Ik heb me zo ge-ergerd aan een anti-Nederland artikel van Rabbae in Trouw. Ik stoorde me zo aan die Ali Edouadi op tv. Die zo smalend sprak over Nederlanders en Israel: "We weten toch hoe dat zit ...".
Die lui halen iedere krant, die terroritenbaard van die Eouadi is bij het NMO niet weg te branden. En maar liegen. Want enige kennis van Nederland hebben ze niet. Denken dat Nederlandse meningen niet veranderen, alsof we hier achterlijk zijn.
Voor wie nog eens wil hakken op Nederland als anti-Palestijns en altijd pro-Israel is dit artikel. Eerst lezen, dan spreken.Bron.Steun voor Israël spreekt niet meer vanzelf
Ook in de politiek verwatert de support
In de Nederlandse publieke opinie over Israël is nogal wat veranderd in de afgelopen decennia. De vanzelfsprekende verbondenheid met het Bijbelse land is verdwenen.
Een jonge man zwiert over het nog net beschaatsbare ijs van de Grote Poel, een meertje achter het stadhuis van Amstelveen. In zijn handen een vlaggenstok met daaraan, eendrachtig verbonden, de Nederlandse en Israëlische vlag. De man is een van de deelnemers aan een schaatsactie, georganiseerd door joodse en christelijke organisaties. Doel: pleiten voor een veilig Israël en het inzamelen van geld voor de slachtoffers van de gewelddadigheden in Gaza en Israël. ’Sjaal-om’, heet de actie, als knipoog naar dat beroemde woord uit het Ivriet dat vrede betekent, shalom.
Druk is het niet bij de Grote Poel. Op de wal kijkt een handvol mensen toe.
Sinds de aanval van Israël op de Gazastrook, drie weken geleden, is er veel meer gedemonstreerd. Maar de meeste van die acties waren niet pro-Israëlisch, maar pro-Palestijns – of, misschien beter: anti-Israëlisch – en die demonstraties trokken veel meer aandacht. Een Kamerdelegatie kreeg dinsdag een door 3500 mensen ondertekende petitie aangeboden met de oproep om niet alleen de raketbeschietingen vanuit Gaza, maar ook het in hun ogen disproportionele Israëlische geweld te veroordelen.
In de Nederlandse publieke opinie over Israël is nogal wat veranderd in de afgelopen decennia.
Ter vergelijking: ten tijde van de Zesdaagse Oorlog, in juni 1967, togen tienduizenden naar Amsterdam voor een massale steunbetuiging aan Israël. Autobumpers werden beplakt met Israël-steunende kreten. Nederland was onbetwist Israëls bondgenoot. Een landelijke collecte voor Israël leverde veel geld op. „Er bestond, sinds de oprichting van Israël in ’48 geen twijfel over: Nederland steunde Israël”, zegt Alfred Pijpers, onderzoeker aan Instituut Clingendael. „Dat bleek in ’67 en ook in ’73, tijdens de Jom Kippoer Oorlog.”
De oorsprong van die verbondenheid gaat ver terug, denkt Pijpers. „Zoals het Bijbelse joodse volk zich aan het Egyptische juk had ontworsteld, zo had Nederland zich bevrijd van de Spaanse overheersing. De Nederlandse staatsvorming werd dus gemodelleerd en gelegitimeerd naar Bijbels Israëlisch voorbeeld. En toen kreeg Israël in 1948 wederom zijn eigen beloofde land. Nederland had affiniteit met Israël.”
Elke zuil van het toen nog verzuilde Nederland zag in dat nieuwe landje z’n redenen voor steun en verbondenheid, zegt Pijpers. „Voor de socialisten was Israël een prachtig voorbeeld van een socialistische staat, met z’n collectiviteit en z’n kibboetsen. De liberalen toonden vooral bewondering voor het energieke, voor de ondernemingszin en voor de militaire prestaties van het kleine Israël. Voor christelijk Nederland was Israël het beloofde, het Heilige Land van het joodse verbondsvolk waarin het christendom zijn wortels vindt.”
Organisaties die opkomen voor de Israëlische of juist Palestijnse belangen waren er in die tijd niet en gezien het eensgezinde pro-Israëlische standpunt is dat ook volstrekt logisch.
Het Palestina Komitee werd eind jaren zestig opgericht. Het Centrum Informatie en Documentatie over Israël (CIDI) volgde in 1974, Christenen voor Israël in 1980, Een Ander Joods Geluid in 2001. De komst van die organisaties duidt op een verandering in het Nederlandse denken over Israël. In de jaren zeventig, maar zeker sinds het begin van de jaren tachtig komt er geleidelijk meer kritiek op Israël. „De oorlog in Libanon in ’82 heeft daar een grote rol ingespeeld en met name de afslachting van Palestijnen in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila door christelijke milities, waar Israël op werd aangekeken”, zegt directeur Michael Mulder van het christelijke Centrum voor Israël Studies (CIS). „Israël was niet langer de underdog. De publieke opinie heeft eerder oog voor mensen die geen stem krijgen, dan voor de sterke partij. Dat is sinds ’82 sterker geworden en vond zeker zijn beslag met de tweede intifada die in 2000 losbarstte.”
De oprichting van het CIS, in 2002, vindt onder meer zijn oorsprong in het veranderende denken over Israël in Nederland, zegt Mulder. Hij is blij met de aandacht voor de Palestijnen, maar maakt zich ook zorgen over de afkalvende steun voor Israël in Nederland. Het CIS wil de bijbelse gronden daarvoor benadrukken, aldus Mulder.
„De verminderde steun voor Israël heeft meer oorzaken”, zegt Pijpers. „De ontzuiling speelt een sterke rol. Door de massale ontkerkelijking is de verbondenheid tussen christenen en Israël voor veel minder mensen vanzelfsprekend. En zeker in de laatste vijftien tot twintig jaar is de bevolkingssamenstelling dusdanig veranderd dat er meer aandacht is voor de Palestijnen. De moslims in Nederland hebben meer oog voor de Palestijnse zaak en voelen zich veel meer verbonden met de Arabische wereld.” Dat is ook te zien bij de demonstraties tegen Israël van de afgelopen weken: veel van de aanwezigen daar zijn van allochtone komaf. Pijpers: „De komst van grote groepen moslims naar Nederland hebben invloed op de Nederlandse publieke opinie over Israël.”
De steeds grotere Europese samenwerking van de afgelopen decennia speelde ook een rol in die veranderingen, denkt Pijpers. „Daardoor kwam meer oog voor de Palestijnen. Nederland moest ook op dit terrein op één lijn zien te komen met bijvoorbeeld Frankrijk, dat veel minder pro-Israëlisch is.”
Maar ondanks die verschuivingen is er nog steeds een stevig deel van de bevolking dat Israël blijft steunen, zegt Fred Grünfeld, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteiten van Maastricht en Utrecht die onderzoek deed naar het imago van Israël in Nederland. „Er is geen een organisatie in Nederland die het einde van de staat Israël bepleit, zoals Hamas doet. En ondanks de hevige polemieken die het Israëlisch-Palestijns conflict oproept is er ook grote eensgezindheid. Vrijwel al die organisaties zien in een Palestijnse staat naast de Israëlische een oplossing van het probleem.” Pijpers vindt het wel „zorgelijk dat vaker dan voorheen wordt getwijfeld aan het bestaansrecht van Israël”.
De steun in Nederland voor Israël is nog zo groot, zegt Erella Grassiani, dat er juist te weinig ruimte is voor een kritisch geluid richting Israël. Grassiani is een van de oprichters van Gate48, een platform van kritische Israëli’s in Nederland. „Veel Nederlanders zijn bang om anti-Israëlische geluiden te laten horen. Zo gek is dat niet: er is een lange traditie van steun voor Israël. Die knop zet je niet zomaar om. Maar het stoort me dat vrijwel elk anti-Israëlisch geluid direct wordt geïnterpreteerd als antisemitisch. Dat is onzin. Een kritische blik op het Israëlische geluid is goed en gezond.
Tegelijkertijd: wat we nu allemaal horen bij anti-Israëlische demonstraties is niet goed. Ik was bij een van die demonstraties. Maar toen er ’Hamas, Hamas, joden aan het gas’ werd geroepen ben ik weggelopen. Het werd een haatdemonstratie tegen alles wat joods is. Het is net alsof er geen ruimte mag zijn voor nuance. Je bent voor of je bent tegen, iets daar tussen in, dat kan haast niet.”