In mei vorig jaar was het Klein Verslag gewijd aan een Europese rage uit de kopertijd, ergens tussen 4000 en 2000 voor Christus. De klokbeker.

Die klokvormige bekers werden op het hele continent gebakken, de oudste waarschijnlijk in Spanje. Men was er dol op. Alleen op wat nu de Britse eilanden heet, was iets bijzonders gaande. Uit een archeologisch-genetische studie was gebleken dat de klokbeker in Engeland moet zijn geïntroduceerd via de immigratie van een volk dat oudere, neolithische Britse stammen - de stammen die Stonehenge bouwden - volledig wegvaagde.

Om wat voor volk dat ging bleek uit de DNA-analyse van botresten uit die periode: dat DNA kwam overeen met DNA-materiaal dat was aangetroffen in veertien skeletresten in Nederland. Tegen 2000 voor Christus was het oudere neolithische DNA volledig vervangen door dat van de Nederlandse klokbekerbakkers.

Ik stelde toen vast dat de huidige Britten eigenlijk afstammen van Nederlandse voorouders die in de kopertijd vreselijk moeten hebben huisgehouden onder de inheemse bevolking van de Britse eilanden.

Donkere huid, blauwe ogen
Maar wie waren die vroege bewoners, die kennelijk nog niet overvallen waren door de klokbekergekte? Daarop kwam gisteren een antwoord via de Britse krant The Guardian. Op haar voorpagina was het portret afgebeeld, of liever een reconstructie, van de vroegste 'moderne' mens op de eilanden - en die mens had een donkere huid en blauwe ogen. Hij leefde zo'n tienduizend jaar geleden, deze man, die men de Cheddar Man noemt, omdat hij, intussen honderd jaar geleden, in een grot bij Somerset in de Cheddarstreek is gevonden.

Voor het DNA-onderzoek heeft men een gaatje met een diameter van 2 millimeter in zijn schedel geboord en uit het botpoedermateriaal afgeleid dat hij een donkere tot bijna zwarte huidskleur moet hebben gehad, zwarte krullen en blauwe ogen.

Uit het Midden-Oosten
Dat was wel een verrassing, omdat men altijd was uitgegaan van een lichte huid en blond haar. De onderzoeksresultaten wijzen erop dat de oorsprong van de Cheddar Man waarschijnlijk in het Midden-Oosten ligt en dat diens voorouders uit Afrika afkomstig waren. Vanuit het Midden-Oosten moeten mensen westwaarts naar Europa zijn gemigreerd en hebben via een toen nog bestaande landverbinding - het Doggerland - Engeland bereikt.

Wetenschappers hebben altijd gedacht dat de huid van de mens in de loop der tijden in deze contreien lichter werd om meer zonlicht te kunnen absorberen en daarmee vitamine D te kunnen aanmaken.

De jongste ontdekking suggereert dat de evolutie van de blanke, witte huid pas veel later op gang kwam, misschien in verbinding met de opkomst van de landbouw. Die verandering van voedingsgewoonte bracht tekorten aan vitamine D met zich mee, die voorheen werden aangevuld door bijvoorbeeld olierijke vis. De Cheddar Man was nog een visser-jager-verzamelaar.

Genetisch gezien is de witmens dus een jong product van de evolutie en heeft hij best een grote mond opgezet. De klokbekerbakkers waren vermoedelijk al landbouwers, of misschien groepsnomaden met kuddes. Maar dat Engeland (en waarschijnlijk het continent) heel vroeg een donkergetinte bevolking had - dat is nieuw.

https://www.trouw.nl/home/de-oudste-...huid~afc0810f/