Bekijk volle/desktop versie : Lot in de bijbel aan Isaia



12-06-2004, 13:08
Hoe beschrijft de Bijbel van nu Lot?

12-06-2004, 20:21


12
1 De HERE nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; 2 Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. 3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.
4 Toen ging Abram, zoals de HERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem; en Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran trok. 5 Abram nu nam zijn vrouw Sarai en Lot, zijns broeders zoon, en al hun have, die zij verworven hadden, en de lieden, die zij in Haran verkregen hadden, en zij trokken uit om te gaan naar het land Kanaän, en zij kwamen in het land Kanaän. 6 En Abram trok het land door tot de plek bij Sichem, tot de terebint More; en de Kanaänieten waren toen in het land.
7 Toen verscheen de HERE aan Abram en zeide: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. En hij bouwde daar een altaar voor de HERE, die hem verschenen was. 8 Toen brak hij vandaar op naar het gebergte ten oosten van Betel, en hij spande zijn tent, met Betel tegen het westen en Ai tegen het oosten, en hij bouwde daar een altaar voor de HERE en riep de naam des HEREN aan. 9 Daarna trok Abram steeds verder, naar het Zuiderland.
Abram in Egypte
10 Toen er hongersnood in het land uitbrak, trok Abram naar Egypte, om daar als vreemdeling te vertoeven, want de hongersnood was zwaar in het land. 11 Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zeide hij tot zijn vrouw Sarai: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt schoon van uiterlijk. 12 Wanneer de Egyptenaren u zien, zullen zij zeggen: Dit is zijn vrouw; en zij zullen mij doden, en u in het leven laten. 13 Zeg toch, dat gij mijn zuster zijt, opdat het mij om uwentwil welga, en ik om uwentwil in het leven moge blijven. 14 Zodra Abram Egypte binnentrok, zagen de Egyptenaren, dat de vrouw zeer schoon was; 15 en toen de vorsten van Farao haar zagen, roemden zij haar bij Farao, zodat de vrouw naar het huis van Farao gehaald werd. 16 En hij deed Abram wèl om harentwil, zodat hij schapen, runderen, ezels, slaven, slavinnen, ezelinnen en kamelen ontving. 17 Maar de HERE sloeg Farao met zware plagen, evenals zijn huis, ter oorzake van Sarai, de vrouw van Abram. 18 Toen riep Farao Abram en zeide: Wat hebt gij mij daar aangedaan? Waarom hebt gij mij niet meegedeeld, dat zij uw vrouw is? 19 Waarom hebt gij gezegd: Zij is mijn zuster, zodat ik haar mij tot vrouw genomen heb? En nu, ziehier uw vrouw, neem haar en ga heen. 20 En Farao gaf enige mannen omtrent hem opdracht, en zij deden hem, zijn vrouw en al wat hij bezat, uitgeleide.

12-06-2004, 20:22
13
1 En Abram trok uit Egypte naar het Zuiderland, hij en zijn vrouw en al wat hij bezat, en Lot met hem. 2 Abram nu was zeer rijk aan vee, aan zilver en aan goud. 3 En hij ging van de ene pleisterplaats naar de andere, uit het Zuiderland tot bij Betel, de plaats, waar zijn tent in het eerst gestaan had, tussen Betel en Ai, 4 naar de plaats van het altaar, dat hij daar vroeger gemaakt had, en Abram riep daar de naam des HEREN aan. 5 En ook Lot, die met Abram mede ging, had schapen en runderen en tenten. 6 Maar het land liet niet toe, dat zij tezamen bleven wonen, want hun have was talrijk, zodat zij niet tezamen konden wonen. 7 Daardoor ontstond er twist tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee. De Kanaänieten nu en de Perizzieten woonden toen in het land. 8 Dus zeide Abram tot Lot: Laat er toch geen twist zijn tussen mij en u, en tussen mijn herders en uw herders, want wij zijn mannen broeders. 9 Ligt het gehele land niet voor u open? Scheid u toch van mij af; hetzij naar links, dan ga ik rechts, hetzij naar rechts, dan ga ik links. 10 Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat de gehele streek van de Jordaan rijk aan water was; voordat de HERE Sodom en Gomorra verwoest had, was zij tot Soar toe als de hof des HEREN, als het land Egypte. 11 Dus koos Lot voor zich de gehele streek van de Jordaan, en Lot brak op naar het oosten; en zij scheidden van elkander. 12 Abram bleef wonen in het land Kanaän en Lot vestigde zich in de steden van de Streek, en sloeg zijn tenten op tot bij Sodom. 13 De mannen van Sodom nu waren zeer slecht en zondig tegenover de HERE.
14 En de HERE zeide tot Abram, nadat Lot zich van hem gescheiden had: Sla toch uw ogen op, en zie van de plaats, waar gij zijt, naar het noorden, zuiden, oosten en westen, 15 want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven. 16 En Ik zal uw nageslacht maken als het stof der aarde, zodat, indien iemand het stof der aarde zou kunnen tellen, ook uw nageslacht te tellen zou zijn. 17 Sta op, doorwandel het land in zijn lengte en breedte, want u zal Ik het geven. 18 Daarna sloeg Abram zijn tenten op en ging wonen bij de terebinten van Mamre, bij Hebron, en hij bouwde daar een altaar voor de HERE.

12-06-2004, 20:24
14
1 Het gebeurde nu in de dagen van Amrafel, de koning van Sinear, Arjok, de koning van Ellasar, Kedorlaomer, de koning van Elam, en Tidal, de koning der volken, 2 dat dezen oorlog voerden tegen Bera, de koning van Sodom, Birsa, de koning van Gomorra, Sinab, de koning van Adma, Semeber, de koning van Seboïm, en de koning van Bela, dat is Soar. 3 Deze allen kwamen in bondgenootschap naar het dal Siddim, dat is de Zoutzee. 4 Twaalf jaar hadden zij Kedorlaomer gediend en in het dertiende jaar waren zij in opstand gekomen; 5 en in het veertiende jaar kwam Kedorlaomer met de koningen die bij hem waren, en zij sloegen de Refaïeten te Asterot-Karnaïm, de Zuzieten te Ham, de Emieten te Sawe-Kirjataïm 6 en de Chorieten op hun gebergte Seïr tot El-Paran, dat aan de rand der woestijn ligt. 7 Daarna keerden zij terug en kwamen te En-Mispat, dat is Kades, en sloegen het gehele gebied van de Amalekieten, en ook de Amorieten, die te Chaseson-Tamar woonden. 8 Toen rukten de koning van Sodom, de koning van Gomorra, de koning van Adma, de koning van Seboïm en de koning van Bela, dat is Soar, uit en zij stelden zich tegen hen in slagorde in het dal Siddim, 9 tegen Kedorlaomer, de koning van Elam, Tidal, de koning der volken, Amrafel, de koning van Sinear, en Arjok, de koning van Ellasar, vier koningen tegen vijf. 10 Het dal Siddim nu was vol asfaltputten. Toen de koning van Sodom en die van Gomorra vluchtten, vielen zij daarin, en de overgeblevenen vluchtten naar het gebergte. 11 En zij namen al de have van Sodom en Gomorra en al hun voedsel en trokken af. 12 Ook namen zij Lot mede, de zoon van Abrams broeder, en zijn have, en trokken af – hij nu woonde te Sodom.
13 Toen kwam een vluchteling en deelde dit mede aan de Hebreeër Abram, – hij nu woonde bij de terebinten van de Amoriet Mamre, de broeder van Eskol en Aner, die Abrams bondgenoten waren. 14 Toen Abram hoorde, dat zijn broeder als gevangene was weggevoerd, bracht hij zijn geoefenden, degenen die in zijn huis geboren waren, in de strijd, driehonderd achttien man, en achtervolgde hen tot Dan toe. 15 En zij verdeelden zich des nachts tegen hen in troepen, hij en zijn slaven, en versloegen hen en achtervolgden hen tot Choba toe, dat ten noorden van Damascus ligt. 16 En hij bracht al de have terug, en ook zijn broeder Lot en diens have bracht hij terug, evenals de vrouwen en het volk. 17 Toen ging de koning van Sodom uit, hem tegemoet, nadat hij teruggekeerd was van het verslaan van Kedorlaomer en de koningen die met hem waren, naar het dal Sawe, dat is het Koningsdal.
Abrams ontmoeting met Melchisedek
18 En Melchisedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij nu was een priester van God, de Allerhoogste. 19 En hij zegende hem en zeide: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, 20 en geprezen zij God, de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft overgeleverd. En hij gaf hem van alles de tienden.
21 De koning van Sodom nu zeide tot Abram: Geef mij de mensen, en behoud de have voor u. 22 Doch Abram zeide tot de koning van Sodom: Ik zweer bij de HERE, bij God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde: 23 Zelfs geen draad of schoenriem, ja niets van het uwe zal ik nemen, opdat gij niet kunt zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt! 24 Geenszins, alleen wat de knechten hebben verteerd en het aandeel der mannen, die met mij gegaan zijn, Aner, Eskol en Mamre, laten die hun aandeel ontvangen.

12-06-2004, 20:25


19
1 En de twee engelen kwamen in de avond te Sodom. Lot zat in de poort van Sodom en toen Lot hen zag, stond hij op, ging hun tegemoet, boog zich neder met het aangezicht ter aarde, 2 en zeide: Zie toch, mijne heren, neemt toch uw intrek in het huis van uw knecht, overnacht en wast uw voeten, dan kunt gij morgenvroeg uws weegs gaan. Maar zij zeiden: Neen, wij zullen de nacht op het plein doorbrengen. 3 Toen hij echter sterk bij hen aandrong, namen zij bij hem hun intrek en kwamen in zijn huis; en hij bereidde voor hen een maaltijd en bakte ongezuurde koeken, en zij aten. 4 Zij hadden zich nog niet ter ruste gelegd, of de mannen der stad, de mannen van Sodom, omsingelden het huis, van jong tot oud, de gehele bevolking, niemand uitgezonderd, 5 en zij riepen Lot toe en zeiden tot hem: Waar zijn de mannen, die vannacht bij u gekomen zijn? Breng hen bij ons buiten, opdat wij met hen gemeenschap hebben. 6 Toen ging Lot tot hen naar buiten, maar de deur sloot hij achter zich toe, 7 en hij zeide: Mijn broeders, doet toch geen kwaad; 8 zie toch, ik heb twee dochters, die met geen man gemeenschap hebben gehad; laat mij die tot u naar buiten brengen en doet met haar, zoals goed is in uw ogen; alleen doet deze mannen niets, want daartoe zijn zij onder de schaduw van mijn dak gekomen. 9 Maar zij zeiden: Ga op zij! En zij zeiden: Deze ene is als vreemdeling komen vertoeven om ons geheel en al de wet te stellen! Nu zullen wij u meer kwaad doen dan hun. En zij drongen sterk op tegen de man, tegen Lot, en kwamen naderbij om de deur open te breken. 10 Maar die mannen staken hun hand uit, trokken Lot tot zich naar binnen en sloten de deur. 11 En de lieden, die bij de ingang van het huis waren, sloegen zij met blindheid, van klein tot groot, zodat zij zich tevergeefs moeite gaven om de ingang te vinden.
12 Toen zeiden die mannen tot Lot: Wie hebt gij hier nog meer? Schoonzoons, of uw zonen, uw dochters, of wie gij ook in de stad hebt, voer hen uit deze plaats, 13 want wij gaan deze plaats verwoesten; want groot is het geroep over haar voor de HERE; daarom heeft de HERE ons gezonden om haar te verwoesten. 14 Toen ging Lot heen en sprak tot zijn schoonzoons, die met zijn dochters zouden trouwen, en zeide: Staat op, verlaat deze plaats, want de HERE gaat de stad verwoesten. Maar hij was in de ogen van zijn schoonzoons als iemand, die schertste.
15 Toen de dageraad gekomen was, drongen de engelen bij Lot op spoed aan en zeiden: Sta op, neem uw vrouw en uw beide dochters, die zich hier bevinden, opdat gij niet vanwege de ongerechtigheid der stad verdelgd wordt. 16 En toen hij talmde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn beide dochters bij de hand, omdat de HERE hem wilde sparen, en leidden hem uit en brachten hem buiten de stad. 17 En zodra zij hen naar buiten geleid hadden, zeide een van hen: Vlucht om uws levens wil; zie niet om, en sta nergens in de Streek stil; vlucht naar het gebergte, opdat gij niet verdelgd wordt. 18 En Lot zeide tot hen: Neen toch, mijn heer. 19 Zie toch, uw knecht heeft genade gevonden in uw ogen, en gij hebt mij een grote weldaad bewezen door mij in het leven te behouden, maar ik zal niet naar het gebergte kunnen ontkomen, zonder dat het onheil mij achterhaalt en ik sterf. 20 Zie toch, gindse stad is dicht genoeg bij om daarheen de wijk te nemen; zij is maar klein; laat mij toch daarheen vluchten; zij is immers klein? Dan zal ik in het leven blijven. 21 Toen zeide hij tot hem: Zie, ik zal u ook in dit opzicht ter wille zijn, dat ik de stad, waarvan gij gesproken hebt, niet zal omkeren. 22 Haast u, vlucht daarheen, want ik zal niets kunnen doen, voordat gij daar aangekomen zijt. 23 Daarom noemt men die stad Soar. De zon was over de aarde opgegaan, toen Lot te Soar aankwam.
24 Toen liet de HERE zwavel en vuur op Sodom en Gomorra regenen, van de HERE, uit de hemel; 25 en Hij keerde die steden om, benevens de gehele Streek, met al de inwoners der steden en het gewas van de aardbodem. 26 Maar zijn vrouw, die achter hem liep, zag om, en werd een zoutpilaar.
27 Toen Abraham zich vroeg in de morgen begaf naar de plaats, waar hij voor de HERE gestaan had, 28 en uitzag in de richting van Sodom en Gomorra en het gehele land van de Streek, zag hij, en zie, de rook van de aarde steeg op als de rook van een smeltoven.
29 Toen God de steden der Streek verwoestte, gedacht God Abraham, en Hij leidde Lot uit het midden der omkering, toen Hij de steden waarin Lot gewoond had, omkeerde.
Lot en zijn dochters
30 En Lot trok op uit Soar en vestigde zich met zijn beide dochters op het gebergte, want hij durfde niet in Soar te blijven, en hij ging wonen in een spelonk, hij met zijn beide dochters. 31 En de eerstgeborene zeide tot de jongste: Onze vader is oud, en daar is geen man in het land om tot ons te komen, naar de gewoonte der gehele aarde. 32 Kom, laten wij onze vader wijn te drinken geven en bij hem nederliggen, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. 33 Toen gaven zij in die nacht haar vader wijn te drinken, en de eerstgeborene ging naar binnen en legde zich bij haar vader neder, zonder dat hij er iets van merkte toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 34 En de volgende morgen zeide de eerstgeborene tot de jongste: Zie, ik heb gisterennacht bij mijn vader gelegen; wij zullen hem ook deze nacht wijn te drinken geven, en ga gij dan naar binnen, en leg u bij hem neder, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. 35 Zo gaven zij haar vader ook die nacht wijn te drinken, en de jongste stond op en legde zich bij hem neder, zonder dat hij er iets van merkte, toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 36 En de beide dochters van Lot werden zwanger van haar vader. 37 En de eerstgeborene baarde een zoon, en noemde hem Moab; hij is de vader van de tegenwoordige Moabieten. 38 Ook de jongste baarde een zoon, en noemde hem Ben-Ammi; hij is de vader van de tegenwoordige Ammonieten.

12-06-2004, 20:30
2 petrus 2

7 maar de rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier zedelozen, heeft behouden 8 – want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken – 9 dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straffen, 10 vooral hen, die, begerig naar onreinheid, het vlees volgen en (hemelse) heerschappij verachten. Zulke vermetelen, vol van zelfbehagen, schromen niet de heerlijkheden te lasteren, 11 terwijl engelen, hun meerderen in sterkte en macht, bij de Here geen smadelijk oordeel tegen deze inbrengen. 12 Zij daarentegen, als redeloze wezens, van nature voortgebracht om gevangen en verdelgd te worden, lasteren datgene, waarvan zij geen verstand hebben, en zullen in hun verdelging ook verdelgd worden, 13 onrecht ontmoetende tot loon voor hun onrecht. Zij achten het een genot op klaarlichte dag te zwelgen; schandvlekken en smetten zijn zij, die in hun bedriegerijen zwelgen, als zij met u feesten; 14 zij hebben ogen, die altijd uitzien naar een overspeelster en nooit ophouden met zondigen; zij verlokken onstandvastige zielen, hun hart is volleerd in hebzucht; kinderen der vervloeking zijn zij.

12-06-2004, 20:37
In deze hoofdstukken vind je alles wat de bijbel over Lot zegt

12-06-2004, 23:36
Lot en zijn dochters
30 En Lot trok op uit Soar en vestigde zich met zijn beide dochters op het gebergte, want hij durfde niet in Soar te blijven, en hij ging wonen in een spelonk, hij met zijn beide dochters. 31 En de eerstgeborene zeide tot de jongste: Onze vader is oud, en daar is geen man in het land om tot ons te komen, naar de gewoonte der gehele aarde. 32 Kom, laten wij onze vader wijn te drinken geven en bij hem nederliggen, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. 33 Toen gaven zij in die nacht haar vader wijn te drinken, en de eerstgeborene ging naar binnen en legde zich bij haar vader neder, zonder dat hij er iets van merkte toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 34 En de volgende morgen zeide de eerstgeborene tot de jongste: Zie, ik heb gisterennacht bij mijn vader gelegen; wij zullen hem ook deze nacht wijn te drinken geven, en ga gij dan naar binnen, en leg u bij hem neder, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. 35 Zo gaven zij haar vader ook die nacht wijn te drinken, en de jongste stond op en legde zich bij hem neder, zonder dat hij er iets van merkte, toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 36 En de beide dochters van Lot werden zwanger van haar vader. 37 En de eerstgeborene baarde een zoon, en noemde hem Moab; hij is de vader van de tegenwoordige Moabieten. 38 Ook de jongste baarde een zoon, en noemde hem Ben-Ammi; hij is de vader van de tegenwoordige Ammonieten.


Wat vind jij van dit bovenstaande stukje ? Hoe wordt er gekeken naar de profeet lot binnen het christelijk geloof? Morele of immorele persoon?

13-06-2004, 00:27

Citaat:
Origineel gepost door Moraliste
Lot en zijn dochters
30 En Lot trok op uit Soar en vestigde zich met zijn beide dochters op het gebergte, want hij durfde niet in Soar te blijven, en hij ging wonen in een spelonk, hij met zijn beide dochters. 31 En de eerstgeborene zeide tot de jongste: Onze vader is oud, en daar is geen man in het land om tot ons te komen, naar de gewoonte der gehele aarde. 32 Kom, laten wij onze vader wijn te drinken geven en bij hem nederliggen, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. 33 Toen gaven zij in die nacht haar vader wijn te drinken, en de eerstgeborene ging naar binnen en legde zich bij haar vader neder, zonder dat hij er iets van merkte toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 34 En de volgende morgen zeide de eerstgeborene tot de jongste: Zie, ik heb gisterennacht bij mijn vader gelegen; wij zullen hem ook deze nacht wijn te drinken geven, en ga gij dan naar binnen, en leg u bij hem neder, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven. 35 Zo gaven zij haar vader ook die nacht wijn te drinken, en de jongste stond op en legde zich bij hem neder, zonder dat hij er iets van merkte, toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 36 En de beide dochters van Lot werden zwanger van haar vader. 37 En de eerstgeborene baarde een zoon, en noemde hem Moab; hij is de vader van de tegenwoordige Moabieten. 38 Ook de jongste baarde een zoon, en noemde hem Ben-Ammi; hij is de vader van de tegenwoordige Ammonieten.


Wat vind jij van dit bovenstaande stukje ? Hoe wordt er gekeken naar de profeet lot binnen het christelijk geloof? Morele of immorele persoon?
Lot is bij ons geen profeet en immoreel bezig door drank te misbruiken.

En zijn dochters? veel erger nog, incest. Maar ja, ik ben God niet en zal ook niet over ze oordelen.

Ik weet wel wat God in de bijbel zegt over drankmisbruik en incest:

Over incest:
Leviticus 18: 6-18
6 Niemand zal naderen tot zijn naaste bloedverwant, om de schaamte te ontbloten: Ik ben de HERE. 7 Gij zult de schaamte van uw vader, dat is de schaamte van uw moeder, niet ontbloten; het is uw moeder, gij zult haar schaamte niet ontbloten. 8 De schaamte van de vrouw van uw vader zult gij niet ontbloten; het is de schaamte van uw vader. 9 De schaamte van uw zuster, de dochter van uw vader of de dochter van uw moeder, geboren in huis of geboren daarbuiten, haar schaamte zult gij niet ontbloten. 10 De schaamte van de dochter van uw zoon of van de dochter van uw dochter, haar schaamte zult gij niet ontbloten, want uw schaamte zijn zij. 11 De schaamte van de dochter van uws vaders vrouw, die aan uw vader geboren is, zij is uw zuster – haar schaamte zult gij niet ontbloten. 12 De schaamte van uws vaders zuster zult gij niet ontbloten; zij is uws vaders bloedverwant. 13 De schaamte van uw moeders zuster zult gij niet ontbloten, want zij is uw moeders bloedverwant. 14 De schaamte van uws vaders broeder zult gij niet ontbloten; tot zijn vrouw zult gij niet naderen, het is uw tante. 15 De schaamte van uw schoondochter zult gij niet ontbloten; het is uws zoons vrouw, gij zult haar schaamte niet ontbloten. 16 De schaamte van uws broeders vrouw zult gij niet ontbloten; het is de schaamte van uw broeder. 17 De schaamte van een vrouw en die van haar dochter zult gij niet ontbloten; gij zult niet de dochter van haar zoon en de dochter van haar dochter nemen, om haar schaamte te ontbloten; zij zijn bloedverwanten: bloedschande is het. 18 Gij zult geen vrouw nemen als bijvrouw naast haar zuster om haar schaamte te ontbloten nevens haar, tijdens haar leven.


Over drankmisbruik:

jesaja 5:11
Wee hun die reeds des morgens vroeg bedwelmende drank zoeken; die laat in de nacht opblijven, terwijl de wijn hen verhit.

Tsja, trek zelf je conclusies.

13-06-2004, 00:38

Citaat:
Origineel gepost door isaia
Lot is bij ons geen profeet en immoreel bezig door drank te misbruiken.

En zijn dochters? veel erger nog, incest. Maar ja, ik ben God niet en zal ook niet over ze oordelen.

Ik weet wel wat God in de bijbel zegt over drankmisbruik en incest:

Over incest:
Leviticus 18: 6-18
6 Niemand zal naderen tot zijn naaste bloedverwant, om de schaamte te ontbloten: Ik ben de HERE. 7 Gij zult de schaamte van uw vader, dat is de schaamte van uw moeder, niet ontbloten; het is uw moeder, gij zult haar schaamte niet ontbloten. 8 De schaamte van de vrouw van uw vader zult gij niet ontbloten; het is de schaamte van uw vader. 9 De schaamte van uw zuster, de dochter van uw vader of de dochter van uw moeder, geboren in huis of geboren daarbuiten, haar schaamte zult gij niet ontbloten. 10 De schaamte van de dochter van uw zoon of van de dochter van uw dochter, haar schaamte zult gij niet ontbloten, want uw schaamte zijn zij. 11 De schaamte van de dochter van uws vaders vrouw, die aan uw vader geboren is, zij is uw zuster – haar schaamte zult gij niet ontbloten. 12 De schaamte van uws vaders zuster zult gij niet ontbloten; zij is uws vaders bloedverwant. 13 De schaamte van uw moeders zuster zult gij niet ontbloten, want zij is uw moeders bloedverwant. 14 De schaamte van uws vaders broeder zult gij niet ontbloten; tot zijn vrouw zult gij niet naderen, het is uw tante. 15 De schaamte van uw schoondochter zult gij niet ontbloten; het is uws zoons vrouw, gij zult haar schaamte niet ontbloten. 16 De schaamte van uws broeders vrouw zult gij niet ontbloten; het is de schaamte van uw broeder. 17 De schaamte van een vrouw en die van haar dochter zult gij niet ontbloten; gij zult niet de dochter van haar zoon en de dochter van haar dochter nemen, om haar schaamte te ontbloten; zij zijn bloedverwanten: bloedschande is het. 18 Gij zult geen vrouw nemen als bijvrouw naast haar zuster om haar schaamte te ontbloten nevens haar, tijdens haar leven.


Over drankmisbruik:

jesaja 5:11
Wee hun die reeds des morgens vroeg bedwelmende drank zoeken; die laat in de nacht opblijven, terwijl de wijn hen verhit.

Tsja, trek zelf je conclusies.
Profeet Lot ( anders was hij geen profeet en had God een fout gemaakt wat ik schijnbaar onwaarschijnlijk acht) is een gerespecteerde profeet die de incestoide handelingen zoals beschreven in de bijbel nooit heeft gedaan.

De conclusie die ik dan trek is dat deze stuk tekst niet klopt.

De tekst zelf keurt de handelingen niet af. Wat is dan de relevantie van het verhaal? Waarom staat er dan geen berisping op het gedrag? Hij wordt gezien als de rechtvaardige die de onzedelijke handelingen van zijn volk is ontvlucht. Hij is in tegenstelling tot zijn volk die alle perken te buiten ging gered van de dood en ramp die God zijn volk liet ondergaan. Een belangrijke nobele en rechtvaardige persoon kan NIET op het andere moment sexuele handelingen verrichten of drank nuttigen met zijn dochters.

2 petrus 2

7 maar de rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier zedelozen, heeft behouden 8 – want deze rechtvaardigeheeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken – 9 dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straffen, 10 vooral hen, die, begerig naar onreinheid, het vlees volgen en (hemelse) heerschappij verachten. Zulke vermetelen, vol van zelfbehagen, schromen niet de heerlijkheden te lasteren, 11 terwijl engelen, hun meerderen in sterkte en macht, bij de Here geen smadelijk oordeel tegen deze inbrengen. 12 Zij daarentegen, als redeloze wezens, van nature voortgebracht om gevangen en verdelgd te worden, lasteren datgene, waarvan zij geen verstand hebben, en zullen in hun verdelging ook verdelgd worden, 13 onrecht ontmoetende tot loon voor hun onrecht. Zij achten het een genot op klaarlichte dag te zwelgen; schandvlekken en smetten zijn zij, die in hun bedriegerijen zwelgen, als zij met u feesten; 14 zij hebben ogen, die altijd uitzien naar een overspeelster en nooit ophouden met zondigen; zij verlokken onstandvastige zielen, hun hart is volleerd in hebzucht; kinderen der vervloeking zijn zij.

13-06-2004, 01:05
En dit noemt Isaia het woord van god (en de bijbel zelf ook):

Ezechiel 23

1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, er waren eens twee vrouwen, dochters van één moeder. 3 Zij pleegden ontucht in Egypte; in haar jeugd pleegden zij ontucht; daar werd haar boezem betast en streelde men haar maagdelijke borsten. 4 De naam van de oudste was Ohola en die van haar zuster Oholiba. Zij werden de mijne en baarden zonen en dochters. Wat haar namen betreft, Ohola is Samaria en Oholiba is Jeruzalem.
5 En Ohola pleegde overspel terwijl zij mijn vrouw was; zij hunkerde naar haar minnaars, naar Assur: 6 hovelingen, bekleed met blauwpurper, landvoogden en stadhouders, hoofd voor hoofd begeerlijke jonge mannen, ruiters te paard. 7 En zij bedreef haar ontucht met hen allen, de keur van Assurs zonen; met allen, naar wie zij hunkerde, met al hun afgoden, verontreinigde zij zich. 8 Daarbij heeft zij de ontucht uit haar Egyptische tijd niet opgegeven, want in haar jeugd heeft men haar beslapen, haar maagdelijke borsten gestreeld en ontucht over haar uitgestort. 9 Daarom heb Ik haar overgegeven in de macht van haar minnaars, in de macht van Assurs zonen, naar wie zij gehunkerd had. 10 Dezen hebben haar schaamte ontbloot, haar zonen en dochters weggenomen en haar zelf met het zwaard gedood. Zo is zij tot een spreekwoord geworden onder de vrouwen, want gerichten waren aan haar voltrokken.
11 Hoewel haar zuster Oholiba dit zag, ontbrandde zij toch in nog feller hartstocht dan haar zuster en pleegde nog erger ontucht dan zij. 12 Naar Assurs zonen hunkerde zij: landvoogden en stadhouders, hovelingen, sierlijk uitgedost, ruiters te paard, begeerlijke jonge mannen, hoofd voor hoofd. 13 En Ik zag, dat zij zich verontreinigde; beiden gingen dezelfde weg. 14 Ja, zij pleegde nog meer ontucht; immers, zij zag mannen op de muur getekend, afbeeldingen van Chaldeeën, met menie getekend, 15 aan de heupen met een gordel omgord, met een overhangende tulband op het hoofd; allen er uitziende als ridders, gelijkend op mensen uit Babel der Chaldeeën, hun geboorteland. 16 Zodra zij hen zag, hunkerde zij naar hen, en zond boden tot hen naar Chaldea. 17 En er kwamen Babyloniërs tot haar om liefdesgemeenschap met haar te hebben; zij onteerden haar met hun ontucht, en toen zij door hen onteerd was, keerde zij zich van hen af. 18 Openlijk pleegde zij haar ontucht; zij ontblootte haar schaamte, zodat Ik een afkeer van haar kreeg, zoals Ik een afkeer van haar zuster gekregen had. 19 Ja, zij pleegde nog meer ontucht, gedachtig aan de dagen van haar jeugd, toen zij ontucht pleegde in het land Egypte. 20 Zij hunkerde naar haar minnaars, die zinnelijk waren als ezels en onstuimig in hun drift als paarden. 21 Ja, gij hebt naar de ontucht van uw jeugd gezocht, toen de Egyptenaren uw boezem streelden ter wille van uw jonge borsten.


Isaia, is dit het boek van god, of pure pornografie?

13-06-2004, 12:38

Citaat:
Origineel gepost door isaia
Lot is bij ons geen profeet en immoreel bezig door drank te misbruiken.

En zijn dochters? veel erger nog, incest. Maar ja, ik ben God niet en zal ook niet over ze oordelen.

Ik weet wel wat God in de bijbel zegt over drankmisbruik en incest:

Over incest:
Leviticus 18: 6-18
6 Niemand zal naderen tot zijn naaste bloedverwant, om de schaamte te ontbloten: Ik ben de HERE. 7 Gij zult de schaamte van uw vader, dat is de schaamte van uw moeder, niet ontbloten; het is uw moeder, gij zult haar schaamte niet ontbloten. 8 De schaamte van de vrouw van uw vader zult gij niet ontbloten; het is de schaamte van uw vader. 9 De schaamte van uw zuster, de dochter van uw vader of de dochter van uw moeder, geboren in huis of geboren daarbuiten, haar schaamte zult gij niet ontbloten. 10 De schaamte van de dochter van uw zoon of van de dochter van uw dochter, haar schaamte zult gij niet ontbloten, want uw schaamte zijn zij. 11 De schaamte van de dochter van uws vaders vrouw, die aan uw vader geboren is, zij is uw zuster – haar schaamte zult gij niet ontbloten. 12 De schaamte van uws vaders zuster zult gij niet ontbloten; zij is uws vaders bloedverwant. 13 De schaamte van uw moeders zuster zult gij niet ontbloten, want zij is uw moeders bloedverwant. 14 De schaamte van uws vaders broeder zult gij niet ontbloten; tot zijn vrouw zult gij niet naderen, het is uw tante. 15 De schaamte van uw schoondochter zult gij niet ontbloten; het is uws zoons vrouw, gij zult haar schaamte niet ontbloten. 16 De schaamte van uws broeders vrouw zult gij niet ontbloten; het is de schaamte van uw broeder. 17 De schaamte van een vrouw en die van haar dochter zult gij niet ontbloten; gij zult niet de dochter van haar zoon en de dochter van haar dochter nemen, om haar schaamte te ontbloten; zij zijn bloedverwanten: bloedschande is het. 18 Gij zult geen vrouw nemen als bijvrouw naast haar zuster om haar schaamte te ontbloten nevens haar, tijdens haar leven.


Over drankmisbruik:

jesaja 5:11
Wee hun die reeds des morgens vroeg bedwelmende drank zoeken; die laat in de nacht opblijven, terwijl de wijn hen verhit.

Tsja, trek zelf je conclusies.
lot is geen profeet bij het christendom/?? hahahahahahh dat meen je niet dat weten zelfs moslims. hahahahah voordat je leugenachtige beschuldigingen van pedofillie uit jegens de islam, moet je maar is je bijbel in gaan kijken waarin lot alahi wa salaam zogenaamd incest heeft.

13-06-2004, 12:50


Beste mensen mijn bedoeling is niet om Isaia een hak te zetten.

Ik denk dat Isaia een werkelijke gelovige is ( weinig mensen heden ten dage geloven nog werkelijk in God ) en hoop door een eerlijke discussie hem misschien tot een ander inzicht te komen en van zijn denken te leren over hoe hij het ziet.

Ik heb het idee dat jullie discusseren omwille van de vernedering of iets dergelijks.

Ten eerste maken jullie de vergelijking met onze profeet en Aisha alsof Isaia terug gepakt moet worden.

De Islam is niet zo. Ten eerste de discussie over Aisha vrede zij met haar heeft mij niet doen twijfelen of laten denken dat er nu iets werd aangestipt dat gevoelig zou liggen. Dat betekent dat de mensen die vol emotie reageren blijkbaar zelf moeite hebben met iets omdat ze zelf geen weerwoord hebben of iets dergelijks.

Wees een voorbeeld als je vind dat je de discussie techniek van Isaia niet deelt of dat je zijn argumentatie niet juist vind.

13-06-2004, 12:53

Citaat:
Origineel gepost door Moraliste
Beste mensen mijn bedoeling is niet om Isaia een hak te zetten.

Ik denk dat Isaia een werkelijke gelovige is ( weinig mensen heden ten dage geloven nog werkelijk in God ) en hoop door een eerlijke discussie hem misschien tot een ander inzicht te komen en van zijn denken te leren over hoe hij het ziet.

Ik heb het idee dat jullie discusseren omwille van de vernedering of iets dergelijks.

Ten eerste maken jullie de vergelijking met onze profeet en Aisha alsof Isaia terug gepakt moet worden.

De Islam is niet zo. Ten eerste de discussie over Aisha vrede zij met haar heeft mij niet doen twijfelen of laten denken dat er nu iets werd aangestipt dat gevoelig zou liggen. Dat betekent dat de mensen die vol emotie reageren blijkbaar zelf moeite hebben met iets omdat ze zelf geen weerwoord hebben of iets dergelijks.

Wees een voorbeeld als je vind dat je de discussie techniek van Isaia niet deelt of dat je zijn argumentatie niet juist vind.
klopt maar toch. de onrespectvolle manier waarop hij/ zijn over de rasoellah saalahoe alahi wa saalaam praat terwijl zijn eigen bijbel lot alahi wa salaam afschildert als incestpleger.

13-06-2004, 21:56

Citaat:
Origineel gepost door Moraliste
[B]Profeet Lot ( anders was hij geen profeet en had God een fout gemaakt wat ik schijnbaar onwaarschijnlijk acht) is een gerespecteerde profeet die de incestoide handelingen zoals beschreven in de bijbel nooit heeft gedaan.
Lot is geen profeet in de bijbel daar hij niet profeteerde, wel een gelovige. De bijbel stelt dat alle mensen zondig zijn, dus ook Lot. Zijn fout in deze was dat hij drank misbruikte, maar hij had ongetwijfeld ook andere zonden zoals ieder mens. De enige 'mens' die ooit zondeloos is geweest is Jezus Christus, maar Jezus was alleen mens in vlees, niet in geest.


Citaat:
De conclusie die ik dan trek is dat deze stuk tekst niet klopt.

De tekst zelf keurt de handelingen niet af. Wat is dan de relevantie van het verhaal?
Een compleet beeld geven van wie Lot was en de wanhoop bij zijn dochters dat ze hun mannen zijn kwijt geraakt en dus geen nageslacht kunnen voortbrengen, zo erg zelfs dat ze bereid waren hiervoor incest te plegen, een verschrikking in Gods ogen. Voor de rest is de relevantie van deze tekst dat hun kinderen die hieruit voortkwamen de vaderen waren van de Moabieten en de Ammonieten, twee volkeren die verderop in de geschiedenis significante rollen spelen in de geschiedenis van Israel. Geen onbelangrijk feit dus om te vertellen hoe deze volken tot stand zijn gekomen.


Citaat:
De bijbel


Waarom staat er dan geen berisping op het gedrag? Hij wordt gezien als de rechtvaardige die de onzedelijke handelingen van zijn volk is ontvlucht.
Het klopt dat er geen berisping in staat, blijkbaar is dat niet waar God onze aandacht op wil vestigen wat niet wil zeggen dat Lot en zijn dochters geen berisping hebben gehad. want hier wil God laten zien dat uit Lot twee belangrijke volkeren werden geboren, namelijk de Ammonieten en de moabieten. Echter als je later in de geschiedenis van de bijbel kijkt zie je dat incest en drankmisbruik verboden is door God. Verder moeten we kijken naar de lessen die we in het hier en nu uit de bijbel kunnen halen en God heeft duidelijk verwoord in de bijbel hoe hij over incest en drankmisbruik denkt. De bijbel is hier duidelijk over en ook over andere zonden.




Citaat:
Hij is in tegenstelling tot zijn volk die alle perken te buiten ging gered van de dood en ramp die God zijn volk liet ondergaan. Een belangrijke nobele en rechtvaardige persoon kan NIET op het andere moment sexuele handelingen verrichten of drank nuttigen met zijn dochters.
Is dat zo? Is rechtvaardig hetzelfde als zondeloos? Als jij een zonde begaat, betekent dit dat je dan in één klap je rechtvaardigheid verloren hebt? God is een God van vergeving. David pleegde overspel met Bathseba, werd hiervoor gestraft maar heeft ook vergeving gekregen omdat hij hierom vroeg en david staat te boek als een man naar Gods hart. Ook al had hij overspel gepleegd, God zag ook nog het goede wat ook in hem zat.

Voor de rest is de bijbel een eerlijk boek die op alle mogelijke zonden die mensen kunnen maken ingaat en hierin alles uit de taboe sfeer haalt. Dat moet ook, want als dit niet gebeurd leren we Gods wil niet kennen. Dit maakt de bijbel dan ook erg realistisch.