Bekijk volle/desktop versie : Friese kinderen spreken nauwelijks meer Fries



Pagina's : [1] 2

18-11-2004, 14:02
LEEUWARDEN (ANP) - Friese kinderen spreken nauwelijks meer Fries. 60 Procent van de kinderen tot tien jaar praat bijna alleen maar Nederlands, 19 procent praat meestal Fries.

Dat blijkt uit een onderzoek van TNS NIPO in opdracht van de Friese regionale omroep Omrop Fryslân. Belangrijkste oorzaak is dat Friestalige ouders hun kinderen geen Fries meer leren.

In iets meer dan de helft van de huishoudens wordt met de kinderen Nederlands gesproken, in eenderde van de gezinnen Fries. Bijna de helft van de ouders zijn beiden Friestalig en in eenderde van de families is een Friestalige en een Nederlandstalige ouder. In de gezinnen waar maar een van de ouders Friestalig is, is bijna altijd Nederlands de huistaal, zo concluderen de onderzoekers.

Campagne

Hoogleraar Fries aan de Universiteit van Amsterdam D. Gorter pleit voor een grote campagne om het Fries te redden. ,,Want dit onderzoek geeft een blik op de toekomst van het Fries. En het ziet er niet goed uit, er moet wat gebeuren,'' aldus Gorter.

Hij stelt dat de Friezen erg positief zijn over hun taal. ,,Maar dat wordt niet omgezet in daden. In onder meer Wales wordt door de overheid heel veel gedaan om de eigen taal te stimuleren. Je ziet daar een langzame kentering ontstaan,'' aldus Gorter.

18-11-2004, 14:23


Inderdaad. Ik vinbdt Fries als ik het hoor wel wat weg hebben van Zweeds.

18-11-2004, 14:32
Waar komen eigenlijk de Friezen vandaan? zijn het nederlanders of is het weer n ander volk

18-11-2004, 14:35
Ik heb ooit gehoord dat Friesen een eigen volk zijn. Ze willen niet als Nederlanders bestempeld worden en wilden een tijd geleden zelfs dat Friesland een apart land zou worden (als ik me niet vergis). Dus ik denk wel dat het een ander volk is, misschien aan komen waaien vanuit Zweden.

18-11-2004, 14:36


Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zijn van plan jaarlijks een bedrag van bijna twee miljoen euro te besteden aan duurzaamheid, innovatie en ondernemerschap in de landbouw en visserij. Waar dat geld naar toe gaat staat in het ontwerp - Landbouw-en Visserijagenda 2004-2007 dat het dagelijks bestuur binnenkort voorlegt aan Provinciale Staten.

De agribusiness en de visserij zijn voor Noord-Holland economisch gezien van groot belang. Ondanks of juist dankzij de drastische veranderingen in deze sectoren, zijn er volgens Gedeputeerde Staten verdere ontwikkelingen mogelijk op het gebied van : ' biologische en duurzame landbouw', 'innovatie en ondernemerschap' en 'perspectief voor de visserij'. Op die drie punten zet het dagelijks bestuur geld en mankracht in en benoemt in zijn Agenda een reeks concrete acties. Gestreefd wordt naar concrete resultaten in 2007.

Enkele voorbeelden daarvan:
Op het terrein van Biologische en duurzame landbouw:
Zes procent van de land-en tuinbouwproducten zijn biologisch geteeld.
Minimaal 80 % van de glastuinbouwbedrijven is op de hoogte van de mogelijkheid om duurzame energie te gebruiken. (verbetering van de waterkwaliteit en beperking van de CO2 - en lichtuitstoot).
Ongeveer 50 ha oud glas in de regio Aalsmeer wordt heringericht.
De mogelijkheden om via een gesloten systeem bollen te telen in de Wieringermeer zijn bekend.

Op het terrein van Innovatie en ondernemerschap:
Er is een goed functionerend regionaal innovatie-en kennisnetwerk.
Een derde van de jonge boeren laat bij bedrijfovername een bedrijfsplan opstellen en er zijn cursussen voor bedrijfsopvolgers in alle regio's.
De helft van de boeren in de binnenduinrand en veenweidegebieden ziet mogelijkheden om zijn bedrijf economisch te versterken.
75 procent van de agraries zijn bekend met de mogelijkheden van kavelruil.
Voor bouwen op agrarische bedrijven bestaat een adequate planologische regeling.

Op het gebied van perspectief voor de visserij:
De werkgelegenheid in de vissector ligt minimaal op het niveau van 2003.
De Noord-Hollandse afslagen werken samen.
Er zijn tien nieuwe visteeltprojecten van start gegaan.
Met de provincies Flevoland en Friesland wordt in de toeristische sector werkgelegenheid gevonden als alternatief voor de IJsselmeervisserij.

Bij het opstellen van deze ambitieuze Agenda zijn Gedeputeerde Staten niet over één nacht ijs gegaan. Zij hebben onderzoeken laten verrichten naar de Lange termijnperspectieven voor de landbouw in de provincie Noord-Holland en naar het Toekomstperspectief voor Noord-Hollandse visafslagen. Ook zijn er diverse gespreksbijeenkomsten georganiseerd met mensen uit het bedrijfsleven. Daarnaast bezoekt de landbouwgedeputeerde Hans Schipper stelselmatig boeren en tuinders om van hen te horen wat de dagelijkse praktijk is, waar ze tegenop lopen en welke initiatieven zij nemen op gebied van schaalvergroting of uitbreiding van activiteiten.


Bron: PROVINCIE NOORD-HOLLAND, 18-NOV-2004

18-11-2004, 15:10

Citaat door Naizah:
Ik heb ooit gehoord dat Friesen een eigen volk zijn. Ze willen niet als Nederlanders bestempeld worden en wilden een tijd geleden zelfs dat Friesland een apart land zou worden (als ik me niet vergis). Dus ik denk wel dat het een ander volk is, misschien aan komen waaien vanuit Zweden.
De Friezen woonden al in de Romeinse tijd in de kuststreek van Belgie, Nederland, Noord-Duitsland en West-Denemarken. Tacitus schrijft over hen dat ze op terpen woonden om hun voeten droog te houden. Friezen hebben relatief vaak blond haar en blauwe ogen.

Dat de Friezen bijvoorbeeld ook in Noord-Holland gewoond hebben, zie je nog aan de naam West-Friesland als geografische aanduiding voor het noorden van deze provincie. Ze werden rond 1250 door de Hollandse graven onderworpen.

Tegenwoordig wordt de Friese taal gesproken in Friesland en op de Waddeneilanden. In Noord-Duitsland spreken ook nog een klein aantal mensen Oost-Fries, in Denemarken een aantal Noord-Fries.

Fries heeft verwantschap met het Engels, dat zie je aan worden als it (het), tsjise (kaas), butter (boter), Bre (brood) etc. Voor de juiste schrijfwijze van deze woorden, sta ik hier niet in.

18-11-2004, 15:18
De oorsprong van de Friezen ligt in een gebied dat ruwweg Zuid-Scandinavië, Denemarken en de regio Weser/Oder beslaat. In de periode tussen 1750 en 700 vC maakten ze nog deel uit van een grotere groep mensen, de Germanen (of Teutonen) genoemd. Deze grotere groep was voornamelijk van het Nordische ras (dolichocranic). (Tussen de Nordiërs leefden ook een –kleinere- groep van brachycranics, die mogelijk de positie van slaaf had)

Na 1400 vC vond er een expansie van de Germanen plaats richting Zuid-Europa.


Rond 1400 vC was de oorspronkelijke Germaanse groep gesplitst in een West-, Oost- (de Goten en de Vandalen) en een Noord-Germaanse groep (de Scandinaviërs). De verschillen kunnen worden gevonden in taal en cultuur. Aan het eind van de Bronstijd (700 vC) had de expansie van de West- Germanen de kuststreken van Noordwest-Duitsland bereikt (thans de provincie Hannover).

De West-Germanen kunnen, langs religieuze grenzen, worden onderverdeeld in drie stamgroepen: de Inguaeonen, de Istuaeonen en de Irminonen. De Friezen behoren tot de Inguaeonen. De naam Inguaeonen is afgeleid van de god Inguz: de Friezen geloofde dat ze van hem afstamden. Inguz is een andere naam voor de Germaanse god Freyr. Andere stammen die tot de Inguaeonen behoorden waren: de Juten, De Warnsers, De Angelen en de Saksen. Van deze stammen waren de Saxen het meest verwant met de Friezen. Alle Inguaeonen woonden in de kuststreken van de Noordzee. De Chaukianen, ook een stam die aan de Noordzee woonde, behoorde tot de Irmionen


Vanuit het noordwesten van Duitsland en, om preciezer te zijn, de kuststreken rond de mondingen van de rivieren de Eems en de Weser, koloniseerden de Inguaeonen de kleigronden langs de kusten van de huidige Nederlandse provincies Friesland en Groningen (700-600 vC)



De Heiden-periode in Friesland (700vC – 800 nC)


Dus, tussen 700 en 600 vC koloniseerden de voorvaderen van de Friezen de kleigronden langs de kuststreken van de huidige Nederlandse provincies Friesland en Groningen



De grootste groep was afkomstig uit de regio Eems/Weser. Later kwamen er ook mensen vanaf de hogere zandgronden die ten oosten van Friesland lagen (het huidige Drenthe)


Tussen 700 en 400 vC kan niemand spreken van een afzonderlijke Friese groep omdat er nog steeds een homogene cultuur bestond tussen Texel (Nederland) en de Weser (Duitsland).

Tussen 400 en 200 vC begonnen er belangrijke culturele veranderingen plaats te vinden. Vanaf Leiden in het zuiden tot Delfzijl in het noorden ontstond er geleidelijk een ‘Proto-Friese’ cultuur. Rond 200 vC kan er een duidelijk aanwijsbare Friese cultuur worden aangetroffen tussen de Eems rivier (Duitsland) en Wijk-bij-Duurstede (Nederland). Voor de allereerste keer zijn de Friezen een etnische eenheid! Ten noorden van de Eems leeft een stam die Chaukianen genoemd wordt. Een interessant feit is dat de Chaukianen voornamelijk tot het Falische ras behoorden (dolichocranisch met een breed gelaat). In de regio, thans bekend als de provincie Groningen, ontstond er een vermenging van beide rassen. Ook woonde er een kleine groep van brachycranische mensen tussen de Nordische Friezen, maar die waren van een niet-Germaanse, resp. pre-indogermaanse oorsprong


Terpenbouwers


Twee eeuwen na de kolonisatie van de kleigronden begon het zeeniveau te stijgen. Om de periodieke overstromingen van huis en haard tegen te gaan begonnen de Friezen aardhopen op te werpen, die bekend staan als terpen. Er zijn verschillende periodes van het rijzen van zeeniveau geweest (ze gingen samen met stormvloeden), waardoor er dus ook verschillende periodes van terpenbouw zijn aan te wijzen


Er zijn drie verschillende generaties van terpbouwen:

De eerste generatie terpen dateert van 500 vC; de tweede dateert van 2000 vC tot 50 nC en de derde dateert vanaf 700nC.

In 250 nC was de stijging van het zeeniveau en de samenvallende stormvloeden zo erg dat vrijwel alle Friezen de kleigronden verlieten om pas in 400 nC terug te keren



Contacten met de Romeinen


ulius Ceasar veroverde tussen 58 en 50 vC het Keltische Galicia (het huidige Frankrijk en Belgi&euml. Hiermee verplaatste hij de grenzen van het Romeinse Rijk tot aan de rivier de Rijn. Op dat moment in de geschiedenis leefden de Friezen nog ten noorden van de Rijn en vielen dus buiten de grenzen van het Romeinse Rijk. Onder Keizer Augustus (28 vC-14 nC) wilden de Romeinen de rivier de Elbe, in plaats van de Rijn, hun meest noordelijke grens maken. Het gevolg daarvan was dat het hele Friese volk onder de invloedsfeer van de Romeinen zou gaan vallen. De Friezen kozen er voor om met de Romeinen samen te gaan werken. Dit gebeurde tot Drusus en zijn leger in 12 vC bij de Rijn aankwam. De Friezen en Drusus kwamen een wapenstilstand overeen waarbij de Friezen regelmatig belasting in de vorm van koeienhuiden zouden moeten betalen.


Onder Keizer Tiberius werd de belasting zo hoog dat de Friezen daaraan niet meer konden voldoen. Het resultaat daarvan was: Eerst zouden de Romeinen hun vee afnemen, daarna hun land, en tenslotte zouden hun vrouwen en kinderen worden afgevoerd om als slaaf te worden verkocht. In 28 nC kwamen de Friezen in opstand en hingen de belastingontvangers op. Als represaille zouden de Romeinen hun legioenen om Friesland te straffen en te veroveren. Maar het Romeinse leger werd verslagen in een slag bij het Baduhenna-woud. De naam van de Friezen boezemde in Rome nu angst in. Er was geen Romeinse vergelding omdat Rome zijn eigen interne problemen had. Gedurende de volgende 20 jaar was Friesland vrij.


talen.

18-11-2004, 15:20
In 47 nC kwamen de Friezen een andere wapenstilstand met de Romeinen overeen. Deze keer met Corbulo. Een overeenkomst werd opgesteld waarin werd opgenomen dat men het eens was over het feit dat de Rijn en gemeenschappelijke grens was die beide partijen zouden respecteren. Friesland zou onder de Romeinse invloedssfeer vallen, maar niet langer bezet zijn.


In 58 nC namen de Friezen een onbewoond stukje grond ten zuiden van de Rijn in bezit, waarbij zede afspraken met Corbulo schonden. Twee Friese aanvoerders, Verritus en Malorix (dit zijn Romeinse vertalingen van hun Friese namen) gingen naar Rome om aan de Romeinse Keizer Nero te vragen of ze daar mochten blijven. Spijtig genoeg werden de Friezen met geweld van dat stukje grond ten zuiden van de Rijn verwijderd.

In 69 nC kwamen de Batavieren (een Germaanse stam, die woonden in het midden van Nederland en dus de zuidelijke buren van de Friezen) ook in opstand tegen de Romeinse bezetters. Deze regio was de noordwestelijke hoeksteen van het Romeinse Rijk. De Friezen en de Kaninefaten (ook een Germaanse buurstam van de Friezen in het westen van Nederland) werden bondgenoten van de Batavieren. Jammer genoeg is de opstand een mislukking. De Romeinen verslaan de Batavieren. De Rijn blijft de grens tot de ineenstorting van het Romeinse Rijk in 410 nC.


Rond 250 nC verdwijnen nagenoeg alle Friezen vanaf de Friese kleigronden. De stijging van het zeeniveau maakt het voor de komende 150 jaar (250 – 400 nC) onmogelijk om in de kustgebieden van Friesland te blijven wonen. Gedurende deze periode vormt een deel van de Friezen samen met de Chaukianen (een Germaanse stam met een woongebied dat grenst aan het noorden van die van de Friezen) een nieuwe stam, die de Franken genoemd wordt. Dit is de stam die naar het zuiden zal gaan emigreren om het Frankische Rijk (het huidige Frankrijk) zal stichten.

Na 400 nC stopt de stijging van de zeespiegel. Het Friese volk en hun adel keren terug naar de Friese kleigronden, die tegen die tijd alweer in bezit genomen is door mensen vanuit de regio van de Elbe en Sleeswijk/Holstein. Deze stammen assimileren en gaan de geschiedenis in als de Friese stam zoals we die vandaag kennen.

In 300 nC hadden andere kleinere West-Germaanse stammen ook grotere stam-groepen gevormd, die bekend staan als de Allemanen, de Saksen, de Thuringers, en de Bayerns. De Chaukiaanse stam verdwijnt helemaal. Hij is in de Friese en Saksische stam opgenomen.




Periode van Volksverhuizingen (350 – 550 nC)



Gedurende twee eeuwen (350 – 550 nC) is Europa het toneel van vloedgolven van Volksverhuizingen. Germaanse stammen migreren over heel Europa na de ineenstorting van het Romeinse Rijk. Ze vormen daarbij nieuwe stammen in de nieuw veroverde gebieden en, voor de eerste keer, grote georganiseerde Germaanse staten. In Europa waren de grote Germaanse staten die van de Juten, de Saksen, de Anglo-Saksen, de Frankische, de Bourgondische, de West-Gothische, de Oost-Gothische, de Vandaalse en de Friese.

Rond 450 nC staken de Angelen, de Saksen, de Juten en een deel van de Friezen, de Noordzee over en stichtten daar het Anglo-Saksische Rijk ((het huidige Engeland). De Friezen koloniseerden het gebied van Kent in het Zuidoosten van Engeland.

Rond 400 nC begonnen de Friezen hun eigen Friese Rijk te stichten. In 500 nC en zeker in 600 nC was er een snelle expansie en een sterke toename van de handel. Op zijn hoogtepunt, in de 7e eeuw, bestond dit rijk uit de kustgebieden vanaf het noorden van België tot aan het zuiden van Denemarken. En het controleerde een groot deel van de handelsroutes over de Noordzee van Friesland naar Engeland, Frankrijk, Scandinavië en Noordwest-Rusland. De periode van Volksverhuizingen heeft blijkbaar slechts een kleine invloed gehad op de raciale kenmerken.




Pas in de zesde eeuw beginnen bronnen weer over de Friezen te spreken. Een ‘Groot-Friesland’ (Magna Frisia) is gecreëerd. Dit historische Groot-Friesland bestond uit een smalle strook land langs de Noordzee, vanaf het Zwin (Belgi&euml in het zuiden tot aan de Weser (Duitsland) in het noorden. Dit historische Friese Rijk bleef van 500 nC tot 719 nC bestaan. Het grensde aan de Saksen in het noorden en het oosten, de Franken in het zuiden en de Anglo-Saksen in het westen aan de overkant van de Noordzee.






Friese expansie onder Heidense koningen (400 nC – 719 nC)

Erg weinig is bekend over deze periode van de geschiedenis. Er zijn geen historische documenten van Friese oorsprong, en slechts een paar van Frankische en Anglo-Saksische oorsprong. De Frankische geschriften geven niet altijd een historisch correct beeld van de Friezen. Vanaf het moment dat de Franken onder Clovis (496 nC) zijn opgestapt op het Christendom zijn de Friezen hun grootste tegenstanders geworden. Daardoor zijn de Frankische teksten nogal eenzijdig werden op basis van politieke en religieuze gronden. Clovis bekeerde zich tot het Katholicisme voor machts-politieke redenen. De Gallo-Romeinse aristocratie en de kerk in Rome, wiens steun Clovis nodig had gedurende de periode van opbouw van zijn rijk, waren allemaal Katholiek. Andere Germaanse stammen in de vroegere invloedssfeer van het Romeinse Rijk (de Goten en Vandalen) waren bekeerd tot een vorm van Christendom die meer in overeenstemming was met hun Germaanse ziel: het Arianisme. De Germaanse stammen in het noorden, waaronder de Friezen, oefenden nog steeds het geloof uit van hun voorvaderen, thans bekend als Odinisme of Asatru, uit. In dit artikel wordt de term ‘Heiden’ gebruikt.

Door Katholiek te worden werden de Franken automatisch de grootste tegenstanders van de Friezen.

Rond 500 nC had Clovis zijn Frankische Rijk gevormd. Het zou de erfgenaam worden van het Romeinse Rijk met de zegen van de paus in Rome. De meest noordelijke grens van zijn rijk werd gevormd door de steden Utrecht en Dorestad, en grenzend aan de Friezen.

Na de dood van Clovis in 511 nC maakten de Friezen gebruik van de interne Frankische machtsstrijd en veroverden Utrecht en Dorestad. Beide steden zouden in voor meer dan honderd jaar (511 – 628 nC) in Friese handen blijven. De verovering van deze steden was van groot belang voor de Friezen omdat ze poorten waren voor de handel met het Saksische en Frankische achterland naar de Noordzee. In de zesde en zevende eeuw waren de Friezen de belangrijkste handelslieden op de Noordzee. De Noordzee werd zelfs ‘Mare Frisicum’ genoemd. Vanuit een religieus gezichtspunt was het Friese heidendom niet langer een bedreiging voor het Frankische Christendom omdat er geen uitvalshaven (Utrecht) meer was.

In het jaar 628 nC versloeg de Frankisch/Christen koning Dagobert een verenigd leger van Saksen en Friezen (zowel Friezen als Saksen waren heidenen). Door dat te doen viel de stad Utrecht toe aan de Franken. Dagobert richtte in Utrecht een kerk op gaf orders aan een bisschop om te beginnen met het bekeren van de Friezen. Christendom was een werktuig geworden in de handen van de Franken om de Friese onafhankelijkheid ten noorden van de Rijn te vernietigen.

Koning Finn Folcwalding (leefde ergens in het begin van de zesde eeuw).

Koning Finn kan een Friese koning geweest zijn gedurende de zesde eeuw. Hij wordt alleen genoemd in Anglo-Saksische epische gedichten (Widsith, Beowulf en het Finnburg-fragment), die zo’n 50 tot 100 jaar later zijn geschreven.

Koning Eadgils (? – 677 nC).

Koning Eadgils is de eerste Friese koning die bij zijn naam bekend is. Twee christelijke schrijvers, Beda en Eddius, noemen hem in hun geschriften. Onder het bestuur van Eadgil leven de Friezen en de Franken in vrede met elkaar. Hiervoor zijn twee redenen: de Franken waren nog steeds intern verdeeld over de vraag wie de erfgenaam was van het rijk dat Clovis had opgebouwd, en Aedgil liet bisschop Wilfried (een pion van Rome en de Franken) het Christendom vrijelijk prediken in de Friese gebieden. Deze tijd van vrede zou een jaar of tien later drastisch veranderen toen Redbad de koning van Friesland werd en Pepijn de leider van de Franken.

Koning Redbad (679 – 719 nC)

De heidense koning Redbad is de grootste volksheld van de Friezen. Hij is de verdediger van de Friese vrijheid tegen de binnenvallende Frankische legers en tegen de Kerk van Rome. Redbad was vrome heiden. Dus toen de Franken intern verdeeld waren over de vraag wie de Franken zou regeren, viel hij de Franken aan, veroverde Utrecht en vernietigde de kerk. Het Christendom werd toen krachtdadig verwijderd uit het Friese rijk.

In 689 nC voerde Pepijn II de Frankische verovering aan in de Friese landen en hij neemt Dorestad in. Tussen 690 en 692 nC valt Utrecht eveneens in de handen van Pepijn. Daardoor controleert hij de belangrijkste handelsroutes vanaf het Frankische achterland naar de Noordzee via de rivier de Rijn. Pepijn sterft in 714 nC. Redbad maakt hiervan gebruik en verslaat in 716 nC de Frankische legers, onder aanvoering staan van Charles Martel, nabij Keulen. Hierdoor herovert hij opnieuw het Friese Rijk. Koning Redbad overlijdt in 719 nC en laat een Groot en Heidens Friesland na.





Koning Poppa (Hrodbad) (719 – 734 nC)
Vijftien jaar na de dood van Redbad bereikt Charles Martel het hoogtepunt van zijn macht en zag zijn kans om met Friesland af te rekenen. Hij zond in 734 nC zijn troepen naar Friesland. In het hart van het Friese land, nabij de rivier de Boorne (de ‘Middelzee&rsquo werd de beslissende slag gevoerd met Poppo (voluit Hrodbad) aan het hoofd van de Friese land- en zeekrachten. Poppo was de zoon van Redbad, maar was niet zo succesvol als zijn vader was geweest. Hij werd in de slag gedood en de Friese legers (in wanorde) werden verslagen.

Friesland, tot aan de Lauwers, werd in het Frankische Rijk opgenomen. Het verloor zijn vrijheid en de kerk kreeg er voet aan de grond. De zoon van Poppa, Abba (voluit Alfbad), werd de eerste Friese Hertog onder Frankisch bestuur (749 – 775 nC).

18-11-2004, 15:22
Karel de Grote regeerde zijn Frankische Rijk op een sterk gecentraliseerde manier. Friezen moesten in zijn legers dienst doen. Zij dienden onder de Franken in de oorlog tegen de Wilten (789 nC) en tegen de Avaren (791 nC). Toen in 800 nC de eerste raids van Vikingen uit Scandinavië op Friesland plaatsvonden gedurende de regeerperiode van Karel de Grote, werden de Friezen vrijgesteld van buitenlandse militaire dienst. In plaats daarvan moesten ze hun eigen verdediging organiseren tegen de Heidense Vikingen. Nadat Karel de Grote in 785 nC de Saksen had verslagen, grensde het Frankische rijk in het noorden aan het Deense Rijk.



De Denen waren beslist goed op de hoogte van de verschrikkelijke wandaden die Karel de Grote in naam van de kerk had verricht tegen hun Heidense zustervolkeren, de Friezen en de Saksen. De raids van de Denen/Vikingen op het rijk van Karel de Grote en de zich daarin bevindende rijke kerken en kloosters kunnen worden gezien als een heidense wraakactie.


Gelijktijdig met de Franco-Christelijke binnendringers stond een andere vijand van de Friezen weer eens op. Gedurende de kerstdagen van 838 nC overstroomde een geweldige stormvloed vrijwel geheel Friesland, waardoor vele mensen en vee verdronken.





Friesland deel van het Frankische Rijk (749 - 840 nC)

Na de overwinning in 785 nC van Karel de Grote werd het gehele Friese Rijk onderdeel van het Frankische Rijk. Zoals we eerder gezien hebben werd de kleinzoon van de legendarische Redbad, Abba, de eerste Friese Graaf onder Frankische overheersing (749 – 775 nC) over Friesland westelijk van de Lauwers. De twee belangrijkste taken van een graaf waren: het bewaren van wet en orde, en om rekruten te regelen voor de Frankische legers. Van 734 tot 100 nC werden de Frankische Keizers (en na hen de Duitse Koningen) door graven vertegenwoordigd. De graven waren leenheren. Er is erg weinig bekend over deze graven. Oost-, West en Midden Friesland hebben waarschijnlijk ieder hun eigen graven gehad.


De graven van Friesland die we bij naam kennen:

754 graaf Abba (Boppa) leidt de bouw van de Bonifatius Kerk in Dokkum
791 graaf Diderik (Durk) leidt de Friezen in de Frankische strijd tegen de Avaren
839 graaf Gerlof kiest partij voor de rebellerende zoon van de Frank Lodewijk de Vrome
873 graaf Albdag verslaat Vikingen (Rudolf) in Westergo
885 graaf Gerlof en graaf Gerdolf zijn aanwezig bij de moord op Godfried de Noor
Graaf Gerlof is de vader van Diderik I, de graaf van Holland en van graaf Waltger in Teisterbant. De zonden van graaf Waltger heten "Redbad" en "Poppo". Deze namen tonen aan dat de graven in Friesland Redbadings zijn (afstammelingen van Redbad).


De graven van Midden Friesland:

966 graaf Egbert van de Brunoanen dynastie; die door huwelijk en erfenis Midden Friesland krijgt
1038 graaf Liudolf van de Brunswik dynastie sterft
1038-1057 Bruno graaf van Midden Friesland
1057-1068 Egbert I graaf van Midden Friesland
1068-1088 Egbert II graaf van Midden Friesland

De graven van West Friesland:

885 graaf Gerlof
922 graaf Diderik I (Durk I); voor het eerst wordt deze dynastie "Huis van Holland" genoemd. Graaf Diderik II (Durk II)
993 graaf Arnulf sterft in een slag met de West Friezen, graaf Durk III verslaat het leger van Keizer Hendrik II
1049 graaf Durk IV wordt gedood
1049-1061 graaf Floris I wordt gedood
1076 graaf Durk V; Graafdom Holland wordt gesticht (ook door Vlaamse invloeden), en graaf V en zijn Graafdom Holland worden tegenstanders van West- en Midden Friesland.
In Oost Friesland treffen we vrijwel geen sporen van graven aan.



Frankisch Christendom (688 - 734/785 nC)


De bekering van Heidenen in Christendom kon alleen maar gerealiseerd worden in gebieden die onder Frankisch beheer stonden. West Lauwers’ Friesland werd een Frankisch graafdom in 734 nC. Het gehele Friese Rijk kwam onder Frankische beheer in 785 nC.


De kerstening van Friesland startte in 688 nC toen Wigbert in Friesland predikte en was voltooid in 800 nC toen Friesland stevig in handen was van de Frankische heerser Karel De Grote. In 800nC ‘lijken’ de Friezen bekeerd te zijn. Maar alleen de heersende elite (de graven en andere Frankische vazallen) zijn Katholiek geworden. Grote delen van de bevolking zijn nog steeds heiden en zullen dat nog voor een lange tijd blijven. Maar de stemmen van de Friese Heidense priesters en Friese Skalden van de epische gedichten (zoals die in Beowulf) zijn gestild. Daardoor is de keten van de orale traditie die de Friezen met hun heidens verleden hadden gebroken, en wint –uiteindelijk- het Christendom.



Wat (tragische) data:

688 NC Wigbert predikt in Friesland
690 - 754 Willibrord en Bonifatius prediken
770-789 Willehad predikt
775 Liudger (een Fries) predikt
800 NC Friesland heeft Christelijke sociale structuren (diocese in Urecht) maar ……,
het grootste deel van de bevolking blijft heiden.


Hoogtepunten vanuit Heidens oogpunt zijn:

in 714-719 nC wanneer Willibrord Utrecht ontvlucht nadat Redbad de stad veroverde;
in wanneer 754 nC Bonifatius wordt gedood in Dokkum;
in 782 AD wanneer Liudger vlucht voor de Saksisch-Friese opstand onder Widukind.

In 793 AD ontmoet Liudger de enige Friese skald die bij naam bekend is: "Bernlef". Bernlef zong epische gezangen uit het Friese Heroïsche Tijdperk (zoals in Beowulf).



Vikinginvallen en Deense overheersing (800 - 1014 nC)


In 807 nC begint een oorlog tussen Karel de Grote en de Deense koning Godfried. Godfried valt Friesland aan met een vloot van 200 schepen, de Frankische verdedigingen voor gek zettend. Kort daarop sterft Godfried (810 nC). Na de dood van Godfried concentreren de Deense raids zich voornamelijk op de Britse Eilanden en minder op Friesland.


Na de dood van de Frankische Keizer Lodewijk de Vrome in 840 nC stortte de Karolingische verdediging van Friesland in elkaar. Omdat er geen Friese koning was om een verdedigingsmacht te organiseren werden de Deense raids op dit Karolingische buitengebied geïntensifieerd. En gedurende de rest van de negende eeuw leefden de Friezen regelmatig onder Deens gezag en moesten belasting betalen aan de leenheren. De Denen dwongen de verzwakte Karolingische Koningen om hen Friesland als een leengewest te geven. Leenheren in Friesland waren:


Harald (840 - 844 nC)
Rorik en Godfried (844 - 857 nC)
Rorik (een Christen) (862 -872 nC)
Godfried (881 - 885 nC)

In 885 nC wordt de laatste Scandinavische heerser van Friesland, Godfried de Noor, vermoord en de heersende Denen worden Friesland uitgezet door de Friezen. De grote vloedgolven van raids van Heidense Vikingen(soms gevolgd door bezetting) behoren hiermee tot het verleden. Kleinere overvallen vonden nog plaats tot 1014 nC tot het moment dat Christian Knut de Grote koning van Denemarken, Noorwegen en Engeland werd.


De Duitse periode (925 nC - 1498 nC)


In 843 nC werd Lotharius II heerser over Friesland. In 925 nC accepteerden de meeste heersers van Lotharingen Hendrik I van Duitsland als koning. Friesland werd deel van het "Heilige Römische Reich Deutscher Nation". De uitvoerende macht was tot 1217 nC in handen van leenheren (graven).


Na 1217 nC had Midden Friesland geen graaf, geen leenheer, vrijwel geen ridders, geen slaven en slechts een paar steden. Ze waren een volk van boeren, vissers en trekvaarders. Omdat er geen overheersende autoriteit bestond ontstonden er overal plaatselijke administratieve organen. Het was een periode van groei: landbouw en handel floreerden en vergrootten de welvaart. Friese steden traden toe tot de "Hanze" (West-Europesche handelsalliantie). Maar donkere wolken, die uiteindelijk in 1498 nC de Friese vrijheid zouden beëindigen, begonnen zich al te vormen.



Dijkenbouw (start ongeveer 1000 nC)

Na de terpenbouw, hetgeen eigenlijk een defensieve maatregel was tegen de stijging van het zeeniveau, ging de Friezen in de aanval en begonnen land uit het bereik van de zee te halen door middel van dijkenbouw. Rond 1000 nC waren grote stukken land omringd door dijken. Dit vond in Friesland plaats aan beide zijden van de Lauwers.


Tussen 1000 en 1100 nC werden grote delen van Friesland beschermd door dijken en er bestonden uitgebreide regelingen betreffende het onderhoud van dijken en sluizen. Deze eerste dijken hadden een hoogte van 1,50 meter boven het maaiveld. Achter de dijk bevond zich een weg van ongeveer 4 meter breed, zodat in geval van nood twee wagens elkaar konden passeren. In termen van de totale hoeveelheid verplaatste grond ten behoeve van de dijkenbouw kan men gerust van een wereldwonder spreken.

Deze grote dijkenbouw-projecten werden in eerste instantie georganiseerd door de zogenaamde ‘skeltas’. In de 13e eeuw werden de dijken de verantwoordelijkheid van de 'grietmannen' en 'asegas'.


Ondanks de dijkenbouw weren er regelmatig stormvloeden met dijkdoorbraken als gevolg die de Friese landen overstroomden met alle tragische gevolgen van dien.




Opstalboom (± 1000 - 1327 nC)

TTen zuidwesten van Aurich in Oost-Friesland op een grafheuvel, welke uit de bronstijd stamt, bevindt zich een plaats die Opstalboom [Opstalsboom, Upstallboom of Upstalesbame (Oud-Fries)] genoemd wordt. In de 11e, 12e en 13e eeuw verzamelde zich een groep, de “Opstalboom” genaamd, zich op deze grafheuvel. Deze groep bestond uit vertegenwoordigers van de 7 Friese Zeelanden (landen bij de zee gelegen). Deze vertegenwoordigers verzamelden zich eens per jaar (op de dinsdag na pinksteren) en ze bespraken het opstellen van rechtsregels en wetten. De groep zorgde ook voor onderlinge steun wanneer een van hen werd aangevallen.



Worsteling tegen de Nederlandse Graven (993 - 26 September 1345 nC) ("Slag bij Warns&quot

18-11-2004, 15:23
Het einde van de Friese vrijheid


Na de periode van Scandinavische/Viking overheersing worden de graven van het ‘Huis van Holland’ de heersende elite in de landen aan de Noordzee ten zuiden van West-Friesland. De graven van het huis van Holland waren van Friese origine. Mar na de geboorte van de provincie Holland in 1075 nC domineerde de Frankische invloeden de Friezen. Op dat moment ontstond er een diepe kloof tussen de Friezen in West-Friesland en de graven van Holland. Er werden verschillende pogingen gedaan om de West-Friezen krachtdadig te onderwerpen.


Graaf Arnulf: onderneemt een militaire expeditie; hij wordt gedood in 993.

Graaf Willem II: valt West-Friesland binnen in de winter van 1256 nC, hij zakt door het ijs terwijl hij te paard zit en wordt door de Friezen doodgeslagen.


Floris V, zoon van Willem II, wil beslist de dood van zijn vader wreken. Hij valt de West-Friesland aan en verslaat het. Ongeveer 1200 Friezen sterven in die slag. Het ont-Friezen van West-Friesland begint. Na de dood van Floris V komen de West-Friezen opnieuw in opstand, nu tegen Jan I. Zijn opvolger Jan II sloeg de Friese opstand neer, daarbij 3000 Friezen dodend. Midden Friesland zet troepen in om de West-Friezen bij te staan, maar ze komen te laat. De West-Friezen verliezen hun vrijheid, en in de komende eeuwen ook de Friese taal (hun moedertaal).



Slag bij Warns



Nadat ze West-Friesland hadden verslagen lieten de graven van Holland hun ogen vallen op Midden Friesland.

In 1345 start graaf Willem IV met een militaire expeditie om Midden Friesland te veroveren. Met een grote vloot en met hulp van Franse en Vlaamse ridders voer hij de Zuiderzee. De nadering van deze agressor zorgde voor een vereniging van de Friese fracties (de Upstallboom speelde een r0l in deze unificatie). Op 26 september 1345 nC beleefde Friesland zijn mooiste moment. Willem IV en het beste van de Hollandse, Vlaamse en Franse ridders vormden de voorhoede van het leger, en nabij Warns bleken ze omsingeld door Friese landarbeiders en werden ze doodgeslagen. In wanorde sloeg de rest van het leger op de vlucht, het lichaam van Willem IV achterlatend. De dag van 26 september werd een jaarlijkse feestdag in Midden Friesland.




Schieringers en Vetkopers (1217 - 1489 NC)

In 1392 horen we voor het eerste van de "Schieringers" en de "Vetkopers". Deze twee infame namen markeren het einde van de Friese vrijheid. Het startte in de Friese harten zelf. De Schieringen en de Vetkopers waren twee rivaliserende partijen van Friese origine. Ze stortten Friesland in een burgeroorlog. Stad vocht tegen stad. Stins tegen stins, en zoon tegen vader.

Het was Friesland’s donkerste moment in de geschiedenis en het begon in 1217 nC. Op dat moment eindigde de heerschappij va Karel de Grote in Midden Friesland. Dit resulteerde in een gebrek aan autoriteit hetgeen op zijn beurt weer een ernstig verval van orde en regel tot gevolg had. De macht van het burgerlijk bestuur werd niet meer van bovenaf opgelegd, maar kwam vanuit de gemeenschap zelf. Het resultaat hiervan was dat de Grietman (rechter) niemand met enige autoriteit naast hem had staan in zijn activiteiten tegen ongehoorzame mensen. In de 14de eeuw resulteerde dat uiteindelijk in de opkomst van de Schieringers en Vetkopers. De Friezen bleven in deze patstelling las gevolg van een karaktertrekje: hun sterke individualiteit. Hun persoonlijke vrijheid was van meer belang dan de vrijheid van het volk als geheel.

In 1489 nC werd de hulp van een buitenlandse macht, Albrecht van Saksen, geaccepteerd om een eind te maken aan deze catastrofale situatie. Hiermee kwam de Friese vrijheid aan zijn eind!



Eind van de Friese vrijheid (1498 nC)


Albrecht van Saksen creëerde op verzoek van de Schieringers een centralistische autoriteit en installeerde Saksische ambtenaren. Orde en regel keerde terug in Midden Friesland, maar cultureel gezien verarmde Midden Friesland. De taal van de ambtenarij is Duits, wat resulteert in het ont-Friezen in de meeste steden. Het ont-Friezen werd ook versneld doordat na de Reformatie de bijbel en het prediken in kerken alleen in het Laag-Duits was.

18-11-2004, 15:26
Ik vraag me af, of de Friezen ook loyaal zijn tov. de Nederlanders?

18-11-2004, 15:33

Citaat door amhlu:
wat een ongelooflijke domme opmerking! De friezen zijn trots op hun reginale afkomst maar zijn naast fries ook nederlander. Daar is ook niets mis mee. De friezen die niet in Friesland wonen beroven immers geen mensen, stelen niet, verkrachten niet, intimideren niet. Of in ieder geval niet meer dan de gemiddelde autochtone nederlander. Dit in tegenstelling tot een bepaalde groep mensen met hun roots in bergdorpjes in een niet nader te noemen afrikaans land.
Wat een ongelooflijke domme, racistische opmerking.

Mijn opmerking was sarcastichs bedoelt, aangezien Waarschuwing het altijd maar over loyaliteit heeft...

18-11-2004, 15:34



Citaat door |=uckThis/|/ame:
Bedankt waarschuwer,
Ik heb al op Ctrl+P gedrukt.
Trouwens ik spreek ook Fries, Zeer mooie taal.


Idd, daar heeft u gelijk in, het zijn echt keurige nederlanders.
Ow, en de mensen uit bergdorpjes en uit een niet nader benoemd afrikaans land niet?

18-11-2004, 15:54

Citaat door |=uckThis/|/ame:
Bedankt waarschuwer,
Ik heb al op Ctrl+P gedrukt.
Trouwens ik spreek ook Fries, Zeer mooie taal.

Idd, daar heeft u gelijk in, het zijn echt keurige nederlanders.
Ben trots dat ik fries kan spreken.
Ik heb deze zomer een tijdje in Friesland gewerkt. Het klinkt inderdaad heel apart. Ik had de radio continu op Omrop Fryslan staan.

18-11-2004, 16:00

Citaat door amhlu:
wat een ongelooflijke domme opmerking! De friezen zijn trots op hun reginale afkomst maar zijn naast fries ook nederlander. Daar is ook niets mis mee. De friezen die niet in Friesland wonen beroven immers geen mensen, stelen niet, verkrachten niet, intimideren niet. Of in ieder geval niet meer dan de gemiddelde autochtone nederlander. Dit in tegenstelling tot een bepaalde groep mensen met hun roots in bergdorpjes in een niet nader te noemen afrikaans land.
De Friezen hebben zich lang tegen de Nl verzet, maar hebben zich in 1498 bij hun nederlaag neergelegd. Er is wel een mooie annecdote over de Friese delegatie, die in 1555 trouw moest zweren aan de Spaanse koning Filips II. De Friezen wilden niet voor de koning knielen. Hun argument: 'Wij Friezen knielen alleen voor God'.

M.u.v. de taal, delen ze vrijwel alles met de rest van NL: godsdienst, gemeenschappelijke geschiedenis, strijd tegen het water, vlijt etc.

Pagina's : [1] 2