At-Turkumaani - رحمه الله - heeft gezegd: “Vervreemding is niet verlaten van familie en woonplaats, of het reizen van plek naar plek. Een vreemdeling is echter hij die handelt volgens de Soennah en de Qor’aan, terwijl hij niemand vindt om hem daarin bij te staan. Hij is dan een vreemdeling onder de mensen, maar dichtbij tot Allaah en zijn Boodschapper.” [al-luma’ fie al-hawadieth wa al-bida’, p. 584]