Ik sloot de deur en duwde er tegen aan. Ik wou niks meer horen, niks. Ik voelde enkel mijn hart kloppen. Ik wou niks denken, ik wou niks voelen. Het werd me te veel. Ik moest dit elke dag aahoren. Het gekrijs werd alsmaar harder. Ik hoorde dat hij haar een klap verkocht en toen werd alles stil. Het leek alsof de wereld was gestopt. Niet veel later hoorde ik de voordeur dichtgaan en ik hoorde haar snikken. Hoe kon je iemand zoveel pijn doen? Ik begreep het niet. Zo een goed hart maar toch moest ze zoveel pijn lijden. Ik voelde met haar mee. Ik opende zachtjes mijn deur en liep naar haar toe. Ik omhelsde haar en ze sloeg mijn arm weg. “Jij hebt nog je hele leven voor je. Je kan nog verliefd worden, je ware ontmoeten. Wat heb ik? Ik ben getrouwd met een monster die me dag in dag uit liefde laat zien. Ze hebben het over de ware man. Welke ware man? ik ben een lijk dat ademt. Mijn gevoelens heb ik jarenlang verloren. Troost me niet. Ik voel de pijn niet.” Ze probeerde me kil aan te kijken maar het lukte haar niet. Ik voelde haar pijn door enkel in haar ogen te kijken. Ze hield zich groot, maar ik las de pijn uit haar tranen. Ik stond op en liep terug naar mijn kamer. Dit was de plek waar ik kon nadenken over het leven dat Allah swt mij en mijn moeder had geschonken. Had hij een hart? Al zou dat zo zijn, het is vast en zeker van steen. Ik pakte mijn dagboek erbij en schreef samen met mijn tranen het verdriet waarin in ik mezelf bevond. Op dit moment voelde ik me zo alleen. Ik miste de vroegere tijden. Waarin mijn ouders als normale wezens met elkaar omgingen. De tijden waarin mijn zus nog thuis woonde. De tijden voordat mijn broer overleed. Ik werd wakker met verdriet en ging slapen met verdriet. En elke avond weer, hoopte ik dat ik de volgende dag bij Allah swt zou zijn. Maar het was mijn tijd nog niet, sprak ik mezelf keer op keer toe. Ik streek over de bladzijde waarop ik mijn gevoelens zojuist had neergezet. Het hart in dit lichaam werd langzamerhand verwoest. De pijn begon langzamerhand te overwinnen. Maar liet ik dat merken? Nee, absoluut niet. Ik moest sterk zijn. In zo’n harde wereld kon je je gevoelens niet uitten. Je kon ze enkel diep wegstoppen…