorsprong op mensen die zich niet hebben voorbereid.



  3. #3
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003




    Werken volgens plan

    Mensen die volgens plan werken, werken sneller en beter dan mensen die dat niet doen. Zij letten op de tijd en gaan na of ze op schema zijn. Daardoor zitten ze minder vaak te suffen terwijl de tijd doorgaat. Als ze achterraken op het schema proberen ze extra op te schieten.

    Manieren om je planning te verbeteren

    Als je moet leren en studeren is dat zelden leuk. Verzin geen smoezen en stel niet uit, maar maak een plan en ga aan de slag. Dat plan is nodig om je jezelf aan het werk te zetten en te houden tot je met je werk klaar bent.
    Maak een werkplan zoals een lesrooster. Bij voorkeur voor een hele week. Maak een schema voor elke dag voor een hele week. Vooral als er tentamens voorbereid moeten worden is een planning over meerdere dagen belangrijk. Begin op ongeveer dezelfde tijd. Kies bij voorkeur een periode dat je niet gestoord wordt. Neem in het schema een pauze op van een kwartier voor elk uur werk. Pas het schema wekelijks aan, ook als het niet altijd lukt je aan het schema te houden.
    Leg je spullen ruim op tijd klaar. Neem een pauze. Spreek met jezelf af op tijd te beginnen. Start met iets gemakkelijks, iets wat het minst onprettig is. Zorg voor afwisselend werk. Controleer af en toe wat je eerder hebt gemaakt of geleerd. Denk er aan: niet lang leren, wel vaak.
    Vul het schema voor elke dag in. Maak drie kolommen. Een kolom voor de vakken en pauzes, een voor de tijden die je per vak wilt besteden en een kolom voor de tijden die je in werkelijkheid aan de vakken besteedt. Noteer wanneer je begint en wanneer je stopt met een vak.
    Houd je aan de planning. Laat je niet afleiden. Als je planning niet realistisch blijkt, moet het de volgende keer beter.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt plannen en tijd gebruiken.

    4.2 Op de juiste plaats werken

    Werkomstandigheden inrichten heeft te maken met de inrichting van de werkplek, de voorbereidingen, de lichamelijke en mentale instelling voor het leren en studeren. Je werkplek moet een plek zijn waar alleen gewerkt wordt. Als de werkplek ook gebruikt wordt voor ontspanning dan is het verstandig deze iets anders in te richten dan als je aan het werk gaat. Het is in ieder geval nuttig de afleidende zaken als boeken voor ontspanning, sport- en speeltuig, televisie, e.d. uit het zicht te zetten.

    Zorg dat je goed licht hebt en de ruimte niet te warm is. Een hoge temperatuur leidt tot ongeconcentreerdheid en sufheid.

    Voor leren en studeren is een actieve houding belangrijk. Een werkplek moet daartoe uitnodigen: een stoel waarop rechtop gezeten wordt en een tafel met genoeg ruimte voor de spullen. Het bed, een luie stoel of een bank zijn minder geschikt. Het is verstandig een werkplek te hebben waar gelopen kan worden tijdens het uit het hoofd leren of het opzeggen van het geleerde. Door na een periode van zitten zo nu en dan te lopen tijdens het leren worden lichaam en geest geactiveerd.

    Manieren om je werkomstandigheden beter in te richten

    Een goede voorbereiding is het halve werk. Weet welk werk je moet doen, wat er geleerd moet worden en wat gemaakt. Zorg dat je je studiemateriaal bij de hand hebt. Het scheelt veel tijd als alle benodigheden beschikbaar zijn. Maak van de mentale voorbereiding een goede gewoonte.
    Als het kan, kies je een ruimte waar je rustig kunt werken en die op de juiste wijze is ingericht. Bij voorkeur is het een vaste plaats waar je meestal kunt werken en waar je geen ontspannende dingen doet. Zorg dat je er zo min mogelijk wordt gestoord. De inrichting is bij voorkeur sober met weinig afleidende zaken: goed licht, een tafel en een stoel.
    Zorg voor een actieve houding: rechtop. Ga niet in een leunstoel hangen of op bed liggen. Het lichaam reageert op die houding met verzwakking van concentratie en met slaap. Sommige mensen kunnen niet stil zitten. Lopen tijdens het leren is dan een uitkomst.
    Concentratie tijdens leren en studeren is belangrijk. Er zijn vele mogelijkheden tot afleiding: TV, radio, plaatjes e.d. Tijdens het uit het hoofd leren is iedere afleiding ernstig: doe dus geen radio of TV aan.
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt werkomstandigheden inrichten.

    4.3 het maken van tentamen

    Het is belangrijk dat mensen met verstand en overleg tentamens maken. Een goede werkwijze geeft vertrouwen en concentratie. De meeste mensen maken tentamens door met de eerste opgave te beginnen en maar te zien hoever ze komen. Dit werkt alleen voor mensen die de stof goed kennen en begrijpen en rustig hun werk kunnen doen. Juist als je niet alles goed kent of doodnerveus bent, kun je meer van je tentamen maken als je een goede werkwijze volgt.

    manieren om beter te werken tijdens het maken van tentamens
    Trek enkele minuten uit om alle opgaven te lezen. Maak bij elke opgave direct enkele aantekeningen van wat je weet voor een antwoord. Schrijf niet de antwoorden op, maar enkele woorden of korte zinnetjes. Ga snel door naar de volgende opgave. Niet uitgebreid nadenken over mogelijke antwoorden.
    Maak een volgorde waarin je de vragen wilt beantwoorden. Eerst de vragen die je gemakkelijk en snel kunt beantwoorden. Daarna de vragen die je kunt beantwoorden maar waarvan de antwoorden om een of andere reden meer tijd kosten. Daarna de vragen waarvan je het antwoord nog niet zeker of precies weet. Tot slot de vragen die je moeilijk vindt omdat je het antwoord op dit moment nog niet weet.
    Maak voor jezelf een tijdschema: hoeveel tijd mag je aan elke vraag besteden? Trek van de tijd die je nog over hebt nakijktijd af en deel de tijd door het aantal opgaven. Neem wat minder tijd voor de opgaven waarvan je het antwoord weet. Houd de tijd voortdurend in de gaten zonder dat je je nerveus laat maken. Houd tijd over om de antwoorden aan het eind nog eens na te lezen.
    Voor je een antwoord geeft, lees je een opgave een paar keer over om te zien of je die goed begrijpt. Daarna kijk je naar je aantekeningen. Als die kloppen, werk je die in gedachten uit. Daarna schrijf je ze op. Als de tijd om is voor de vraag, maak je je antwoord snel af. Misschien heb je straks tijd over om het antwoord uit te breiden of te verbeteren.
    Voor je naar de volgende opgave gaat, lees je je antwoord nog eens door. Nu probeer je je voor te stellen dat een vreemde het antwoord leest en ga je na of deze kan begrijpen wat je bedoelt. Als je geen tijd meer hebt om het antwoord over te lezen, stel je dat uit tot de nakijktijd aan het einde.
    Het kan voorkomen dat je vragen niet weet. Het is dan belangrijk niet in paniek te raken of in een suffig gepeins te verzinken. Probeer geconcentreerd over het onderwerp na te denken. Waar kan de vraag over gaan? Waar stond dat in de leerstof? Is er tijdens het college iets over gezegd? Wat weet je wel over de stof? Kan het daar iets mee te maken hebben? Als niets helpt doe je er goed aan een antwoord te verzinnen. Als je 'zomaar iets zegt' komt vaak het (bijna) goede antwoord boven. Meestal is zo'n antwoord beter dan geen antwoord.
    Kijk de antwoorden aan het eind nog eens na. Het kan zijn dat een vreemde iets anders leest dan wat jij bedoelt. Dat is de belangrijkste reden dat je de antwoorden moet nakijken. Je let bij het nakijken vooral op de formulering en de volledigheid en de logica van het antwoord. Bij het nakijken moet je de antwoorden niet veranderen, behalve wanneer je hele goede redenen hebt.
    Als de uitslag van toets, proefwerk of tentamen bekend wordt gemaakt is het cijfer natuurlijk van belang. Maar het is niet alles. Het is ook belangrijk dat je weet wat je goed gemaakt hebt en wat niet en waarom. Alleen door precies te weten wat je fout hebt gedaan kun je je verbeteren voor de volgende keer.

    4.4 Je voorbereiden op tentamens

    Het komt vaak voor dat mensen angst hebben voor en tijdens tentamen. Iedereen is onzeker over wat hij of zij kan. Mensen die gespannen en zenuwachtig zijn ervaren wat men noemt positieve faalangst. Deze stemming is het meest geschikt voor het leveren van goede prestaties. Sommige mensen zijn zo faalangstig over hun kunnen en kennen dat de angst hen verlamt. Ze kunnen niet meer leren, denken of antwoorden. Onderzoekers noemen dat negatieve faalangst. De angst om te falen is zo groot dat het de prestaties hindert of zelfs verhindert.

    De belangrijkste methode om negatieve faalangst tegen te gaan is praten met jezelf, jezelf voorhouden dat je allerlei dingen kunt. Heel belangrijk is dat je ver vooruit begint met de voorbereidingen. Iedere dag dat je iets geleerd hebt en je kent het, sta je daar bij stil. Je overtuigt jezelf dat je het kent en dat niemand je dat kan afnemen. Je probeert aan je zelfvertrouwen te werken. Alleen zelfvertrouwen kan de onredelijke angst onder controle houden.

    Een andere methode om negatieve faalangst tegen te gaan is een goede mentale voorbereiding. Je bereidt je mentaal goed voor door een werkwijze voor het tentamen te maken. Als het kan, oefen je met een oud tentamen. Je legt het horloge goed zichbaar klaar en maakt de vragen volgens plan in de tijd die ervoor staat. Je probeert je voor te stellen dat het een echt tentamen is en laat je angstige gevoelens opkomen. Daarna probeer je die te beheersen door volgens plan en met zelfvertrouwen te werken. Je kunt deze tentamensimulatie met een ander doen, bijvoorbeeld een medestudent. Als het nodig is simuleer je elke dag het tentamen. Zo overtuig je jezelf dat je het kunt en leer je je angsten onder controle te houden, ook tijdens het echte tentamen.

    Manieren om je beter op tentamens voor te bereiden

    Bereid je mentaal voor op het tentamen. Niet alleen leren wat je moet weten, maar ook bedenken met welke instelling je het tentamen gaat maken.
    Bereid je strategisch voor op het tentamen. Bedenk op welke manier je het tentamen gaat maken
    Tijdens het tentamen voer je het uitges******de plan zo goed mogelijk uit. Houd je hoofd erbij. Blijf gespannen, niet te koel of te angstig. Als je last van faalangst hebt, oefen je vooraf door tentamens maken te simuleren.
    Na het tentamen ga je na hoe gepresteerd hebt, hoe je je mentaal en strategisch hebt gehandhaafd. Wat moet je de volgende keer doen?
    Bij de uitreiking van de uitslag ga je na wat je fout en goed hebt gedaan. Hoe kun je het de volgende keer beter doen?
    Regelmatig oefenen van deze punten is nodig en helpt tentamen maken.


  4. #4
    MVC Lid

    Reacties
    13.262
    26-05-2002

    Sorry dak het moet zeggen..Maar bijna niemand leest zoveel.. Moet je een andere topic voor openen.. Leren lezen..


  5. #5
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003

    Origineel gepost door Chaimae
    Sorry dak het moet zeggen..Maar bijna niemand leest zoveel.. Moet je een andere topic voor openen.. Leren lezen..

    Heksje...

    Je hebt enkel jezelf ermee als je het niet leest hoor..Stuk arrogant boom die je bent... ( )

  6. #6
    MVC Lid

    Reacties
    13.262
    26-05-2002

    Origineel gepost door SadGirl2004

    Heksje...

    Je hebt enkel jezelf ermee als je het niet leest hoor..Stuk arrogant boom die je bent... ( )
    Ik heb dat niet nodig..Ik heb nooit huiswerk.. Alleen dingen in het net overschrijven.. Kwilde dat deze vakantie doen..Maar als ik dat ga doen dan is mijn vakantie verpest.. Dilemma (ofsjoo)

    Tssss..Arrogante tak.. :melig:


  7. #7
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003

    Origineel gepost door Chaimae
    Ik heb dat niet nodig..Ik heb nooit huiswerk.. Alleen dingen in het net overschrijven.. Kwilde dat deze vakantie doen..Maar als ik dat ga doen dan is mijn vakantie verpest.. Dilemma (ofsjoo)

    Tssss..Arrogante tak.. :melig:
    Whahaa jij bent ziek...

    En slecht voor de omgang..

  8. #8
    MVC Lid

    Reacties
    13.262
    26-05-2002

    Origineel gepost door SadGirl2004
    Whahaa jij bent ziek...

    En slecht voor de omgang..
    Ik Zweeeeeeeeeer het je... Ik word ziekjes..


    Ik ben ook slecht voor het milieu..


  9. #9
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003

    Origineel gepost door Chaimae
    Ik Zweeeeeeeeeer het je... Ik word ziekjes..


    Ik ben ook slecht voor het milieu..
    whahahhaa zieke wijfie van me..:blauwkus:

    Je bent helemaal niet slecht voor het milieu schat...
    Het is veel erger..

  10. #10
    MVC Lid

    Reacties
    13.262
    26-05-2002

    Origineel gepost door SadGirl2004
    whahahhaa zieke wijfie van me..:blauwkus:

    Je bent helemaal niet slecht voor het milieu schat...
    Het is veel erger..
    Wat gebeurt er dan met me?


  11. #11
    MVC Lid

    Reacties
    17.647
    28-08-2002

    spieken is nog steeds het riskantste en gemakkelijkste manier..
    Ondertekening verwijderd door een Moderator
    Klik hier voor meer info

  12. #12
    MVC Lid

    Reacties
    1.061
    17-09-2002

    To much information.. :maf3:
    "Wie rijk wil zijn, moet niet zijn vermogen vermeerderen maar zijn hebzucht verminderen."

  13. #13
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003

    Stelletje hoofden bij elkaar...

  14. #14
    The Classy One..

    Reacties
    7.090
    25-02-2003

    Mensen..Print het desnoofd gewoon uit..Want het is ECHT handig en LEERZAAM..!!

    :idee:

  15. #15
    LeQra3

    Reacties
    1.959
    08-02-2002

    Handig en leerzaam voor iedereeen!

    -Y-
    Man Qana3a Shaba3a, wa man Shaba3a Aghnahoe Allah