Bookie
30-07-2010, 09:00
KHALED ABU TOAMEH - 29 JULI 2010
Wanneer was het voor het laatst dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bijeenkwam om een Arabische regering te veroordelen wegens het mishandelen van Palestijnen? Hoe komt het dat groepen en afzonderlijke personen, verbonden aan universiteiten in de Verenigde Staten en Canada die zich ‘pro-Palestijns’ noemen, blijven zwijgen als Jordanië het burgerschap van duizenden Palestijnen intrekt?
De benarde positie van de Palestijnen, die in Arabische landen en met name in Libanon wonen, wordt vaak genegeerd door de heersende media in het westen. Hoe komt het dat zij geen oog hebben voor het feit dat Egypte, Syrië, Libanon, Jordanië en nog veel meer Arabische landen doorgaan met het opleggen van ernstige reisbeperkingen aan Palestijnen? En hoe denken deze personen over het debat dat momenteel in Libanon plaatsvindt over of men Palestijnen de lang ontzegde basisrechten moet verlenen zoals werk, sociale zekerheid en medische zorg? Of zijn zij helemaal niet op de hoogte van dit debat?
Waarschijnlijk niet, want dit onderwerp heeft geen aandacht gekregen van de meeste correspondenten en commentatoren in het Midden-Oosten. Een bericht over Palestijnen dat geen anti-Israël raakpunten heeft, bereikt zelden de voorpagina’s van de kranten in het westen. De sloop van een illegaal pand van een Arabier in Jeruzalem is voor de meeste van deze correspondenten veel belangrijker dan het feit dat honderdduizenden Palestijnen in Libanon gebukt blijven gaan onder een reeks vernederende beperkingen.
De Palestijnen die in Libanon leven wordt niet alleen het recht ontnomen om onroerend goed te bezitten, maar zij komen ook niet in aanmerking voor gezondheidszorg en zijn wettelijk uitgesloten om in een groot aantal beroepen werkzaam te zijn. Kan iemand zich voorstellen wat de reactie van de internationale gemeenschap zou zijn als men in Israël een wet zou aannemen waarin haar Arabische inwoners zou worden verboden om te werken als taxichauffeur, journalist, arts, kok, portier, ingenieur of jurist? Of als het Israëlische Ministerie van Onderwijs een instructie zou uitvaardigen waarin Arabische kinderen wordt verboden zich op scholen en universiteiten in te schrijven?
Maar wie zegt dat de Libanese autoriteiten helemaal niets hebben gedaan om deze situatie te ‘verbeteren’? In feite zijn de Palestijnen, die in dat land leven, dank verschuldigd aan de Libanese regering. Tot 2005 was het de Palestijnen wettelijk verboden in 72 beroepen werkzaam te zijn. Nu is dit aantal teruggebracht tot 50. Nog steeds is het Palestijnen niet toegestaan om in Libanon werkzaam te zijn als arts, journalist, apotheker of jurist.
Ironisch genoeg is het voor een Palestijn veel eenvoudiger om het Amerikaanse of Canadese staatsburgerschap te verwerven dan een paspoort van een Arabisch land. In het verleden hadden Palestijnen die op de Westoever en de Gazastrook woonden, zelfs recht op het Israëlische burgerschap als zij trouwden met een Israëlische burger of met hun gezin werden herenigd binnen het land.
Politici in Libanon debatteren nu over nieuwe wetgeving die voor het eerst in 62 jaar ‘burgerrechten’ zou moeten verlenen aan Palestijnen. Het nieuwe wetsontwerp omvat ook het recht op onroerend goed, sociale zekerheid en medische zorg. Men zegt dat vele Libanezen tegen deze nieuwe wetgeving zijn uit angst dat deze de weg zal effenen voor de integratie van Palestijnen in hun samenleving en dat dit een last zou betekenen voor de economie. Als gevolg van het verhitte debat heeft het parlement besloten om de stemming over dit wetsontwerp tot volgende maand uit te stellen.
Nadim Khouri, directeur van de Human Rights Watch in Beiroet, meent dat Libanon de Palestijnse vluchtelingen al veel te lang heeft uitgesloten en dat het parlement deze gelegenheid moet aangrijpen om deze bladzijde om te slaan en de discriminatie van Palestijnen moet beëindigen. Rami Khouri, een vooraanstaande Libanese journalist, schreef in het blad Daily Star dat men in alle Arabische landen miljoenen gastarbeiders uit Arabische, Aziatische en Afrikaanse landen vaak nauwelijks beter behandelt dan contractarbeiders. De mishandelingen, de afgrijselijke levensomstandigheden en de beperkte arbeidsmogelijkheden, sociale zekerheid en de onmogelijkheid om eigendom te verwerven van de Palestijnen is een voortdurend onrecht.
Buitenlandse journalisten rechtvaardigen vaak hun onvermogen om over het lijden van de Palestijnen in de Arabische wereld te schrijven door te wijzen op hun grote bezorgdheid en moeilijkheden om een visum te verkrijgen voor een Arabisch land. Maar dit zijn zwakke en onaanvaardbare excuses gezien het feit dat de meesten van hen heel goed over deze zaken kunnen schrijven vanuit hun veilige kantoren en huizen in New York, Londen en Parijs. Is dit niet wat de meesten van hen doen wanneer zij schrijven over de situatie op de Westoever en in de Gazastrook?
Vertaald uit het Engels door:
W. IJsgeer.
http://fullcomment.nationalpost.com/2010/07/24/khaled-abu-toameh-the-palestinian-victims-no-one-talks-about/
Wanneer was het voor het laatst dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bijeenkwam om een Arabische regering te veroordelen wegens het mishandelen van Palestijnen? Hoe komt het dat groepen en afzonderlijke personen, verbonden aan universiteiten in de Verenigde Staten en Canada die zich ‘pro-Palestijns’ noemen, blijven zwijgen als Jordanië het burgerschap van duizenden Palestijnen intrekt?
De benarde positie van de Palestijnen, die in Arabische landen en met name in Libanon wonen, wordt vaak genegeerd door de heersende media in het westen. Hoe komt het dat zij geen oog hebben voor het feit dat Egypte, Syrië, Libanon, Jordanië en nog veel meer Arabische landen doorgaan met het opleggen van ernstige reisbeperkingen aan Palestijnen? En hoe denken deze personen over het debat dat momenteel in Libanon plaatsvindt over of men Palestijnen de lang ontzegde basisrechten moet verlenen zoals werk, sociale zekerheid en medische zorg? Of zijn zij helemaal niet op de hoogte van dit debat?
Waarschijnlijk niet, want dit onderwerp heeft geen aandacht gekregen van de meeste correspondenten en commentatoren in het Midden-Oosten. Een bericht over Palestijnen dat geen anti-Israël raakpunten heeft, bereikt zelden de voorpagina’s van de kranten in het westen. De sloop van een illegaal pand van een Arabier in Jeruzalem is voor de meeste van deze correspondenten veel belangrijker dan het feit dat honderdduizenden Palestijnen in Libanon gebukt blijven gaan onder een reeks vernederende beperkingen.
De Palestijnen die in Libanon leven wordt niet alleen het recht ontnomen om onroerend goed te bezitten, maar zij komen ook niet in aanmerking voor gezondheidszorg en zijn wettelijk uitgesloten om in een groot aantal beroepen werkzaam te zijn. Kan iemand zich voorstellen wat de reactie van de internationale gemeenschap zou zijn als men in Israël een wet zou aannemen waarin haar Arabische inwoners zou worden verboden om te werken als taxichauffeur, journalist, arts, kok, portier, ingenieur of jurist? Of als het Israëlische Ministerie van Onderwijs een instructie zou uitvaardigen waarin Arabische kinderen wordt verboden zich op scholen en universiteiten in te schrijven?
Maar wie zegt dat de Libanese autoriteiten helemaal niets hebben gedaan om deze situatie te ‘verbeteren’? In feite zijn de Palestijnen, die in dat land leven, dank verschuldigd aan de Libanese regering. Tot 2005 was het de Palestijnen wettelijk verboden in 72 beroepen werkzaam te zijn. Nu is dit aantal teruggebracht tot 50. Nog steeds is het Palestijnen niet toegestaan om in Libanon werkzaam te zijn als arts, journalist, apotheker of jurist.
Ironisch genoeg is het voor een Palestijn veel eenvoudiger om het Amerikaanse of Canadese staatsburgerschap te verwerven dan een paspoort van een Arabisch land. In het verleden hadden Palestijnen die op de Westoever en de Gazastrook woonden, zelfs recht op het Israëlische burgerschap als zij trouwden met een Israëlische burger of met hun gezin werden herenigd binnen het land.
Politici in Libanon debatteren nu over nieuwe wetgeving die voor het eerst in 62 jaar ‘burgerrechten’ zou moeten verlenen aan Palestijnen. Het nieuwe wetsontwerp omvat ook het recht op onroerend goed, sociale zekerheid en medische zorg. Men zegt dat vele Libanezen tegen deze nieuwe wetgeving zijn uit angst dat deze de weg zal effenen voor de integratie van Palestijnen in hun samenleving en dat dit een last zou betekenen voor de economie. Als gevolg van het verhitte debat heeft het parlement besloten om de stemming over dit wetsontwerp tot volgende maand uit te stellen.
Nadim Khouri, directeur van de Human Rights Watch in Beiroet, meent dat Libanon de Palestijnse vluchtelingen al veel te lang heeft uitgesloten en dat het parlement deze gelegenheid moet aangrijpen om deze bladzijde om te slaan en de discriminatie van Palestijnen moet beëindigen. Rami Khouri, een vooraanstaande Libanese journalist, schreef in het blad Daily Star dat men in alle Arabische landen miljoenen gastarbeiders uit Arabische, Aziatische en Afrikaanse landen vaak nauwelijks beter behandelt dan contractarbeiders. De mishandelingen, de afgrijselijke levensomstandigheden en de beperkte arbeidsmogelijkheden, sociale zekerheid en de onmogelijkheid om eigendom te verwerven van de Palestijnen is een voortdurend onrecht.
Buitenlandse journalisten rechtvaardigen vaak hun onvermogen om over het lijden van de Palestijnen in de Arabische wereld te schrijven door te wijzen op hun grote bezorgdheid en moeilijkheden om een visum te verkrijgen voor een Arabisch land. Maar dit zijn zwakke en onaanvaardbare excuses gezien het feit dat de meesten van hen heel goed over deze zaken kunnen schrijven vanuit hun veilige kantoren en huizen in New York, Londen en Parijs. Is dit niet wat de meesten van hen doen wanneer zij schrijven over de situatie op de Westoever en in de Gazastrook?
Vertaald uit het Engels door:
W. IJsgeer.
http://fullcomment.nationalpost.com/2010/07/24/khaled-abu-toameh-the-palestinian-victims-no-one-talks-about/